-|| 16 || Kruisverhoor

94 5 2
                                    

"Jane, kan je ons in godsnaam uitleggen wat er aan de hand is?" Had mijn vader gevraagd, maar ik had geen flauw idee hoe ik moest antwoorden. Ik kon oogcontact met hun maken, maar meer kreeg ik er niet uit. Wat vertelde ik hun? De waarheid? Mochten ze deze zelfs weten? Ik voelde me verdwaald in mijn eigen hoofd.

Plots voelde ik Max' hand aan de mijne, zacht liet ik hem toe om de mijne vast te nemen. Ik zuchtte en liet zijn grip op mij me overnemen, de warmte door me vloeien. "Dit is Max, ik heb hem leren kennen toen ik in Parijs was, samen met Finn," het verbaasde me dat ik al zover was geraakt in mijn woorden. Ik zag beide hun ogen ping-pongen tussen ons twee, duidelijk proberend om de gaten die ze nu hadden in ons verhaal al op te vullen. "Hij heeft ons begeleid toen we in Parijs waren en me geholpen toen het op het einde... moeilijk ging," ik probeerde geen herinneringen op te roepen, maar ze vloeiden al van veraf. Alles wat zij wisten was dat ik door rookinhalatie in het ziekenhuis belandt was, niet door hem. "... en nu is hij hier," schoot ik er nog achter, niet dat het meer hielp met mijn uitleg.

Mijn vader richtte me tot Max, waarvan ik zijn ogen een tijd in me had voelen branden. "Dat verklaart niet waarom jij hier nu met een schotwonde zit," hij was duidelijk niet opgezet met hem, zijn stem liet horen dat hij veel emoties naar beneden duwde. Ik wist dat hij niet wilde uitvliegen, maar hij was duidelijk niet oke met de situatie. "De schotwonde was een misverstand met alle gevolgen nadien," zijn stem klonk terug zoals ik hem herkende, warm. Ik voelde hem zachtjes in mijn hand knijpen, ik wilde dat ik schouder aan schouder met hem kon zitten. Mijn vader had een blik naar Joshua geschoten, alsof hij zijn input wilde, maar hij gaf niets prijs. Hij had dit zaakje al uitgevogeld en wilde duidelijk dat wij het hier op een schotel gingen presenteren.

"Een misverstand? Zoiets gebeurd niet zomaar," sprak mijn vader stevig terug," en wat was dan je bedoeling om naar hier te komen?" Max keek voorzichtig naar me, en terug naar mijn ouders. "Ik maakte me zorgen om haar, ik had via via gehoord dat het niet al te best met uw dochter ging," zijn stem klonk plots fragieler, misschien niet voor het gewone oor, maar ik wist hoe hij sprak. Dit raakte hem.

"Een welnesscheck veroorzaakt geen melding bij de federale politie," blies mijn vader achter hem aan, "antwoorden ben je hier niet aan het geven, vriend." Ik slikte dik en keek naar Max, die even zijn woorden kwijt was. "Het is complex, papa," mijn stem was zwakker als ik had gewild, mijn oogconcact afdwalend. "Neem je tijd, dan," sprak mijn moeder voor het eerst op haar vaste geruststellende wijze. Ik wilde spreken, maar ik wist niet hoe. Ik wist niet hoe ik dit in een conversatie kon gieten, ik wist zelfs niet welke woorden hier wel mochten vallen. Een stilte daalde op ons neer, angst borrelde steeds hoger op. Hem als een vakantieliefde voorstellen zou hem enkel sneller de deur uit schieten en dat verklaard zijn wondes niet.

"Kijk, ik wil hier niet meer van weten, op 2 dagen tijd zitten er hier 2 volwassen mannen binnen waar wij nog nooit van hebben gehoord, eenmalig met schotwonde en buiten bewustzijn op onze vloer," hij was rechtgestaan, een vuur brandde achter zijn ogen," ik weet niet uit welk milieu je komt, maar ik eis dat u mijn dochter met rust laat voor ik meer als alleen de federale politie achter je aan reig." Max had zijn zitpositie aangepast, alsof hij nu ook fysiek klaar was om de verdediging in te gaan. "Sorry, maar meneer en mevrouw...-," hij stopte om aangevuld te worden. "Whaley," stak mijn moeder hem toe en mijn vader schoot haar een blik alsof ze net een staatsgeheim had gedeeld.

Voor Max mijn achternaam in de mond kon nemen, bleef hij haken. Zijn zin verviel, en hij startte een nieuwe: "Whaley, als in van Maanvloed?" Ik draaide me naar hem, waar had hij het nu over?

Wanneer ik naar mijn ouders keek, werd deze reactie nog minder logisch. Een angstige herkenning glansde over hun beide. "Wat zeg je nu?" Vroeg mijn vader traag, praktisch in de war. "Maanvloed, le pack sans âme, toch?" Mijn vader keek driftig naar mij en dan terug naar Max. Max gaf daarentegen opeens een ander aura af. Iets met rust, wat volledig misplaatst leek te zijn in deze situatie.

"Luister vriend, ik weet niet wat jij hier nodig vindt om te verkondigen, maar-," Max viel in," ze weet het, meneer Whaley." De schock op zijn gezicht was nog zwaarder als ervoor. Ik probeerde iemands oogcontact te vangen, maar niemand gunde het me. Ik begreep er de helft van, ik wist niet hoe mijn ouders zouden reageren, maar ik dacht zeker niet dit?

"En waarom zou je zoiets nu zo onhandig delen met een mens?" vroeg hij dan stil, alsof de lucht uit zijn longen hem ontnomen werd. Max leunde naar achter in zijn stoel, hij hield de stilte even aan. Dan, voor ik hem kon stoppen, hees hij onze handen samen op tafel. Gevlecht samen vielen ze op het tafelblad, in het zicht van mijn ouders. En mijn ouders kennende, was dit een doodswens; zeker voor mijn vader. Dit is waarschijnlijk de enige keer dat ik Max had willen vervloeken. Ik boordde mijn ogen de tafel in terwijl hij terug sprak:

"Omdat zij mijn zielsverwant is, meneer Whaley,".


HMM HMMM HMMMM WAT IS ME DIT NU

Meisjes van AntwerpenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu