Ik zit aan tafel en ruik de zure geur van zuurkool, mijn lievelingseten. En ook het lievelingseten van Cell. De tafel is gedekt voor vier personen. Normaal gesproken voor vijf.
-Cell
-ik
-pappa
-mamma
-CosiaIk sta op, loop naar de servieskast en haal er een vijfde bord uit. Ook pak ik uit de besteksla een mes, vork en lepel. Een glas vul ik met water en zet deze naast het mes aan de rechterkant van het bord die ik zoëven heb neergelegd op de plaats van Cell.
'Nu kunnen we eten.' Zeg ik en pak tegelijk het deksel van de pan.
Iedereen kijkt mij raar aan terwijl ik een flinke hap zuurkool op mijn bord schep. 'Wat?' Vraag ik. 'Wat kijken jullie nou?' Ik pak het bord van Cell en schep daar ook zuurkool op. Er liggen vier worsten in de braadpan. Ik pak er een en snij deze door midden. De ene helft voor mij, de andere voor Cell. Als ik heb opgeschept pak ik mijn bestek beet: 'Eet smakelijk!' Ik tik mijn glas tegen die van Cell en begin te eten.
-
Er staat al een paar dagen een gele envelop met inhoud op de schouw. Io weet wat voor brief het is. Het is een brief over...
Over het onderzoek van Cell.
Mijn ouders durven hem nog niet te openen. Bang om de waarheid onder ogen te moeten komen. Ik wil het zo graag weten. Ik zat er naast elke minuut dat Cells hart langzamer ging kloppen en dat hij er opeens mee ophield. Elke seconde, elke minuut en nu wil ik weten wat er toen gebeurde in de nacht van 14 op 15 januari.
'Mam.'
'Mm'
'Wannee gaan jullie die brief eindelijk eens open maken?'
'Als de tijd daar rijp voor is.'
'En als het iets ergs was? Dan zou ik...'
'Hou er over op Vio!'Ik loop naar de grote hal waar de trap ook is die naar boven leid. 'Dan niet!' Ik stamp de trap op.
Morgen komt Cell. Dan zal Cell in de huiskamer worden opgebaard. Ik ril al bij de gedachte. Ik pak ga naar mijn slaapkamer. Dat ook die van Cell is, of eigenlijk was want ze zal er nooit meer slapen. Ik ga op het bed van Cell liggen. Ik voel gekraakt onder het kussen. We hebben het bed nog niet opgeruimd. We hebben helemaal niks nog opgeruimd. Dat wou ik niet. Het gekraak lijkt op gekraak van papier. Ik haal de dekens en de kussens van het bed en ze daar een rosé kleurige envelop.
Voor Violinde
Staat er op in het sierlijke handschrift van Cell.
Ik maak de envelop open. En haal de brief die in dezelfde kleur is als de envelop uit de envelop. Ik begin te lezen:
Lieve Violinde, Lieve zus,
Ik heb sinds November 2007 last van mijn hart. Gewoon dat ik soms een ongelijke hartslag heb. Ik ben bang dat ik dood ga. Zelf kan je dat, denk ik, aan voelen. Vraag me niet waarom ik dit altijd voor iedereen verzwegen heb. Dat ligt gewoonweg té gevoelig. Maar dat ik het zelfs niet aan jouw heb durven vertellen is wel heel erg. Erg schandelijk. Jij bent altijd zo eerlijk. Zo lief. Zo goed. Zo mooi. Zoals iedereen moet zijn.
Als ik er niet meer ben hoop ik dat je niet volledig instort. Ik wil het beste voor je. Echt! Maar ik kan het niemand zeggen. Ik weet het ik breng jouw, pappa of mamma in gevaar. Dus nu je dit leest, hopelijk na mijn dood, ga dan naar de dokter samen met pappa en mamma. Laat jullie daar testen op een erfelijke hartziekte.BAM!
Dat sloeg in als een bom. "Een erfelijke hartziekte?!" Ik kan dus ook dood gaan? En pappa of mamma ook? Cell..? Wat wist jij? Wat?! Waarom heb je het niet gezegd? Zeg het! Zeg het! Zeg...het..!Ja, je zilt nu denken: "wat?" Maar ik heb wat op internet opgezocht. Het zou kunnen dat ik een erfelijke hartziekte heb, niet zeker maar het is mogelijk. Doe mij een plezier en zoek wel hulp.
Xxx ik mis je nu al je CellinePs. Er zit iets in de envelop dat voor jouw is en wat ik ook altijd om heb en wat ik waarschijnlijk nog steeds om heb. Ik wil dat jij het draagt en dat ik het draag in mijn graf.
Ik veeg wat tranen weg en Cell heeft zo te zien ook gehuild toen ze de brief schreef. Er zijn tranen op het papier gevallen want dat is te zien aan de rond opgedroogde rimpeltjes op sommige plekken en soms een uitgelopen letter.
Ik pak de envelop. Het valt me nu pas op dat deze zwaar is voor iets van papier.
Langzaam doe ik de envelop open en glimmend zilver iets. Het is een ketting. Niet zomaar een ketting nee, er zit een medaillon aan. Ik pak deze uit de envelop en houd hem voor mijn ogen. Ik herken hem. Cell draagt deze sinds eind November begin December.
Dus zij heeft er een, ik heb er nu ook een.Ik doe de medaillon open en zie Cell en ik als baby en aan de andere kant Cell en ik als 14 jarige.
Ik bewonder de foto's een hele tijd en dan doe ik hem weer dicht om hem vervolgens om mijn nek te hangen.
Ik klem hem in mijn handpalm en sluit mijn ogen.
JE LEEST
Ik ben hier!
Teen Fiction"Ik voel de traan langs mijn wang mijn nek in lopen. Het medaillon dat ik om mijn nek heb hangen klem ik stevig in mijn handpalm. Ik hoor ergens de stem van haar: 'Ik ben hier! Dicht bij jouw.' Dan zien ik wat ik nog lang niet wou zien." De tweeling...