Hoofdstuk 19

13 3 0
                                    

>>>——————>

De nacht was compleet zwart. Er hing een dik pak wolken die het land ontdeed van enig nacht licht. Er was geen maan en sterren te zien, wat Isha goed uitkwam. Het enige waar hij rekening mee moest houden waren dus de twee kampvuurtjes aan twee uiteinden van het kamp waar elk twee wachters de wacht hielden. En de smeulende restjes van kampvuurtjes in het kamp zelf, maar daar maakte Isha zich niet heel veel zorgen om.

Hij had na het helpen met de karren een dutje genomen, om zijn slapeloze nacht een beetje in te halen, en zodat hij wakker zou kunnen blijven die nacht. Na het avond eten had hij gezegd dat hij wat vroeger ging slapen omdat hij zo moe was van de hele dag karren duwen en trekken met Robin, en was naar zijn slaap plek gelopen. Daar herhaalde hij zijn plan totdat hij bijna 100% zeker was dat hij alles tot in de details had uitgestippeld (waar zijn mentale kaart van het kamp erg bij had geholpen) Hij bleef in gedachte de woorden 'Ben altijd voorbereid op het ergste, dan kom je nooit voor verassingen te staan' herhalen terwijl hij opties bedacht om toch te succesvol weg te kunnen komen als hij gezien zou worden. Hij had niet eens echt door dat het Halt's stem was die die woorden constant in zijn hoofd herhaalde.

Nadat de reizigers allemaal zelf ook naar bed waren gegaan, wachtte Isha totdat alle kampvuurtjes In het kamp waren langzaam waren veranderd in kooltjes. Wat aanzienlijk sneller ging dan verwacht, vanwege een zachte motregen die een half uurtje geleden was begonnen. Isha had nauwlettend gekeken naar de wacht bij de twee kampvuurtjes rond het kamp, en had geconcludeerd dat ze bij het einde van hun wacht kwamen. Hij zou nog even wachten en dan-
Zijn gedachten stopte abrupt doen hij uit zijn ooghoek beweging zag recht van hem in het kamp. Zijn ogen schoten naar de plek waar hij beweging had gezien, en hij bleef een moment staren naar de donkerte, voordat hij zich herinnerde dat Will hem had verteld dat je beter beweging kon waarnemen vanuit je ooghoek, en dus nooit naar 1 plek moest staren. Dus, hij liet zijn ogen over het kamp terrein glijden terwijl hij onder zijn afdakje zat in het donker. Hij zag weer iets bewegen vanuit zijn ooghoek aan de rechter kant. Het zag er niet uit als iemand die gewoon opstond om naar de wc te gaan, of om wat water te halen. Het waren snelle, kleine bewegingen zonder veel geluid. Daar was het weer! Isha kneep zijn ogen samen om beter te kunnen kijken. Hij zag weer niks, maar hoorde toen wel voetstappen. Zachte, sluipende voetstappen. Die snel een paar stappen zette, en dan weer stopte. Isha realiseerde zich meteen dat deze persoon, of dier, richting hem liep. Hij voelde een rilling opkomen en onderdrukte die uit alle macht om maar geen bewegingen te maken. Hij draaide zijn hoofd heel langzaam om de luisteren waar het geluid vandaan kwam. Als hij zijn oren moest geloven, dan was de persoon ergens achter hem nu. Hij bewoog zijn hand naar zijn saksische mes aan zijn riem, en greep het vast. Hij voelde hoe zijn hart in zijn keel bonkte terwijl hij aandachtig luisterde naar het geschuifel en de stiltes tussenin. Totdat het ineens ophield. De haren in zijn nek kwamen meteen overeind, en met meer een gevoel dan echt een reden, boog hij zijn hoofd naar beneden voordat hij zichzelf naar achter duwde, zich omdraaide en zijn saksisch mes trok. Nog voordat hij echt kon zien wie het was die hem vanachter had proberen te onthoofden, sloeg hij met het heft van z'n mes hard tegen de persoon zijn slaap, en lag deze meteen bewusteloos op de grond onder Isha's afdakje zonder ook maar iets te kunnen hebben geroepen. Isha's handen trilde vervaarlijk en hij deed snel zijn mes weg alvorens doodstil te blijven zitten, hopend dat niemand anders iets had gehoord. Na een minuut van geen enkel geluid of signaal dat er iemand iets had gehoord of gezien, bekeek Isha de persoon snel en graaide hij in de zakken met een bonkend hart. Hij vond een kleine ketting, en een ring, beide met morgarath's teken erop. Een teken wat al 10 jaar niet gezien was. Hij deed beide snel in een zak, en kroop toen uit zijn tentje. Oke, dus ze hadden geprobeerd hem te vermoorden... Isha's hart bonkte nog steeds in zijn keel en zijn handen waren zweterig. Maar hij moest nu sneller dan ooit weggaan. Voordat ze erachter kwamen dat hij niet dood was. En voordat de wachters het kamp in zouden lopen om de volgenden wakker te maken!

Gelukkig had hij nu wel één groot voordeel. De wacht wist dat er iemand door het kamp sloop om Isha om het leven te brengen, anders was er al lang alarm geslagen, want zijn voetstappen waren zachtjes maar duidelijk horen geweest in de stilte van de nacht. Wat zij echter niet wisten, was dat de persoon die nu uit Isha's slaapplek sloop, niet de man was die ze eerder waarschijnlijk naar zijn tentje hadden zien sluipen..

>>>——————>

De Grijze Jager : De Wraak van MorgarathWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu