3.1 (Victoria)

632 40 2
                                    

De zon schijnt mijn kamer in. Chagarijnig kijk in naast mij. Oja, geen wekker. Ik stap uit mijn bed, onderweg struikel ik bijna over Mono, want ze ligt midden in het gang pad. Op mijn dode gemak loop ik naar de keuken. Ik zet de fluitketel met water op het gas en ik ga op zoek naar de Ipad. Uiteindelijk vind ik hem op de bank in de woonkamer. Snel start ik YouTube op en zet ik Intoxicated op. (Zie media)

Al dansend loop ik weer naar de keuken, wanneer ik daar aan kom begint de fluitketel te fluiten. Ik haal hem van het gas en schenk een beetje heet water in mijn mok van gisteravond. Ik hou van heet water. Ik weet niet waarom. Ik trek de voorraadkast open en zoek naar iets voor het ontbijt.

Mijn zoektocht wordt onderbroken door een apart geluid. Instinctief loop ik naar de voordeur. Daar aangekomen open ik hem en ik zie een blauw briefje op de deur. Goedemorgen, vergeet je zwemkleding niet. Staat erop. Zoals alle andere briefjes drop ik ook deze op het tafeltje in de gang. Ik loop weer naar de keuken om mijn zoektocht naar een ontbijt te vervolgen. Ik hoor een raar geluid vanuit mijn slaapkamer. Gelijk denk ik aan Mono.

"Ook wakker, Mono?" Gil ik vragen. Antwoord krijg ik niet maar wel hoor ik haar deze kant op rennen. Het klinkt een beetje als een dame, die onregelmatig op hakken loopt. Zo'n persoon waar je je tijdens je examens verschrikkelijk aan stoort. Mijn gedachten worden verstoort door een aap op het aanrecht. Ik til haar op en zet haar op de eetkamertafel. Op het aanrecht mag ze niet komen.

Ik draai me om en probeer voor de derde keer een ontbijt te zoeken. Uiteindelijk besluit ik om maar een mango te eten. Ik ga aan tafel zitten en schil de mango. Mono pakt de schillen en peuzelt die op. Mijn water is ondertussen lauw geworden. Na mijn schrale ontbijt, loop ik naar de slaapkamer en pak ik een mooie bikini en een tuinbroek.

Ik heb het gevoel dat het enorm heet wordt, aangezien het nu ook al veel warmer is dan de afgelopen dagen. Ik gris de handdoek van mijn kledingkast en loop naar de overkant van de gang. Ik ontdoe mij van mijn kleding en stap onder de douche. Hier heb ik er de tijd voor, in ieder geval, ik denk dat ik hier de tijd heb. Thuis is alles super druk. Studie, vrienden, werk, vrijwilligerswerk en dan spreek ik nog niet over de lege plek. De lege plek waar eigenlijk een man hoort.

Aangekleed en al loop ik naar de woonkamer en plof ik op de bank. Ik kijk naar de lege boekenkast en ik zie stof. Ik hoop dat de gele persoon saai is, dan kan ik vanavond een beetje schoonmaken. Mono springt op mijn schoot. Kan ik Mono niet meenemen, wanneer ik wegga. Wat ik wel bijzonder vindt is dat ze zo goed met mensen kan en geen vlooien geeft. Zou dit allemaal geplant zijn? Zou ze getraint zijn? Hoeveel weten deze mensen wel niet over mij?

Opeens springen de tranen in mijn ogen. Ik dacht terug aan wat Harry mij vertelde. Als dat ons kenmerk is, dan heeft iemand zijn mond niet gehouden. Ik begin nog harder te huilen. Het is verdomme 3 jaar gelden. Waarom heeft die eikel nog steeds zoveel invloed? Waarom? Waarom doet hij mij zoveel? Waarom kan ik hem niet gewoon vergeten? Opeens voel ik de twee bekende harige armen om mijn nek.

"Het komt wel goed, Mono" zeg ik nog half huilend. Ik zet Mono op de bank en loop weer naar de badkamer. Ik kijk in de spiegel en zie dat alles is uitgelopen. Fijn, nu mag ik dat ook nog opnieuw doen. Snel pak ik mijn make-up en doe ik het opnieuw.

"Mono, we gaan" roep ik. Ik trek mijn teenslipper-sandalen aan en open de deur. Ik hoor Mono rennen. Ik loop naar buiten en doe de deur op slot. Ik laat de sleutel in mijn zak glijden. Ik sla rechts af naar de pijlenpaal. Ik volg de gele pijlen en zie dat ze voor eengroot gedeelte gelijk lopen met zwarte pijlen. Uiteindelijk kom ik bij een T-splitsing waar de pijlen uit elkaar gaan. Ik moet het linker pad hebben. Deze weg is lang. Ik ben bang dat ik vaker deze pijlen moet volgen dan de rode pijlen van Harry.

Ik kom bij een soort van strandhuis aan. Zo'n strandhuis als je ook Australie ziet. Rustig loop ik het houten pad op. Het lijkt op een brug, maar hij ligt gewoon helemaal over grond. Ik klop op de deur en zet een stap achteruit. Er staan instrumenten op de deur. Een drumstel, een basgitaar en twee gitaren. Hij zit vast in een band. Een figuur opent de deur. Een heel lang figuur.

Ik had een tussenuur dus schreef ik dit. I hope you like it!

Hugs

Forbidden VoicesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu