3

32 2 4
                                    

Het was oneerlijk hoe betoverend maar tegelijkertijd angstaanjagend iemand kon zijn. De gouden ogen van de spreekstalmeester gloeiden met magie, de mensen schoven aan de kant voor hem terwijl hij recht mijn kant op liep. Met een hand op zijn hoed en de andere om zijn staf, liep hij vol zelfverzekerdheid. Mijn sandalen konden niet van het zand afkomen, mijn lichaam bevroor bij de strakke blik die hij droeg.

Ik moest hier weg.

Nashers voet schoot nog net onder het doek weg toen ik me omdraaide, de jongens zouden vast al naar buiten gegaan zijn. Ik moest hun voorbeeld zo snel mogelijk volgen. Mijn mahika laaide op, wanhopig maakte ik de illusie van een lege plek op mijn positie hopend dat het me genoeg tijd gaf om te ontsnappen.

De gigantische tribune schoof opzij door een onzichtbare kracht met een simpel handgebaar van de jongeman, fel licht verblindde me. Ik hield mijn adem in, hij hoorde me niet te kunnen zien. Niemand kon door mijn laag magie te kijken.

De jongeman keek rond, zijn bruine krullen draaiden mee terwijl mensen achterom keken om te zien wat hij aan het doen was. Mijn hart racete terwijl ik een paar stappen naar achteren zette buiten zijn bereik, bang dat hij me op een manier toch kon opmerken.

'Vreemd, ik zou zweren dat...' Hij draaide zijn stok in zijn handen en het moment dat hij een verslagen zucht liet klinken, kregen mijn longen weer lucht. Zijn gouden ogen flikkerden en hij zette zijn stok diep in het zand. Ik schuifelde richting het doek met loodzware voeten, ik moest weg. 'Daar ben je.'

Hij greep me abrupt bij mijn pols. Ik slaakte een kleine gil terwijl warmte me overspoelde. Mijn mahika botste met de zijne, zette mijn lichaam in vuur en vlam terwijl de wereld onder mijn voeten afbrokkelde. Angstig kneep ik mijn ogen dicht, het moment vrezend dat ik de ondergrond zou raken.

In plaats daarvan plofte mijn rug zachtjes in een veld vol gras, de klap sloeg alle lucht uit mijn longen, maar het was niet zo erg als ik gedacht had. Sprietjes kietelden tussen mijn tenen en een heldere blauwe lucht verwelkomde me. Hier en daar waren wolkjes die er zachter uitzagen dan het zijde dat de rijkelui droeg. De zon op mijn gezicht was hier niet zo ondraaglijk als in Eyniv, waarin we na een tijdje de verlossing van de schaduw moesten vinden voor de zonnestralen onze huid droogden tot die van slangen. Het rook fris, naar regen en natte aarde, naar bloei en pracht.

Ik kon hier voor altijd liggen, het was hier perfect.

Perfect op het feit na dat mijn pols nog steeds werd vastgehouden. Zwijgend kwam ik overeind, de bries sneed door mijn kleren en gaf me kippenvel terwijl ik keek naar het dode gewicht aan mijn arm. De spreekstalmeester zat lui voor zich uit te staren, zijn hand zo strak rond mijn pols dat er rode afdrukken achterbleven. Zijn hoge hoed lag naast hem en hij keek naar de verte waar de aarde en hemel elkaar tegenkwamen. Het was hier vlak, niks om de horizon te verbergen. De jongeman zuchtte hoofdschuddend.

'Illusie mahika?.' Mijn lichaam verstrakte bij zijn ijzige stem, normaal riep hij luid door het circus, maar nu klonk hij onverschillig. 'Vandaar dat niemand doorhad dat jullie er waren.' Zijn gouden ogen gloeiden en ik wist zeker dat de mijne dat ook deden. Hij had op een manier mijn magie onder zijn controle, hoe hard ik ook mijn best deed om de illusie te veranderen, niks gebeurde. Hoe diep ik ook groef in de put van mijn magie.

'Jij hebt ook mahika.' Het was eng hoe mijn magie niet meer naar me luisterde, het vloeide nog steeds door me heen, maar het was onder de betovering van deze man. Als hij me zou bevelen te sterven, zou mijn magie dat doen voor hem. De jongeman knikte, zijn witte kleren hadden bruine vlekken van de aarde.

'Dat klopt.' Hij zwaaide zijn vrije hand rond naar het grasveld. 'Het lijkt erop dat je illusies gebaseerd zijn op wat je hebt gezien, je kan ze niet zelf maken.' Ik klemde mijn kaken op elkaar, hij probeerde uit te vogelen hoe mijn krachten in elkaar zaten en ik wilde hem zijn gelijk niet geven. De jongen merkte het, maar keek ongeïnteresseerd weg.

Reflectie || ONC23Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu