Hoofdstuk 28: Kus op het dak

17 0 0
                                    

Hoofdstuk 28:

        Voorzichtig duw ik de deurklink van de studeerkamer naar beneden. Hoewel de deur niet op slot was, voelt het toch alsof ik iets doe wat niet mag.

        Links van de kamer staat een hoge boekenkast dat vol staat met van alles: boeken, schriften, decoratie. Aan de andere kant staat een bureau waar papieren verspreid liggen over het oppervlak.

        Ik snuif de muffe geur op terwijl ik doorloop naar het einde waar een balkondeur de muur breekt. De deur staat op een kiertje en ik duw het twijfelend open. Moet ik dit wel doen?

        Nadat Rafael was weggelopen besloot ik meteen achter hem aan te gaan. Met mijn nek uitgestoken over de feestgangers, zocht ik naar het herkenbare gestalte van Rafael, maar zonder geluk. Al snel had ik door dat hij verdwenen was tussen de mensenmassa en onvindbaar geworden.

        Met mijn zwetende handen aan mijn broek afvegend, zocht ik naar enig spoor dat mij zou kunnen helpen. Met een hoop 'pardons' en 'sorry's' kwam ik uiteindelijk bij de voordeur uit. Met samengeknepen ogen kon ik in de inmiddels donkere avondlucht de zwarte auto van Rafael onderscheiden. Hij was er nog. Ik haalde diep adem en liet de gevangen lucht weer ontsnappen.

        Als zijn auto hier nog stond, dan betekende dat hij zich ergens op het terrein moest bevinden.

        Niet veel later liet een tik op mijn schouders mij opschrikken. Met net zoals de rest een rode beker in zijn hand, herkende ik een klasgenoot van Rafael.

        "Hé," begroette hij. "Zocht je Rafael?" Ik boog mijn hoofd naar beneden en knikte. Hij zal onderhand het verhaal hebben gehoord. Onderweg van mijn zoektocht had ik wel meer priemende blikken opgevangen.

        "Ja," antwoordde ik. Hij vertelde mij Rafael niet te hebben gesproken, maar wel zien verdwijnen de trap op. Vluchtig bedankte ik hem en liep rond het huis naar de ingang. Met mijn hoofd omhoog geheven – hopend dat ik hem ergens door de ramen heen kon zien – spotte ik hem in tegendeel op het dak. Met zijn handen op zijn knieën zat een gestalte voor zich uit te kijken bovenop het grote huis. Ondanks dat het donker was, herkende ik hem meteen. Direct zochten mijn ogen naar een mogelijke weg ernaartoe. Een stukje verderop vond ik een balkondeur dat het dak openbrak. Sinds de steilte van het dak wel meeviel, greep ik mijn kans. En zo vond ik me hier, in de studeerkamer.

        Ik duw de balkondeur een stukje open en glip naar buiten. De voorjaarslucht verwelkomt me tegemoet. Ik zet een aantal stappen naar de reling en leun met mijn onderarmen tegen de ijzeren balken met mijn hoofd naar beneden. Onder mij zie ik verschillende mensen heen en weer lopen. Sommigen pratend met hun vrienden en anderen genietend van de sfeer en muziek. Vlug kijk ik even rond of ik Louise en Richard spot, maar zonder geluk.

        Ik verplaats mijn blik naar links. Volgens mijn oriëntatie zou Rafael links om de hoek zitten. In het donker vang ik een beweging op, net achter het punt waar het dak zich buigt naar de andere kant.

        "Rafael," fluister ik. Na geen antwoord te hebben gekregen probeer ik het nogmaals. "Psst, Rafael."

        Slikkend kijk ik over de rand heen. De enige weg ernaartoe was over de rand van het schuine dak heen. Ik slinger mijn ene been over de rand heen en zoek balans aan de reling. Vervolgens zet ik mijn andere voet van de grond af. Ik zet voorzichtig de eerste stap op de rand en langzaam maar zeker verplaats ik mezelf verder over het dak. Af en toe blik ik naar voren of naar beneden. Bij de hoek aangekomen zet ik mezelf uitgeput neer op de schuine dakpannen. Ik haal diep in en uit en voel mijn hart wild kloppen. Mijn geschuif en zware ademhaling doet Rafael opkijken.

        "Ella?"

        Verwarring is over zijn gezicht heen geschreven. Ik steek mijn hand op en zwaai ongemakkelijk. "Hé."

The BucketlistWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu