hoofdstuk 23

27 3 0
                                    

P.O.V. Harry

“Vanavond nog even buiten zitten?” vraagt Liam. “Het is nog best lekker!”

Norah klinkt enthousiast. “Leuk!”

Louis knikt instemmend en kijkt dan vragend naar mij en Niall. “Goed, hoor!” zeggen we tegelijk. We kijken elkaar lachend aan. Dat duurt niet lang, want Norah sleurt Niall al aan zijn arm naar buiten. Grinnikend kijk ik haar na.

Noor is echt leuk en gezellig, ik ben blij dat zíj het zusje is van Niall. We willen allemaal broers zijn voor haar, maar tegelijkertijd zijn we ook gewoon vrienden.

Liam zeurt steeds maar weer aan mijn hoofd of Norah en ik niet méér zijn dan dat. “Ik zie wel hoe je naar haar kijkt, hoor,” zegt hij dan. “Wanneer geef je het nou toe? Je houdt jezelf voor de gek als je zegt dat je haar niet op díé manier ziet.”

Steeds blijf ik ontkennen, maar of ik dat nog lang vol houd… heel misschien heeft Liam een klein beetje gelijk, want ik vind Norah een soort van leuk. Toch weet ik zeker dat ze mij niet op zo’n manier ziet. Hoogstens als een hele goede vriend, maar zeker niet meer dan dat.

Ik heb het er daarover niet echt met haar gehad, maar dat durf ik eigenlijk ook niet goed. Als ik nou vraag of zij hetzelfde voor mij voelt, en dat antwoord blijkt ‘nee’ te zijn… dan heb ik wel mooi onze vriendschap verpest. Ik wil die juist graag zo houden.

“Je staart naar haar,” zegt Liam grijnzend terwijl hij me een duw geeft.

Snel maak ik mijn ogen los van Norah. “Niet waar!” roep ik verontwaardigd. Liam geeft me een veelbetekenende blik. Dan trekt hij één wenkbrauw op. Snel schud ik mijn hoofd.

Toch blijft ze door mijn hoofd spoken. Haar kleine sproetjes op haar wangen, haar ogen als ze lacht en dan haar kuiltjes in haar wangen als ze me weer eens één van haar vrolijke grijnzen geeft…

Wie houd ik nu eigenlijk voor de gek?

P.O.V. Norah

Samen met Harry en Liam loop ik naar buiten. We gaan naar het grasveld bij het zwembad waar ook alle stoelen staan. Vlakbij het zwembad is namelijk echt een groot stuk grasveld. Niall is al vooruit gerend.

Een paar momenten later zitten we allemaal bij een kampvuur. Liam wilde per se een kampvuur maken. Nét toen hij die had aangemaakt, kwam er wind, dus toen ging het vlammetje ook weer weg.

Louis was toen opgestaan en riep luid: “No, Payno. We’re doing it the Tommo way!” En even later hebben we inderdaad een kampvuur.

Met z’n allen zitten we bij het warme vuur en het is echt gezellig. Niall heeft een zak marshmallows meegenomen, dus die roosteren we nu boven ons vuur. 

“Wacht, ben zo terug!” roept Niall vanuit het niets met een mond vol geroosterde marshmallows. Hij rent naar binnen. Niet veel later is hij weer terug. In zijn hand heeft hij een gitaar: de zwarte waar ik ook op heb gespeeld. “Bij een kampvuur horen liedjes!” roept mijn broer blij. De jongens joelen instemmend.

Niall begint wat te tokkelen, terwijl de jongens samen meezingen. Ik kijk naar boven. De lucht is al heel erg donker en in de zwarte hemel zijn sterren te zien. Eén voor één lijken ze wel extra te fonkelen. De vonken van het kampvuur gaan omhoog, de lucht in. Het lijken wel extra kleine sterretjes. Een gelukkig gevoel overstroomt me.

Ik zit hier met de vier beste jongens uit de wereld en ik ben intens blij. Misschien zonder dat ze het zelf weten, hebben ze me gered van mijn vorige ‘ouders’. Alle blauwe plekken zijn nu weg van mijn lichaam. Soms zie je nog enkele littekens, maar ik ben blij dat ik weg ben uit mijn vorige huis.

verborgen verhalen - HSWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu