5

28 1 0
                                    

Gespannen loop ik een loods in samen met Marco en twee andere mannen. In het midden van de loods staan we stil. Ik kijk naar het hoge plafond en vervolgens naar de man tegenover me. Een grote brede man met donker haar staat enorm stoer naar me te kijken. Tja, mannen hè!

'Vertel!,' zeg ik kortaf. De man vouwt zijn brede armen heel mannelijk over elkaar. 'Lading is weg. De jongens van transport zijn dood. De bus is uitgebrand teruggevonden,' zegt de stoere man. Ik steek mijn handen weer in mijn zakken en kijk naar mijn pumps. 'Delano?' Vraag ik kortaf. De man schudt zijn hoofd. 'Hij neemt niet op,' zegt hij rustig. Ik zucht. 'Kutzooi! Ik ben verantwoordelijk hè. Die Colombiaan kom bij mij verhaal halen,' zeg ik terwijl ik naar mezelf wijs. Ik wrijf kort over mijn gezicht.

'Dat wijf van Delano werkt bij de kinderopvang in het centrum. We gaan haar halen en dan komt hij vanzelf wel!,' opper ik serieus. De man knikt. Ik lach zachtjes en loop heen en weer.   'Je kan hier staan knikken maar ga haar halen! Het interesseert me niet hoe. Mijn lading is weg en hij gaat hiervoor boeten. NU!'

De man verdwijnt direct en ik kijk voor me uit. 'Misschien is zijn vriendin ophalen uit een kinderopvang niet zo handig,' hoor ik achter me zeggen. Ik draai me om en kijk in Marco's ogen. 'Heb ik jou om advies gevraagd? Hé?' Hij kijkt naar de vloer. 'Het spijt me, maar het is handiger na sluitingstijd. Er zijn kinderen in het gebouw.' Ik loop naar Marco toe en wijs naar hem. 'Houd je bek! Adviseer me nog één keer en ik snijd jouw ballen eraf. Er is een lading weg. Ik hoef jou niet te vertellen dat het kartel daar niet blij mee is. Als we wachten vlucht die pannenkoek. Het is niet of ik enige keuze heb. Ik moet handelen en als je dat niet begrijpt kan ik jouw diensten niet meer gebruiken, dan begrijp je de ernst niet van het werk,' zeg ik geïrriteerd.

Een telefoon rinkelt waarna ik opneem. 'Jade lieverd, wat is er schatje?' De mannen kijken kort naar elkaar. 'Fijn dat het allemaal meevalt. Tessa wordt snel weer de oude, wens haar maar beterschap van mij. Oh, de mandarijntjes komen dus van de markt. Nee lieverd, jij gaat ze niet halen. Als Tessa is opgeknapt gaat zij ze halen. Ik wil niet dat je onnodig over de markt gaat slenteren. Bovendien moet er iemand met je mee dus is het niet handig maar wel lief van je! Ik hou ook van jou. Tot snel lieverd!' De telefoon deponeer ik weer in mijn tas en trek mijn jas recht.

Na enige tijd wordt mijn geduld beloont en staat een lichtgetinte dame in de loods die compleet overstuur is. Ik laat haar op een stoel zitten zodat ze wat kan kalmeren en vraag "adviseur" Marco om haar wat water te geven. Het is ook heftig als je van het werk wordt gehaald door iemand als Angelo. Als je naar hem kijkt is hij een stereotype crimineel. Dat begrijp ik niet. Als ik bij de politie zou werken zou ik hem meteen aanhouden, gewoon preventief! Kleed en gedraag je als iedereen daar kom je veel verder mee. Maar goed.... ik kan me voorstellen dat deze vrouw erg geschrokken is en vraag de mannen dan ook om iets verder te staan omdat ze er uitzien als criminelen en dat niet bevorderlijk is voor het gesprek. Ik neem plaats tegenover haar. Mijn been leg ik over het andere en kijk haar indringend aan.

'Het spijt me dat je opgehaald moest worden maar ik moet weten waar jouw vriendje is,' zeg ik zo lief mogelijk. Ze kijkt naar boven en begint te huilen. Ik neem een teug lucht want ik begrijp niet waarom ze huilt. Ja, het is niet leuk als je wordt opgehaald door mensen die lijken of ze uit scarface zijn gehaald maar de reden om te huilen zie ik nu nog niet. Ik besluit empathie te tonen zoals ik Jade zie doen en streel haar arm. 'Rustig maar lieverd, vertel me waar Delano is,' vraag ik met de liefste stem en vriendelijkste lach waarin ik mijn gezicht kan vouwen. 'Ik weet het niet, sinds gisteren heb ik hem niet meer gezien,' zegt ze snikkend. Ik knik terwijl ik naar haar enorme zwarte krullenbos kijk.  'Hij is toch jouw vriendje? Heb je hem al gebeld,' vraag ik rustig. Ze drukt haar ogen dicht en knikt.

'Misschien is het een idee om hem een appje te sturen. Doe het maar. Zeg maar dat Joanne nu wil dat hij komt omdat jij tegenover me zit. Toe maar!' Zeg ik zo geduldig mogelijk. Ze snikt en typt op haar telefoon. Ik glimlach. 'Als hij niet reageert zal ik hem ook een bericht sturen,' zeg ik bemoedigend.

Dagboek van een narcist.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu