8 Eerste schooldag

54 5 4
                                        

28 mei 2014

Ik sleur mijn zware boekentas uit de auto en werp hem over mijn schouder. Het gewicht haalt me omlaag maar gelukkig sta ik nog overeind. Een voet verzetten kost moeite. Maar wat wil je dan ook als je al je boeken moet meenemen omdat je midden in het jaar als nieuweling op die school komt. Bij die gedachten verstijf ik en komt er een rilling over mijn rug. Ik wil niet nieuw zijn! Ik ben altijd al verlegen geweest. Dat lijkt mij niet zo een goede eerste indruk. Ik schuifel achter Liam aan. Mijn nonkel zwaait en stapt de auto in. Ik kijk hem na hoe hij met snelheid uit het zicht verdwijnt. Mijn ogen zijn gericht op mijn voeten. Op die manier wandel ik de poort door. Liams vrienden, wat ik vermoed, begroeten hem vriendelijk en ook redelijk macho-achtig. Ik sta erop een afstandje vanaf. Uit mijn ooghoeken zie ik allemaal gevormde groepjes die gezellig staan te praten. Het stekende gevoel van eenzaamheid dat ik een jaar geleden elke dag voelde komt terug naar boven. Mijn haar glijdt vanachter mijn oren vandaan. Het vormt een zijdelings gordijn. Ogen staren me aan maar die blikken verdwijnen snel weer. Ik hoop iemand te herkennen, wat natuurlijk onmogelijk is, of op zijn minst dat een leerkracht of mijn neef zich over me ontfermt. Maar dat gebeurt niet. Er gebeurt helemaal niets. Ik sta alleen op een speelplaats van honderden leerlingen met een rug die gaat doorbreken. Niemand besteed aandacht aan me, ik lijk wel een spook. Ik verwijt mijn neef feitelijk ook niets. Hij is een jaar ouder en moet zich niet bezig houden met mij. Ik ken hem niet. Ik ken de mensen waarbij ik woon niet. Het enige waar ik iets van weet is dat dit land Australië heet. Met luisterend oor, onbeleefd ik weet het, staar ik mijn neef zijn groepje aan. "Een nieuw liefje," lachen ze hem uit. Hij ontkent het. Een beeldschoon meisje komt met haar zwiepende blonde haar naast hem staan. Als de vraag terug opduikt ontkent hij dat hij weet wie ik ben. Bij de woorden 'ik heb haar nog nooit gezien' stokt de adem in mijn keel. Vanaf dat moment besluit ik hem te negeren. Hij heeft mij niet nodig, ik hem niet. Ik wou dat ik hier nooit gekomen was. De bel rinkelt luid en onophoudelijk. Meteen heb ik spijt dat ik hier ben gaan staan. Zonder een sprankeltje zelfvertrouwen treed ik het gebouw binnen. Het is enorm. Er zijn oneindig veel gangen. Met het cijfer '24' en de letter 'B' ga ik opzoek naar mijn leslokaal. Dat is dan ook één ding van de enkele dingen die ik heb onthouden van het gesprek in de auto. Ale ja, gesprek. Het was mijn nonkel die mij tonnen informatie gaf en ik die het moest zien te verwerken in een kwartier tijd. Maar als we dat vanaf nu als de defenitie van gesprek gaan beschouwen dan moet mijn geheugen grondig getraind worden. Ik speur de gangen naar het lokaal 24 af. Gebouw B heeft zichzelf al tentoongesteld want daarop was mijn aandacht onmiddellijk gevestigd. Alsof het me riep. Ik word al moe bij de derde verdieping en stel mezelf verplicht om een voornemen,waar ik na school direct aan begin, aan te nemen. Mijn conditie, daar moet snel wat aan veranderen. Of ik hou het nooit vol hier op school. Want bankjes om te rusten zijn er nu niet meteen. Na haastig geklim en een op hol geslagen ademhaling geraak ik bij het lokaal, dat van Frans blijkt te zijn. Ik ben blij dat we beginnen met een niet al te moeilijk vak dat ik mijn blunders voor later kan houden. Ik zet me onopgemerkt op de laatste rij. Niemand gunt me een blik. Waar ik wel blij op ben. De klas loopt vol en iedereen krijgt een buur, behalve ik. Als het is volgestroomd begint de leerkracht haar uitleg. Blijkbaar is ze onze klastitulris. Oeps, dat ben ik dan toch weer vergeten. Ze heeft een blauw kleedje aan en zwarte sneakers. Haar bruine haar ligt over haar zwarte vestje dat ze draagt. Ze ziet eruit als iemand in de twintig. "Hallo allemaal, misschien hebben jullie het al gemerkt. We hebben namelijk een nieuwe klasgenoot." Ogen kijken me doordringend aan. Ze maakt een gebaar, dat betekent dat ik me moet voorstellen. "Hey, ik ben Amelie. Ik ben 13 jaar en ik kom uit Frankrijk." Tevreden knikt ze. De ogen lijken me te hebben doorboort want het aangestaarde gevoel verdwijnt niet alhoewel hun blikken zijn afgewend. Mijn wangen gloeien. Het nerveuze gevoel gaat pas voorbij als de les geeïndigd is. De les verliep tot mijn grote verbazing vlotjes. Ik kwam weinig aan het woord. Ik bleek ook niet achter te staan qua leerstof. Met een gerust hart vertrek ik naar de volgende les, wiskunde. Opnieuw ga ik op zoek naar lokaal 30. Dat weet ik omdat ik net een lessenrooster heb gekregen. Opgelucht omdat ik hem heb gevonden treed ik de klas binnen. Ook hier zit ik alleen want ze hadden blijkbaar al vaste plaatsen. Eerlijk de les is saai. Bij wiskunde stonden we kennelijk al voor. Dus het is te makkelijk. De bel gaat waarna ik opgelucht de klas verlaat. Het is een kwartier pauze. Ik zet me op een bankje, alleen. Ik gris de gsm, die ik heb gekregen, en begin er wat op te kijken. We mogen ons mobieltje gebruiken tijdens de pauze. Joepie! Hij is wit en heeft een touchscreen. Bij de notities begin ik te schrijven. Heel mijn lessenrooster staat er nu in. Voor als ik het ooit moest vergeten. Een jongen en het beeldschoone meisje van daar straks komen op me af. Verbaasd kijk ik hun aan. "Waarom liep je achter mijn vriendje aan daarstraks," vraagt ze grof. "Wat?" Ik snap er niets van. "Doe niet alof je neus bloedt," snauwt ze. Het lijkt alof ze me levend wilt opeten. Zo ziet haar gezicht er toch uit. "Wat bedoel je? Wie is je vriendje dan?" "Ik zag je wel kijken hoor!" Ik krimp ineen. "Ga je hem afpakken? Hij zal je toch niet zien staan. Je bent te lelijk voor hem. Wat zeg ik, te lelijk voor iedereen. Kun je nog in de spiegel kijken? Of val je dan flauw?" Ze lacht gemeen. De jongen geeft haar gelijk. Mijn gezichtsuitdrukking is bang en verlegen. Daar maakt ze grondig gebruik van. "Wat kom je hier trouwens zoeken in het midden van het jaar? Wilden ze je weg uit de vorige school? Dat kan ik wel begrijpen." Geamusseerd gaat ze weg met hem op de hielen. Van het restje zelfvertrouwen dat zich in mij bevond is niks meer over. Ze wou me neerhalen en dat is gelukt. Verborgen achter mijn haar wacht ik de minuten af. Ze staat terug bij de groep. Ze lachen me uit. Dat denk ik toch. Toch 99 procent kans dat het daarover gaat.

WatervreesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu