hoofdstuk 9

36 4 0
                                    

>>>——————>

De ochtend was redelijk fris. Dauw druppels hingen van de bomen in het bos en Isha rilde. Hij had erg vroeg op moeten staan, en was nu door het bos aan het lopen, proberend de route te onthouden die hem was gegeven naar het huis van de twee jagers. Hij had niet eens tijd gehad om te ontbijten, of dag te zeggen tegen zijn leeftijdsgenoten die allemaal later op konden. Maar hij zou ze nog wel zien toch? Hij zuchtte. Daar zou hij wel achter komen naarmate hij langer bij de jagers bleef. Leerling jager.. hij had geen idee wat hij ervan moest verwachten. Als het inderdaad een straf was, dan had hij er geen zin in. Maar alle jagers waren toch ooit leerlingen geweest? Hij zuchtte weer. Hij was wel een beetje zenuwachtig.
"Wat zucht jij een hoop zeg." Zei een stem naast hem ineens. Hij keek op en daar liep Rowan. Hij zag er een stuk opgewekter uit dan de avond ervoor, toen hij de kamer van de baron uit was gelopen. Blijkbaar had de jongen hem gevold.
"Ben jij dan niet... zenuwachtig.?" Vroeg Isha, waarop de grotere jongen zijn schouders ophaalde.
"Jawel, maar dat ga ik die twee jagers niet laten merken. Mij maken ze niet bang hoor." Isha rolde met zijn ogen.
"Je weet dat jagers alles doorhebben He? Misschien horen ze nu zelfs wat je zegt." Rowan moest toegeven dat dat wel waarschijnlijk was. Hij wilde alleen niet dat die twee wisten hoe enorm bang hij van hen was. Het waren donkere magiërs, of althans, dat had hij gehoord. En het klonk zo gek nog niet, zeker met al die dingen die ze konden... Onwillekeurig rilde hij.
"Zolang ze mij maar niet gaan forceren om door modder te kruipen. Ik mocht niet meer van mijn vader meenemen dan deze kleding en wat kleine spullen.. En ik wil graag deze kleding mooi houden." Rowan wees  naar zichzelf. De kleding die hij droeg was niet enorm chique, maar wel mooi. In ieder geval mooier en luxer dan het simpele uniform dat Isha droeg. Deze haalde dan ook zijn schouders op. Zijn kleding werd vaak genoeg vies. En hij had van Maria nog een extra stapeltje mee gekregen.
Na een tijdje lopen, kwamen ze eindelijk aan bij een klein huisje. Met op de veranda, twee jagers. Beide in een stoel. De een zat zijn pijlen te herstellen, en de ander was een aantal papieren aan het lezen.
"Twee minuten over tijd." Was het eerste wat de twee jongens te horen kregen, zonder dat een van de jagers hen ook maar een blik waardig gaf.
"Sorry... heer." Isha had werkelijk geen idee hoe hij de jagers moest aanspreken. Meneer? Heer? Hij hoorde een kleine lach van de andere jager en vloekte in zichzelf.
"Heer? Nou, Halt is alles behalve een heer. Eerder een holbewoner als je het mij vraagt. Zo met die baard en dat haar van hem." Zei Will, die nu eindelijk naar de twee opkeek. Hij kreeg een grom van de andere jager.
"Nou zij hebben in ieder geval respect voor mij." Will negeerde dat maar, en wenkte de jongens.
"Nou hup hup, naar binnen jullie twee. Ik zal jullie je kamer laten zien, dan kan je daar je spullen neerleggen." Isha en Rowan liepen onzeker naar hem toe terwijl Halt gevaarlijk zachtjes in zichzelf mompelde over leerling jagers en de snotneuzen die ze werden als ze volwassen waren. Will schonk er echter geen aandacht aan en leidde de jongens naar een klein kamertje waar twee bedden stonden. Meer paste er ook niet in.
"Over vijf minuten verwachten we jullie op de veranda. Dan leggen we uit hoe de rest van jullie dag eruit gaat zien." Zei hij voordat hij hen alleen liet.
Isha en Rowan pakte snel hun spullen uit, namen heel even te tijd om te voelen hoe de bedden lagen, en renden toen weer naar buiten. De jager Will was nergens meer te zien. Halt echter, zat nog steeds op zijn stoel, pijlen te maken. Het was eventjes stil, terwijl de twee jongens hem aankeken.
"Als jullie klaar zijn met staren, ik kan me de laatste keer niet meer herinneren dat ik de veranda heb geveegd... En nu ik erover nadenk, binnen hebben we het volgens mij ook al een tijdje niet gestoft binnen.." Toen de twee jongens hem bleven aankijken, niet snappend wat hij nou wilde, keek hij op, niet al te blij.
"Volgens mij zijn dat perfecte klusjes voor jongens zoals jullie." Zijn stem had een lichte waarschuwing, en ineens leken Isha en Rowan het te begrijpen. Snel keken de rond voor een bezem, vonden er twee naast de deur van het huisje, en gingen aan het werk. Rowan liep naar binnen, terwijl Isha buiten de veranda begon te bezemen met grote snelle zwaaien. Meteen begon Halt te hoesten en kuchen.
"Als je het zo doet moet ik straks nog gebezemd worden." Zei hij. Isha keek op, erg onzeker. Had hij nu al iets fout gedaan..? "Doe het rustig aan. Ik heb liever goed werk dan snel werk." De jager leek verrassend kalm. En Isha realiseerde dat hij inderdaad wel heel fanatiek was gaan bezemen. Dus hij knikte en begon opnieuw, rustiger dit keer. Beter werk, niet sneller werk, bleef hij in zijn hoofd herhalen. Dat was eigenlijk best logisch.

Laat in de avond, toen het al pikke donker was, plofte de twee jongens op hun bedden neer. Was een vreselijke dag! Rowan kreunde. Ze hadden de hele dag schoon moeten maken en andere huishoudelijke klusjes moeten doen, en Rowan's spieren deden enorm zeer. Hij was het ook niet echt gewend. Thuis had hij bedienden die alles deden. Hij begon langzaam medelijden te krijgen met de bediendes op kasteel Redmond. Zijn vader stond bekend om hoe aardig hij was tegen zijn werknemers, maar Rowan vond het vreselijk werk. Hij draaide zijn hoofd en zag dat Isha was al in slaap was gevallen. Hij moest ook bekaf zijn.. al snel voelde Rowan hoe zijn ogen zwaarder werden, en volgde hij al snel het voorbeeld van Isha, en voel ook in slaap.

>>>——————>

De volgende weken bestonden uit klusjes en andere dingen. Rowan begon er langzaam gewend aan te taken. Isha leek er al gewend aan te zijn. Maar ook hij had last van zijn spieren gehad de eerste paar dagen.
In deze twee weken, hadden ze wel kennis gemaakt met de werp messen. Rowan had die van hem veel te fanatiek weg gegooid om zich een beetje uit te sloven en te laten zien wat hij allemaal wel niet kon aan Isha, en had de rest van de dag lopen zoeken in het bos terwijl Halt had staan brommen over hoe leerling jagers alles kwijt maakten.
Isha begon langzaam wat comfortabeler te worden met Rowan. Hij kon nu eindelijk met de jongen praten en lachen zonder te gaan blozen. Hun gesprekken waren niet meer zo ongemakkelijk en ze waren langzaam vrienden aan het worden.
Ook hadden ze voor het eerst met pijl en boog geschoten. Rowan wist er al wat van, sinds hij het op Redmond al wel eens had gedaan. Hij, en Will, die hun uitleg aan het geven was, keken dus ook amuserend toe hoe Isha onhandig een pijl op de boog legde en de pees met duim en wijsvinger naar achter trok, om deze vervolgens los te laten en de pees van de boog pijnlijk tegen zijn arm te voelen slaan.

Hij had er snel van geleerd, en al snel konden beide jongens redelijk overweg met de jagers wapens. Ook leerden ze van Halt en Will hoe ze zich ongezien voort konden bewegen. Dit ging ook redelijk goed, alleen Rowan had nog erg veel moeite met het feit dat als hij zich ongezien wilde voortbewegen, dat hij dan soms ook vies werd. Hij was wat dat betrof nog erg gehecht aan de luxes die kwamen bij de zoon van de baron van Redmont zijn. Halt deed er geen enkele poging toe te verbergen dat hij die luxes maar wat graag de deur uit schopte. Will was iets subtieler. Isha had soms wel een beetje medelijden met zijn mede jagers leerling. Maar goed, hij moest wel leren dat er hier geen bedienden waren die zijn kleding konden wassen.

Na ongeveer 5 á 6 weken, was hij er wel een beetje vanaf. Hij zeurde in ieder geval niet meer als hij moest tijgeren in het bos, of als hij zijn kleding moest wassen of moest helpen met het eten klaar maken. Eten koken vond hij eigenlijk nog verbazingwekkend leuk. Terwijl Isha er totaal niks van bakte. Als een van de oudere jagers er niet bij was, dan brandde er geheid iets aan, of maakte hij het recept compleet verkeerd.

>>>——————>

De Grijze Jager : De Wraak van MorgarathWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu