14 tegenzin

67 4 2
                                    

Ik zet mijn voet op de trapper. De uitsteeksels van de ribbelige oppervlakte voel ik drukken door mijn All-stars. Het zijn net naalden alleen ligt er dan een matras over zo dat ze me niet bezeren. Ik zet me af en vertrek op mijn fiets, die ik van Maaike mocht lenen. Hij is roestig en niet van de nieuwste maar het kan er mee door. Als het gebruikt kan worden als voertuig voldoet het voor mij. De fiets wankelt heen weer door mijn slechte evenwicht. Maar dat komt omdat dit jaren geleden is. De laatste keer was vier jaar geleden bij een schoolreis. Het was een ramp door mijn klunzigheid. De uitspraak 'fietsen verleer je niet' is volgens mij wel waar. Dat vermoed ik uit ervaringen. Ik ben dan geen wielrenner op dit moment maar ik geraak verder dan ik ooit te voet zou raken. 

Mijn ogen voelen zwaar door de slapeloosheid gisteren avond. Ik heb uren liggen woelen met ontelbare herinneringen, verlangens en vragen in mijn hersenen gevestigd. De meeste waren gegraveerd voor het leven. Maar op andere hoopte ik antwoorden te ontvangen. Maar die leek ik niet te vinden wat me verschrikkelijk frustreerde. Het is alsof je aan iets verslaafd bent en er onmogelijk aangeraakt. 

Met tegenzin trap ik hard door. Mijn benen draaien op volle toeren. De wind schuurt over mijn huid. De weg is verlaten. Ik ben alleen. Zoals ik heel mijn leven al was. Elke keer als ik iemand lijk te vinden verdwijnt die. Het is alsof al het geluk bij mij wijkt. Roan zag me net staan. Op dat moment werd ik weggeroepen. Ik moest verhuizen! Weer een nieuwe plaats. Maar bij deze kan ik niet weg. Niet zoals die ene keer. 

Na drie pleeggezinnen en een afkeuring was ik het zat. Niemand wilde me nemen, wat op zich wel logisch is. Na een week hield ik het in dat pleeggezin niet meer vol. Het was een hysterisch huishouden. Niemand zag me staan. Alsof ik me daar iets van aantrok. Ik begon aan de vertrouwentest waar een vriendin van het weeshuis het ooit overhad. Het stelde eigelijk niet zoveel voor maar ik maakte het erger. Ik liep weg naar het rustgevende park waar ik altijd zat. Ookal was het twee kilometer ervan verwijderd. Met wat weggesmokeld eten verbleef ik er een week. Ik wist dat één van de ouders me gezien had. Maar ze reageerden niet. Daarom vertok ik maar terug naar mijn 'thuis', het weeshuis. Daar ontvingen ze me tenminste wel vriendelijk. 

Soms wens ik dat ik echt achter mijn moeder was aangesprongen. Wat heeft mijn leven op de wereld voor zin. Het enigste dat ik doe is voedsel consumeren en geld verbruiken. De staat betaalde een fortuin aan me. 

Ik geniet met gesloten ogen van de frisse lucht. Plots hoor ik een auto razen. Het is net een vrachtwagen op de autosnelweg. Piepende banden komen mijn richting uit. Het voertuig scheurt uit de bocht. Er zou nog brand achter ontstaan door de hoge snelheid. Zijn achterkant slipt weg. Het zwaargelade gevaarte veegt me weg als een spons. Ik ben krijt op het schoolbord waar strak alleen nog maar stof van overschiet. Onze banden botsen tegen elkaar. Het rubber wrijft over elkaar, dat maakt een hels geluid. Ik verlies mijn balans. Mijn voet raakt de grond. Een pijnlijke scheut verspreidt zich door mijn botten. Gelukkig weet ik me recht te houden. De struise auto is zwart met getinte ruiten, net die kogelvrije vanuit de films. Maa waarom zouden ze?

Mijn gezicht straalt alleen nog woede uit. Ik scheld wat tegen de bestuurder. Natuurlijk hoort hij me niet. Ik kook van binnen. Mijn ogen schieten vuur. De ophitsing doet me een vitesse sneller vliegen. Angst komt boven drijven maar mijn andere gevoel negeert dat volledig. Zo dadelijk moet ik die schoolpoort terug binnen stappen. Rillingen lopen over mijn lijf. Hijgend spring ik van mijn fiets. Het gebouw komt op me af. Vastberaden been ik er naar toe. Ik duw mijn fiets zonder enige aarzeling ruw de rekken in. Maakt mij het uit als de band knapt. Ow, misschien toch wel. De brede band, die er nooit in zou passen, perst zich zo samen tot de juiste dikte. Ik zucht binnenmonds omdat hij niet stuk is. Anders zou ik geraak straks niet rap genoeg weg van deze plek kunnen geraken. Bij het zien van al het volk krimpt mijn zelfvertrouwen terug naar de grootte van een erwt. De adem stokt in mijn keel. Mijn hoofd daalt terug omlaag. Haar vormt een zijdelings gordijn die ondoordringbaar is. Bij de eerste de beste bank die vrij is plof ik neer. 

Er zijn nog vijf minuten te gaan. Mijn zenuwen probeer ik in bedwang te houden. Maar het grote gevaarte komt mijn kant al uit. Ik ruik een zwerm parfum die op me afkomt. De zure geur wordt steeds sterker. Ik bestudeer mijn nagelriemen en hoop diep vanbinnen dat de bel gaat. Maar de hoop is verloren. Ze duiken voor mijn neus op. Met dreigende glimlachen staren ze me aan. Vlijmscherpe tanden onder hun roodgekleurde lippen snakken naar een hap. Alleen een slok van mijn bloed hun verlangens bedaren."Besteed niemand aandacht aan je," bespot de leider van de bende me. Ik verbied mezelf te antwoorden. "Je tong verloren?" Haar stem klinkt grof en pruilerig. Uit mijn ooghoeken zie ik Liam aankomen. Zo te zien merkt ze het ook. Ze rent op hem af en vliegt hem om de hals. De rest van de groep volgt keurig. Ik zucht als de bel het uit krijst, pijnlijk hard. De herinnering van de banden geeft me terug een kil gevoel. Met een omgekeerde maag ga ik binnen. 

Ik zou graag willen weten wie nu eigelijk mijn lezers zijn. Zet het zeker bij de comments!

YellowKiki Dankje dat je zo'n trouwe lezer bent!!! Lees zeker haar boeken!

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jun 23, 2015 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

WatervreesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu