Ik draai me langzaam om. Alles gaat in slowmotion. De ogen van Vio staan maar een millimeter of twee open en voor de rest ligt ze er precies zo bij als eerst.
Ik loop wankelt, omdat ik aarzel, naar het bed toe. Ik wil haar zo graag aanraken, gewoon even vastpakken! Maar ik durf het niet.
Ik ga weer op de stoel zitten.
'Vio het komt goed, ik ben bij je.'
Dan valt ze weer weg. Haar ogen sluiten en haar hand die begon te trillen wordt weer rustig.
Ik weet niet wat me overkomt. Wat is dit? Een spelletje? Speelt ze gewoon een spelletje met mij?
'Vio geef ff, hoe stom het ook klinkt, een teken.' Ik knijp hard in haar hand.
Niks, ze doet helemaal niks.
Wanhopig sta ik op. Het liefst wil ik haar slaan. Keihard in haar gezicht. Ze voelt het waarschijnlijk toch nauwelijks.
-
De volgende dag:
Na een slapeloze nacht moet ik toch weer naar school. Na schooltijd ga ik nog even naar het ziekenhuis.
Ik stap op de fiets en rij naar school. Ik knal mijn fiets nijdig in een van de fietsenrekken. De eerste bel is al gegaan.
'Heey bro!'
Ik kijk achterom. Het is Frank, mijn vriend en klasgenoot.
'Wanneer kom je weer eens gamen man!'
'Frank, ik heb geen tijd.'
'Hoezo niet? Wat is er toch met jouw?'
'Niks.' Ik pak mijn rugtas en loop richting de deuren van de school.
//
De Nederlands les is dodelijk saai. Ik kan mijn hoofd er ook niet bij houden.
'Cas, wil jij deze zin even ontleden?'
De boze toon van mevrouw van Aken laat mij opschrikken uit mijn gedachten.
'Uh wat?'
'Ik vraag of jij even deze zin wilt ontleden.'
'Uh nee, wil ik niet maar als u het graag wilt doe ik het wel even.'
Mevrouw van Aken zucht maar pakt dan wel het witte krijtje.
Bij de persoonsvorm liep ik al vast. Men! Ik kan ook helemaal niks, he!?
De bel gaat en snel pak ik al mijn spullen in. Als eerst ben ik het klaslokaal uit. Weg van deze vreselijke grammatica.
'Cas, wacht even. Ik wil met je praten.' Roept mevrouw van Aken mij na.
Ik zucht en sjok terug naar het klaslokaal. De kinderen druppelen langzaam naar buiten en ik ga zitten op een random stoel. Geen zin in te blijven staan.
Als iedereen weg is begint mevrouwen van Aken te praten.
'Ik begrijp dat je het lastig hebt, Cas. Maar je moet nu wel een voldoende gaan halen voor dit proefwerk. Anders sta je zometeen een onvoldoende voor de tweede periode. Snap je dat.'
Ik knik. Natuurlijk snap ik dat maar daar ligt mijn focus nu niet echt op.
'Je staat nu een vier, afgerond. En dat is naar boven afgerond.'
'Mevrouw van Aken, ik begrijp uw frustratie maar ik ga hier toch even niet mijn aandacht op richten.'
Schot in de roos! Mevrouw van Aken knijpt haar lippen op elkaar.
'Ik spreek je morgen weer en wees maar niet bang dat ik dit niet doorgeef aan je mentor.'
Ik glimlach, sta op en loop snel het lokaal uit.
De rest van de dag gaat moeizaam vooruit. En als de laatste bel geklonken heeft weet ik niet hoe snel ik moet opstaan. Zonder nog naar mijn kluis te gaan ren in naar mijn fiets en fiets naar het ziekenhuis.
Het is een half uurtje fietsen maar ik heb het er voor over. De frisse wind doet me goed en als ik lekker doortrap ben ik er zo. Ik heb mijn oortjes in waar de stem van de zanger van Dangerous doorheen schreeuwt. Hierdoor fiets ik sneller. Ik voel de spieren in mijn kuiten. Het geeft gek genoeg een kick. Een heerlijk gevoel dat ik niet meer los wil laten. Maar als ik het ziekenhuis zie wil ik zo snel mogelijk daar zijn en stoppen met fietsen.
//
Haar hand is zacht maar hij is koud en het voelt alsof ze dood is. Ik weet dat het niet zo is maar toch. Ik ben bang. Die erfelijke hartziekte, kan ze dit wel aan?
'Vio, nu jij hier zo ligt is alles veranderd. De baby, ik denk er elke minuut aan. Het is en grote puinhoop geworden. Dat was helemaal niet de bedoeling! Kan je weer terug komen? Kan je het je zelf vergeven? Dan vergeef ik het jouw, of eigenlijk heb ik dat al gedaan.'
De ballon is nu nog leger dan eerst. Dat is wel sneu eigenlijk. Vio zou nooit meer zien hoeveel ik van haar hou door middel van deze ballon. Ik had gehoopt dat ze wakker was, ik wist wel dat het niet zo was maar ik had hoop dat ze wakker werd.
Ik loop naar de kraan die boven de wasbak in het kleine kamertje hangt. Ik heb dorst. Ik was drinken vergeten mee te nemen naar school en ik had geen geld mee genomen, dom! Ik vul een glas en drink het water gulzig op.
-
Het huis is kil en de verwarming staat zo te voelen niet aan. Het is dan wel al bijna lente, dat betekend niet dat het zo warm altijd is! Ik loop naar de thermostaat. De verwarming is inderdaad uit. Ik draai de knop naar rechts en zet hen op 15 graden.
Ik moet nog huiswerk maken maar daar hen ik even geen zin in. Mijn hand tintelt nog steeds van toen ik haar hand aan raakte. De hand van Vio was zo koud. Met tegenzin pak ik mijn schooltas en haal mijn boeken eruit. Wiskunde, zo saai! Na drie sommen stop ik even. Het lukt maar niet, concentreren is zo lastig! En ik had alle drie de antwoorden ook fout, dus! Dit heeft toch helemaal geen zin zo? Ik pak het antwoordenboek en begin met overschrijven van de opgave. Kijk dit gaat lekker makkelijk. Het kost misschien een beetje meer tijd maar strafwerk kost nog meer tijd.
Boven me hoor ik een stofzuiger. Cosia is bezig de kamer van Vio schoon te maken. Dat is een hele klus! Dat bloed blijft echt werkelijk overal aan plakken!
Ik zucht.
JE LEEST
Ik ben hier!
Teen Fiction"Ik voel de traan langs mijn wang mijn nek in lopen. Het medaillon dat ik om mijn nek heb hangen klem ik stevig in mijn handpalm. Ik hoor ergens de stem van haar: 'Ik ben hier! Dicht bij jouw.' Dan zien ik wat ik nog lang niet wou zien." De tweeling...