Wat was het leven zonder magie?
Een vraag die me wel eerder gesteld was door de kinderen. Ze waren altijd nieuwsgierig hoe het zat met mijn leven als ik geen magie had. Vaak had ik vol zelfverzekerdheid geantwoord dat zelfs dan ik het beste van mijn leven zou maken, maar dit vertrouwen in mezelf bloeide uit het feit dat ik nooit had gedacht dat mijn mahika me afgenomen zou worden.
Tot nu.
Dag in en dag uit bleef ik bij het circus, kijken naar de voorstellingen op een veilig afstandje op de tribune. Rhen had de eerste paar keren gevraagd waarom ik niet zoals gewoonlijk naast hem kwam staan, maar ik alles wat ik leek te doen was voor mijn gevoel verkeerd. Misschien was het omdat elke keer wanneer we oogcontact maakten, schuld mijn hart doorboorde met hoe erg mijn vingers tintelden naar het gebruiken van mahika.
Wanneer ik naar de voorstellingen staarde, leken ze minder magisch dan eerst. Het was alsof ze hun kleur aan het verliezen waren waardoor ik minder onder de indruk was. Het publiek had nog altijd dezelfde enthousiaste reactie en ik klapte mee wanneer zij dat deden, maar het voelde alsof ik een mol was in hun midden. De verveling hielp me er ook niet bij, ik zat vast binnen de doeken van het circus en er was niks te doen. Rhen had me een paar keer de opdracht gegeven om de tribunes schoon te maken toen ik aandrong dat ik iets wilde doen, maar taken waren er vaker niet dan wel.
Rhen was aan het zoeken naar een behandeling, maar ook hij leek steeds gehaaster, alsof de tijd aan het tikken was. De wallen onder zijn ogen werden steeds groter en vaker vond ik mezelf zonder hem op de bank in de ochtend. Hij had talloze ingrediënten gehaald waarna hij verdween naar de achteringang van het circus de laatste dagen, maar tot nu toe kwam hij nog niet met een resultaat.
Met de dag groeide het verlangen om mijn magie te lossen. Het vulde me op tot aan het randje van mijn keel, waardoor op een gegeven moment zelfs eten niet meer in mijn lichaam paste. Rhen keek me bezorgd aan toen ik het naanbroodje na een paar miezerige happen weer neerzette, overtuigd dat als ik nog een paar happen zou nemen dat het er weer terug uitkwam. Elke keer ging ik vroeg slapen, hopend dat ik de volgende morgen me wat beter voelde.
Nog een leugen waarin ik geloofde.
~***~
Op een moeizame nacht wekte mijn misselijkheid me nadat ik maar een paar minuten geslapen had. Rhen , schoof ik onder de armen van Rhen vandaan. Het zand was koel op mijn voeten en ik sloop richting het tentdoek. Ik ging niet vaak buiten het circus, maar mijn voeten brachten me naar de dichtstbijzijnde zandduin om onder de sterrenhemel te staan. De lichtpuntjes in de hemel waren een troost voor me, ze bevatten allerlei oude herinneringen die me keer op keer deden realiseren waarvoor ik dit deed. De koude lucht ankerde me aan het zand terwijl ik naar de felste ster in de lucht keek.
Met mijn handen in de lucht deed ik net alsof ik de ster kon vangen, ik greep en graaide.
Tot ik hem echt vasthad.
Het bolletje licht in mijn handen was witheet en ik drukte het tegen mijn borstkas aan als een schat. Mijn vingers schroeiden weg onder zijn warmte en mijn arm was aan het kloppen door de hitte er omheen. Het trilde en zong zijn sterrenlied. Ik lachte zacht, de ster draaide mijn armen rond alsof het dans was. Het leefde.
Net als ik.
De sterren in de lucht begonnen te dansen. Ze cirkelden om ons heen als een meteorregen en ik liet de ster me verder leiden. Het trok me heen en weer op een rustige manier en ik volgde ze met plezier. Voor even vergat ik alles, de pijn en de misselijkheid. Met gesloten ogen genoot ik van de wind door mijn haren en van de zandkorrels tussen mijn tenen. Ik was gewichtloos als een ster.
Twee armen trokken me uit mijn dans, de ster viel op het zand met een dof geluid. Een zwart geblakerde stok stak uit het zand waar de ster terecht kwam. Rhen hield me vast bij mijn middel, haast buiten adem. 'Nyra...' De teleurstelling in zijn stem zei genoeg, mijn blik ging naar gloeiende ster in het zand, naar de sporen die mijn dans ermee had achtergelaten. Het was een illusie, een product van mijn eigen krachten.
Ik deed het alweer.
Ik had mezelf laten meesleuren in de stroming van de draaikolk.
Mijn handen gloeiden van de opgebrande stok die ik net vasthield, ergens had ik een vuurtje weten te steken en in mijn handen gehouden tot mijn vingers onder de blaren zaten. Het was geen ster, ik was niet vrij.
'Het spijt me.' Mijn stem brak en ik liet mijn hoofd hangen. Mijn haar verborg mijn betraande gezicht. 'Ik weet niet waarom het me niet lukt, sorry.' Ergens wisten we allebei dat het erop aan zat te komen. Hij had me al vaker een bezorgde blik gegooid en mijn handen waren uit zichzelf weleens gaan bewegen. Mijn mahika had een wil en ik wist niet of ik de energie had om het tegen te houden. Ik was moe.
Ik was een lafaard.
'Het is oké,' mompelde Rhen die me vasthield. Zweet parelde op zijn voorhoofd en ik wist dat het niet goed was. Dit was verre van goed.
'Ik weet niet of ik het kan,' fluisterde ik dan, mijn handen graaiden door mijn haren tot ik een volle bos tussen mijn vingers geklemd had. 'Ik weet niet of ik dit wil.' Mijn stem was hees met elk woord dat ik uitsprak. Toen Rhens gebroken blik tevoorschijn kwam, brak het mijn hart in tweeën. 'Ik weet het gewoon niet, ik weet het niet. Wa-'
'Je kan het,' fluisterde hij dan. Rhens stem kietelde mijn huid en het was de enige sensatie die nu nog voelde. Zijn lippen drukten een kus tussen mijn wenkbrauwen als een teken van aanmoediging. 'En of je het wilt is aan jou, maar ik zal hier voor je zijn.'
Tranen welden op. Hij had het al zoveel vaker gezegd, maar toch had ik de bevestiging nodig. De bevestiging dat iemand aan mijn zijde stond terwijl ik instortte. Ik greep zijn jasje vast, trok hem tegen me aan met een snik. 'Het spijt me.' Ik moest geen mahika meer gebruiken. In ieder geval niet tot Rhen een behandeling had. Ik moest mezelf eraan herinneren voor wie ik dit deed, om mijn familie en Rhen geen pijn meer te hoeven doen. 'Ik ga het proberen, écht.'
De ster in het zand verdween, net zoals al het gevoel in mijn lichaam. 'Ik weet het, ik weet het,' mompelde Rhen, maar hij leek zichzelf te moeten overtuigen waardoor mijn hart naar mijn tenen zakte. Hij praatte niet meer met de overtuiging als eerst. Angstzweet rolde over mijn rug. Voor ik het wist greep ik naar de jas van Rhen, trok hem dicht tegen me aan zodat hij me niet verliet.
'Deze keer gaat het lukken, echt waar.' Een stilte trok over ons, voor hij zijn hand op mijn achterhoofd legde en me omhelsde.
'Ik weet het, ik ben gewoon erg moe. Ik ben hier voor je.' Rhen leunde zijn hoofd op de mijne en mijn racende hart kalmeerde na het horen van zijn woorden. Dit zou moeten lukken, ik kon niet meer meegesleurd worden met de regressie, met de roeping van mijn magie.
Dat moest me lukken.
Ik kan dat.
Ik kan dat.
Ik kan-
JE LEEST
Reflectie || ONC23
Fantasy2e plek ONC' 23 "Alle mensen met magie zullen op den duur hun gezonde verstand verliezen, tot ze geen mens meer genoemd kunnen worden. Wanneer Nyra te horen krijgt dat een van haar beste vrienden langzaamaan gek wordt, besluit ze het onmogelijke te...