hoofdstuk 9

53 6 6
                                    

LET ALSJEBLIEFT GOED OP!
Dit hoofdstuk kan niet fijn zijn voor mensen die last hebben van paniekaanvallen. Lees dit hoofdstuk dan dus NIET.

Mijn chat staat altijd voor iedereen open voor diegenen die gezellig willen kletsen, maar óók voor mensen die iets kwijt willen of een serieus gesprek nodig hebben!

P.O.V. Norah

In de nacht word ik plotseling wakker. Ik draai me om, maar de slaap wil maar niet terug komen.

Dan begint mijn lichaam te tintelen. Tot in mijn vingertoppen voel ik het. Oprecht, dit voelt raar. Plotseling gaat het van ‘tintelen’ over naar ‘verschrikkelijke pijn’! Ik begrijp niet waar het vandaan komt. Mijn gedachten worden overgenomen door mijn lichaam, en een duizelig gevoel overvalt me. Alles lijkt te draaien en wazig te worden. Het lijkt net of ik in een hevige draaikolk ben terechtgekomen.

Alles bonkt, prikt en steekt. Overal, maar dan ook óveral, doet het pijn. Mijn armen, mijn benen, mijn rug… letterlijk overal. Zachtjes begin ik te huilen. Het is bijna niet meer te houden, dit is niet normaal. Er schieten allemaal pijnscheuten door mijn lichaam, het voelt net als vuurwerk. Mijn kussen wordt nat door mijn tranen.

“Noor! Wat is er?” Harry staat bezorgd bij mijn bed. “Pijn,” kan ik nog net uitbrengen. De tranen blijven over mijn wangen stromen. Ik wil niet huilen, ik wíl het niet, maar ik kan er niets tegen doen.

Dan begint mijn ademhaling raar te doen. Ik adem heel erg snel en onregelmatig. Ook zie ik niet meer duidelijk. Ik denk dat ik niet genoeg zuurstof inadem, maar mijn gedachten lijken wel dikke, grijze sneeuwvlokken. Alles lijkt zicht tot één groot, wazig beeld te vormen. “Harry…” snik ik wanhopig.

Dit heb ik nog nooit meegemaakt, maar dit gevoel is echt niet normaal. “Adem met me mee,” zegt hij duidelijk. Harry pakt mijn polsen beet, en legt mijn handen op zijn borst. Hij zit op zijn hurken naast mijn bed. Ik probeer zijn ademhaling te volgen, maar het lukt me niet.

Harry ademt nog rustiger en dieper. Zijn borstkas gaat rustig, kalmerend omhoog, en zakt na een aantal tellen naar beneden.

Beetje bij beetje lukt het me om zijn ademhaling te volgen. Mijn hart gaat als een dolle te keer in mijn borstkas. Na een aantal minuten adem ik al normaler.

“Wat was dat?” vraag ik geschrokken aan Harry. “Een paniekaanval. Een vriend van mij had er vroeger ook wel eens last van,” zegt hij geruststellend.

Een paniekaanval? Maar ik lag gewoon rustig te slapen! Harry blijft geruststellend over mijn armen wrijven.
“Dank je…” zeg ik zacht.
Zijn wenkbrauwen gaan vragend omhoog. “Waarvoor?” vraagt hij verbaasd.

“Voor net, dat je me hielp… maar ook dat je er voor me bent, en me op kan vrolijken…” probeer ik uit te leggen.

Harry trekt me in een knuffel. “Geen probleem, voor jou altijd”, antwoordt hij.

Nadat we een tijdje zo hebben gezeten, laat hij me los. “Ik, uh, ik ga maar weer naar bed.” zegt hij zacht. Voorzichtig loopt hij terug naar zijn eigen bed.
“Harry?” vraag ik aarzelend, met een vleugje twijfel in mijn stem te horen.

Terwijl hij loopt, draait hij zich om en kijkt me aan. “Wil je… wil je alsjeblieft hier slapen? In mijn bed? Ik weet niet of het nog een keer gebeurt, en…” stamel ik.

verborgen verhalen - HSWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu