Heey lieve lezers,
Het spijt me dat ik al zo lang nii meer geschreven heb. Ja eigenlijk had dit stukje bij 35 gemoeten maar dat ben ik vergeten. Ik hoop dat jullie dit extra lange hoofdstuk als een sorry zien. Ik hoop dat jullie het leuk vinden.Mijn zusje zegt dat ze het een beetje langdradig gaat vinden. Voornamelijk de hoofdstukken die ze er eentonig vind. Vinden jullie dit ook. Laat het weten in de reacties, dan kan ik er iets aan doen. Anders weet ik niet of ik het boek nog wel verder moet schrijven. Ik vind het in ieder geval wel leuk of spannend of interessant zo dus ik ga nog lang niet stoppen!
XXX linde-
Ik dep de snee af met een nat keukenpapiertje. Het mes waar het bloed nog aan zit spoel ik af onder de kraan. Ik plak een priester op mijn been en laat mijn broekspijp weer naar beneden zakken. Het is weer gebeurt. De derde snee al deze dag! Ik schaam me dood maar niemand mag het weten...
Snel leg ik alles weer op zijn plek. Ik zie in en flits de vele littekens op mijn arm. Ze zijn rimpeling en rozig van kleur. Onder mijn borst zit er ook een, een hele grote zelfs! Op mijn benen ook of in ieder geval komen die er.
Ik zit lekker op de bank een een of ander tv-programma te kijken als ik een kusje op mijn wang voel. 'Heey schatje.' Cas geeft nog en paar kusjes. Het doet me pijn om hem steeds hier te zien. Normaal gesproken zou ik dat heel fijn vinden maar er zit een reden achter. Die reden is pijnlijk. Thuis is voor Cas Thijn en hij wil Thijn niet zien dus komt hij maar hier. We zijn al een maand verder. De achtste maand alweer! Mijn buik is al zo groot. Vele krampen en 's nachts op je zij liggen of op je rug maar het is gewoon vreselijk, zo'n toeter!
'Hoe was je dag?'
'Goed,'Cas staat op en loopt naar de keuken,'Wil jij ook iets te drinken?' Ik knik.
'Morgen weer naar school. Zit je ertegen op?' Ik schud mijn hoofd. 'School is wel oke, af gezien van al die vragende blikken. De leraren die je ernstig aan kijken met een blik vol medelij en leerlingen die zacht met elkaar fluisteren.'
Cas knikt begrijpelijk, hij is vaak aangesproken door klasgenoten. Zijn. Vrienden vinden het maar vies. Andere vinden hem zielig dat ik het niet heb weg laten halen. Kortom; de meeste mensen stoten ons van zich af om maar niet bij deze "smerige" te horen.
Trouwens de zomervakantie is al voorbij. Zowel Cas als Thijn als ik zijn blijven zitten. Niet zo gek eigenlijk. We hebben allemaal een half jaar school gemist. Huiswerk niet af en veel toetsen gemist. Ik stond zelf bijna over onvoldoende voor en daar kwam dan ook eens bij dat ik voor het einde van het schooljaar in coma lag. De nieuwe klas spuugt me ook zo'n beetje uit of vind me zielig. Gelukkig is het eind Augustus en ben ik bijna af van deze hel!
'Jammer dat ik gister niet mee kon. Hoe was het?' Cas geeft mij een glas met appelsap.
Gister moest ik naar de jeugdzorg. Daar ben ik wel vaker heen geweest maar door de coma gingen er wel twee gesprekken niet door en daarom moet ik ze nu inhalen. De controles werden natuurlijk wel uitgevoerd maar het mentale proces konden ze natuurlijk niet achter halen. Daar komt bij dat ik waarschijnlijk geen mentaal proces had toen ik in coma lag. Gelukkig ben ik uit die coma die het allemaal nog ingewikkelder heeft gemaakt. Gelukkig is het nu iets meer normaal maar op dit moment wou ik dat álles gewoon weer normaal was.
Een dag eerder:
Ik loop het gebouw van de jeugdzorg in. Aan de balie meld ik me. Mijn moede gaat alvast op een van de wachtstoeltjes zitten. Ze zucht als ze de posters met lachende baby's en voorbehoedsmiddelen weer ziet. Als ik naast haar ga zitten staat ze op. 'Ik ga even naar het toilet.'
Na een paar minuten komt er een mevrouw binnen. Nausicaä, ik ben haar vaste klant. Ik praat altijd met haar en zij heeft ook bijna al mijn echo's gemaakt. Ik en mijn moeder lopen achter haar aan naar haar kamer. Ze gaat achter haar bureau zitten. Mijn dossier ligt al op haar bureaublad. Ze slaat deze open. 'Nou, Violinde, hoe is het nu met je?'
'Goed, zover het goed kan gaan.'
'Aah, zoals altijd dus?'Nausicaä is echt mijn steun en toeverlaat. Het liefst vertel ik haar over het voorval met het broodmes. Ik durf het niet.
'Ja, eigenlijk wel.' Ik bijt op het randje van vinger. Het ilt zit er eigenlijk niet meet op, alles er al afgebeten. Een stom zenuwtrekje.
'En je vriendje? De vader, hoe gaat het met hem?'
'Vast goed. Hij komt vaak langs.'
'Nou,'mijn moeder mengt zich in het gesprek,'Cas heeft wel problemen. Dat is de reden waarom hij de hele tijd bij ons over de vloer komt.'
'O,'Nausicaä kijkt mij aan,'weten jullie wat er speelt?'
'Umh... Ja.' Geef ik toe. Moet ik nu ook al liegen tegen Nausicaä?
'Wat dan?' Nausicaä klinkt nieuwsgierig.
'Ik wil het hier liever niet over hebben.' Ik bijt nog iets harder dan dat ik al deed. 'Auw!' Mompel ik. Net iets té hard gebeten.
'Mag ik ook iets met u bespreken?' Mijn moeder is helemaal rood geworden. Van boosheid of van verwarring?
'Natuurlijk.' Nausicaä richt haar blik op mijn moeder terwijl ze haar handen in elkaar vouwt.
'Nou, misschien wil Vio het daar niet over hebben maar ik wel. Ik zit er namelijk heel erg mee. Thijn, de tweelingbroer van Cas, is waarschijnlijk een beetje verliefd op Vio geworden of iets dergelijke. Toen hij haar probeerde te zoenen heeft hij met een broodmes op haar ingestoken. Haar been, daar zit nu een joekel van een litteken. Nou u begrijpt wel dat Cas boos op Thijn is. Nu beweert die Thijn ook nog eens dat Vio zichzelf heeft gesneden. En Vio wil geen aangifte doen! Ik vind dat dit bespreekbaar gemaakt moet worden. Ik wil dat die jongen de cel in gaat!'
De laatste woorden maken dat ik in huilen uitbarst. "De cel" doet me denken aan Cell. Zelfde uitspraak... Maar het ergste is dat Thijn dan onschuldig achter de tralies zal zitten!
Nausicaä stapt achter haar bureau vandaan en vraagt wat ze kan doen. 'Ik wil even met z'n tweeën praten.' Snik ik. Als mijn moeder de deur uit is begin ik te vertellen. Ik vertel voor het eerst de waarheid!
'Och meissie toch!' Vol verbazing kijkt Nausicaä mij aan. Ik dep mijn natte wangen af met een tissue. 'Wat moet ik nu doen?'
Ik zie aan Nausicaä dat ze het nu niet weet of niet zeker weet. 'Mijn plicht is om te zeggen "zeg de waarheid" maar in dit geval is de waarheid misschien... Of hoe zou ik het zeggen. De waarheid kan gevolgen hebben. Grote gevolgen, zware gevolgen. Waarschijnlijk ook voor de baby...'
'Je bedoelt, dit denk ik namelijk ook, dat hij niet bij de geboorte zal willen zijn. Dat hij het kind niet zal willen zien. Dat hij mij niet zal steunen als het gaat om het kindje.'
Nausicaä knikt.
'Ik heb wel een oplossing, het is alleen wel moeilijk om... Ik wil alleen maar zeggen; ik kan het zo moeilijk verdragen om, nou ja, om het te verzwijgen voor hem.'
'Snap ik.'
'Ik kan het natuurlijk zeggen ná de geboorte. Dan zal de klap misschien iets zachter aan komen.'
'Ik weet het niet,'Nausicaä fronst met haar voorhoofd. Diepe rimpels komen tevoorschijn. 'Ik zou bijna zeggen "doen" maar misschien is eerlijkheid wel beter.'Weer thuis op de bank; vandaag:
De vraag waar ik dus mee worstel. Moet ik het zeggen. Ik nip van mijn drankje. Cas krijgt een appje. Hij kijkt geërgerd als hij het leest. 'Van wie?' Vraag ik nieuwsgierig. 'Wat denk je?' bromt Cas,'van Thijn.' Hij knijpt geërgerd in mijn hand die hij al de hele tijd vast heeft. 'Auw!' Mompel ik en trek mijn hand los. 'Sorry.' Cas wrijft over mijn bolle buik. 'Bizar dat ik vader ben over een maandje!' 'Je bent al vader,'zeg ik,'maar van een ongeboren kind, jouw ongeboren kind.'
JE LEEST
Ik ben hier!
Teen Fiction"Ik voel de traan langs mijn wang mijn nek in lopen. Het medaillon dat ik om mijn nek heb hangen klem ik stevig in mijn handpalm. Ik hoor ergens de stem van haar: 'Ik ben hier! Dicht bij jouw.' Dan zien ik wat ik nog lang niet wou zien." De tweeling...