𝔼verything is actually a mess
Het geluid van de over elkaar rollende kiezelstenen weerklonk maar Evron besteedde er geen aandacht aan en liep zo snel als hij kon verder. Toch was er op dat moment geen enkele reden om zo snel te rennen maar hij kon zich niet inhouden en naar een lager tempo overschakelen. Het voelde niet veilig om buiten te zijn, ondanks dat het al erger was geweest. Het vijfde Tijdperk was nog lang niet over zijn hoogtepunt heen en je wist dus nooit wat er te wachten stond. Doorheen de jaren en tegenslagen had Evron langzaam aan de gewoonte ontwikkeld om altijd op zijn hoede te zijn, om altijd paraat te staan voor als hij moest vluchten. Een gebalde vuist verdween in zijn jaszak terwijl hij een stuk hout omklemde dat erin zat. Het had een kalmeren effect om te weten dat het op zijn vaste plek was. In de loop der jaren had Evron de gewoonte ontwikkeld om nooit weg te gaan zonder dat ene mes. Het voelde zo gewoon om het ding mee te nemen, alsof het een deel van hem was. Voorzichtig haalde hij het eruit en streek zachtjes over de letters die erin gegraveerd stonden. Bij elke aanraking ervan mompelde hij zachtjes de letters die na al die jaren nog even zichtbaar waren als toen deze erin waren gekrast. "M. A. R. I. A" Het was immers haar mes geweest. Zijn vader had het voor haar gemaakt tijdens hun eerste date en dat ene mes was het laatste dat hij van zijn moeder gekregen had. Alsof het een soort afscheidscadeau was.
Soms verweet hij het gebaar, alsof ze had geweten dat ze niet van de bijeenkomst zou terugkeren. Toch niet levend. Waarom had ze het hem anders gegeven samen met de boodschap dat hij zich gedeisd moest houden? Toen het nieuws kwam had hij geen traan gelaten, al helemaal niet toen enkele mannen in deftige pakken hem waren komen vertellen hoe ze dapper ten onder was gegaan. Maria was als een van de enige naar voorgelopen met de intentie om het leven van de president te proberen redden. Evron vloekte zachtjes, waarom had ze niet eerst aan haar eigen leven gedacht in plaats van een politicus die zo corrupt was als het maar kon zijn? Door de aanval zelfs was ze net als vele anderen om het leven gekomen. De mannen die het nieuws waren komen vertellen hadden zelfs geen moeite gedaan om hun misprijzen te verbergen, ze was dood en ze waren er enkel door Maria's status in het dorp. Niet dat deze veel voor hen betekende. Zelfs hun spijt betoog had leeg geklonken waardoor Evron hen boos had aangekeken. Wie dachten ze wel niet dat ze waren? Waren deze mannen dan zo veel belangrijker? Waar waren zij op het moment van de ramp, had een van hen zelfs overwogen om te hulp te schieten? Evron was er zeker van dat ze als angsthazen alleen maar aan zichzelf hadden gedacht. Om de gedachten uit zijn hoofd te verdringen, stak hij het mes terug. Er was nu geen tijd om met het verleden bezig te zijn, hij moest naar huis.
Het huis waar Evron verbleef was niet al te ver lopen. Vroeger had het in een belangrijke wijk gestaan tot het fabrieksgebouw ernaast was beginnen afbrokkelen. Toen waren verschillende inwoners weggevlucht naar betere oorden en waren veel huizen leeg komen te staan. Zijn huis was half verscholen komen te liggen onder een puinhoop, een ideale schuilplek. Voor de zekerheid keek Evron om zich heen om zich ervan te vergissen dat hij alleen was. Uit gewoonte klopte hij vier keer op de deur alvorens hij de gang betrad. Een gewoonte dat hij had overgehouden van zijn tijd bij zijn moeder. Connor had er al regelmatig grappen over gemaakt, toch bleef Evron het volhouden, het voelde nu eenmaal beter zo. De deur opende hij maar op een kier terwijl hij binnen glipte. Zijn rugzak gooide hij in de gang terwijl hij door de gang heen naar de woonkamer liep. De gang zelf stelde amper iets voor, enkel zijn tas in de hoek van de gang en de afwezigheid van stof toonde aan dat er weldegelijk leven was in dit huis. Ook deze bewoners hadden het hazenpad gekozen. Waar ze waren wist Evron niet al gokte hij dat het in beter oorden was. Toen ze er net waren aangekomen had allers erop gewezen dat het vertrek snel had moeten gebeuren, er was een hoop spullen achtergebleven. Het meeste was door eerdere plunderaars weggehaald maar er was nog altijd genoeg aanwezig om er een thuis van te maken. De fotoboeken zelf hadden ze als brandstof gebruikt toen het nog veilig was om rook te maken, nu durfden ze dat pas als hun botten dreigde vast te vriezen.
Een stem weerklonk vanuit de woonkamer waardoor Evron halt hield. Hij kantelde even zijn hoofd terwijl hij luisterde naar het stemgeluid. Evron ontspande terug toen hij de stem uit de duizenden kon herkennen. Hij liep verder naar binnen en zag al snel Connor zitten die in de zetel zat die tegen zichzelf bleek te praten. Met opgetrokken wenkbrauw liet Evron zich naast hem neervallen: "Weer met jezelf bezig?" Connor had met zijn ogen dicht gezeten en opende deze met een zucht. "Soms heb je ervaring nodig van een expert", verkondigde hij. Normaal zou Evron gelachend hebben door zo een opmerking maar hij wist Connor dat deze serieus was. Connor was zijn beste vriend al had hij een hele hoop rare trekken en gewoontes, iets dat Evron in de loop der jaren wel al geleerd had.
In tegenstelling tot Evron die korte zwarte haren had, kruilde het rosse haar van Connor. Zijn hele neus was versierd met een hoop sproeten waarvan Connor altijd verkondigde dat hij na 352 was gestopt met tellen ervan. Intussen woonden ze al enkele jaren samen aangezien het niet veilig was om alleen te wonen, zeker toen Evron zijn moeder Maria verloor was Connor alles wat hij nog had. Ondanks dat beide beste vrienden waren, was er een iets waar Evron zich altijd aan stoorde. De bijgelovigheid van Connor kwam hem regelmatige de keel uit. Overal zag Connor voortekens en heilige symbolen waardoor Evron hem meestal bestempelde als prettig gestoord. Zelf zag Connor het als het zoeken naar zijn innerlijke zelf en de rust creëren in zichzelf. Evron echter vond het tijdsverspilling en ging liever werken, al het geld dat hij verdiende konden ze maar al te goed gebruiken in deze tijd. Connor deed af en toe ook een duit in de za, Evron had nooit gevraagd waar het geld vandaan kwam.
Door de tijd dat ze samen hadden doorgebracht, wist Evron dat het niet uitmaakte hoeveel hij zou zeggen tegen zijn beste vriend, Connor zou niet reageren. Meer dan een welkomstwoord kwam er niet uit. Daarom stond hij weer op en zette koers naar de keuken. Echter stond daar weer een verrassing op hem te wachten. De lege openstaande kasten deden hem boos omdraaien: "Connor Maddox! Je gaat me toch niet zeggen dat je al de hele dag zit te zitten?" Maar Evron had net zo goed tegen muren kunnen praten want Connor reageerde zoals verwacht niet. Hij smeet de deur van de keukenkast weer dicht en liep terug naar de woonkamer. "En wie mag er weer naar de winkel gaan?" mompelde hij zachtjes in zichzelf. Aan het feit dat Connor nog niet bewogen had, schonk hij geen aandacht aan. Dat was een van de zaken waarvan hij nooit hoogte zou van krijgen. De momenten waarom Connor in zichzelf was gekeerd.
Iets anders waar ze regelmatige het oneens over waren, was het gebruik van hun gaven. Evron zuchtte even en haalde het mes terug boven. Intussen was hij al een tijdje geleden te weten te komen wat hem speciaal maakte. Toch was er altijd een waarschuwing geweest dat hem tegenhield om het te vertellen, het register. Dat was ingevoerd op de dag dat het vijfde Tijdperk begonnen was. Op de dag waarop de grote dag was gebeurd, de dag dat zijn moeder stierf. Hoe het kwam wist hij niet en om de gedachten uit zijn hoofd te krijgen, balde hij zijn vuist rond het zakmes. Eens zijn knokkels wit begonnen te zien, liet hij weer los. Zelf zag hij zijn kracht niet als een gave, het was een vloek. De mensheid droeg deze vloek met haar mee en had een vijfde Tijdperk. Het had alles om zeep geholpen en hij vertikte meestal om de zijne aan te spreken en te gebruiken.
Het feit dat de krachten versterkten naar minder er mensen waren waarover alles verdeeld moest worden. In de honger naar macht waren groepen begonnen anderen te elimineren. De lijsten waren verplicht, iedereen die een teken van kracht vertoonde werd opgeschreven. Een van de reden waarom Evron zijn krachten liever geheim hield en als zwakbegaafd wou laten doorgaan. Hoe minder mensen zaken van je verwachtte hoe beter, je kon maar beter onderschat worden. Daardoor vestigde je geen aandacht op je. Evron zuchtte en liep naar de gang, daar had hij zijn tas afgesmeten. Het was tijd om naar de winkel te gaan, alleen was dat buiten Connor gerekend. Deze stond namelijk op en keek zijn huisgenoot aan: "De bibliotheek, we moeten nu naar de bibliotheek." Evron trok zijn wenkbrauw op: de ogen van Connor waren dof, dit was geen grap van hem. De ogen van Connor verraadde wat hij dacht en voelde, al wist Evron niet of dit goed nieuws zou zijn. Hij nam aan van niet.
JE LEEST
✯ 2304 ✯ ✓
Science Fiction✯❧ Gebeurtenissen maken tot wie we zijn, onze zwaktes maken ons mens ❧✯ Lang geleden hadden mensen magische krachten, die verdeeld werden over alle zielen van de wereld. Maar met meer dan 7 miljard van ons op aarde, zijn de krachten amper meer merkb...