hoofdstuk 12

46 5 2
                                    

P.O.V. Norah

Liam pakt zijn telefoon. Hij opent met een code het hek die dan automatisch openschuift. Ik kijk mijn ogen uit. De tuin die aan de zijkant van het huis ligt, lijkt wel een park! Het ziet er echt fantastisch uit. Ik durf nu al met iemand te wedden dat ik in dit gigantische huis de weg grandioos ga kwijt raken.

Eerst zie ik een grote, houten veranda. Daar kom je blijkbaar als je door de glazen buitendeuren vanuit de woonkamer en de keuken loopt. Als je dan een stukje doorloopt, kom je bij een zwembad. Die is heel groot, er ligt nu alleen een zeil overheen.

Dan kom je bij een grasveld. Er staan twee doelen aan elke kant, en er zijn ook een aantal witte lijnen op het veld te zien. Ik gok zomaar dat dit een voetbalveld is.

We rijden de oprijlaan van het huis op. Daar parkeert Liam de auto in de garage die naast het huis gebouwd is.

“Wil je eerst een rondleiding?” vraagt Louis enthousiast. Nog niet helemaal beseffend dat ik hier ga wonen, knik ik. Harry stapt uit en houdt de autodeur voor me open. Lachend ga ik ook uit de auto.

Niall rent al vanuit de garage naar hun huis toe. Ons huis. Nog steeds klinkt het raar. Ik grinnik zachtjes.

Harry kijkt me met een glimlach aan. “Al een beetje over de schrik van net heen?” vraagt hij.

“Yep,” antwoord ik zeker.

Harry woelt met zijn hand door mijn haar. Ik probeer zijn hand weg te slaan, maar het lukt me niet.

Dan buk ik ‘om mijn veters te strikken’, waardoor de hand van Harry van mijn hoofd afglijdt. “Loop maar door, hoor. Ik kom er zo aan,” zeg ik tegen Harry, die op me staat te wachten. Hij haalt vragend zijn schouders op, en loopt dan langzaam weer verder met duimen in zijn broekzakken.

Kort daarna ren ik naar Harry toe. “Vangen!” roep ik uitgelaten. Dan spring ik op zijn rug en hij pakt mijn benen vast. Nu zit ik op Harry’s rug. “Loop maar weer!” lach ik, terwijl ik druk met mijn hand door zijn donkere, zachte, krullende haar woel.

Harry loopt lachend, met mij op zijn rug, verder naar Liam en Louis. Niall is al naar binnen gerend. Liam staat lachend naar ons te kijken.

Louis kijkt Liam smekend aan. “Ik wil ook op jouw rug!” zeurt hij. Liam schudt lachend zijn hoofd. Toch springt ook Louis op Liam zijn rug.

“Wie als eerste bij de voordeur is!” roept Harry hard. Gelijk begint hij met rennen, met Liam achter hem aan.

“Harder rennen, Leeyum!” roept Louis. “Hup, paardje!” lacht hij er nog achteraan. Toch liggen Harry en ik nog steeds voor.

Dat blijft ook zo, want wij zijn uiteindelijk als eerste aangekomen. Waarschijnlijk ligt dat ook aan Louis, die heel de tijd wild met zijn armen aan het zwaaien was. Daarbij zwaaide hij ook steeds met zijn handen heen-en-weer voor het gezicht van Liam.

Liam en Louis komen ook aangerend, en Louis glijdt van Liam zijn rug af. Harry haalt zijn armen onder mijn benen vandaan, waardoor ik weer op de grond terechtkom.

We lopen naar binnen, en ik kijk mijn ogen uit. We komen eerst in een ruime, witte hal terecht. De tegels van de vloer zijn glanzend wit. Aan de muur is een kleine spiegel bevestigt. Ook is er een kapstok, waar een aantal jassen aan hangen. Daaronder kan je je schoenen kwijt.

Liam doet een deur open. Mijn mond valt open, als ik de grote woonkamer zie. Ik weet even niet waar ik moet beginnen om alles te omschrijven. Even denken…

In de hoek van de kamer, vlakbij de ramen vanaf de vloer tot het plafond, staat een grote, lichtgrijze, stoffen hoekbank. Daarnaast staan twee grote, ruime, grijze stoelen.

verborgen verhalen - HSWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu