-|| 8 || Vinden of gevonden worden

347 30 7
                                    

- PARIJS -
23 mei || 14:18

Dit was niet de eerste keer.

Niet de eerste keer dat hij zich door de gangen haastte met het gevoel dat bij elke stap die hij richting zijn bestemming zette, de muren verder op hem in leunden. Zijn zicht werd hem deels benomen door een wazigheid waar hij het origine niet van kende, of toch niet helemaal. Zelfs die verdomde das, die hij preventief niet meer durfde strak te knopen, nam hem al snel bij de keel. Tussen zijn oren ruiste alleen zijn ademhaling, verzwaard alsof hij al 9/10de van een marathon had doorstaan en bijna aan de finish was. Zijn voetstappen dreunden hier ook nog bij, echoënde in zijn — zwaarbeladen — hoofd.

Daar dwaalde maar enkele gedachten prominent door, meerdere die uit automatisme genegeerd werden. Anderen, zoals diegene die hem nu zo door de hallen liet vliegen, hadden hem praktisch overgenomen. Hij kon —letterlijk en figuurlijk— niet meer stil staan bij zijn omgeving; iets waar hij al lang de controle over kwijt was.

"Dat was een mooie speech die u heeft geleverd, Alfa," De woorden leken wel van de schilderijen op de muren te komen, maar een seconde nemend om zich om te draaien was genoeg om het werkelijke origine van de stem te vinden. Alfa Max moest wel stoppen in zijn sporen, ondanks hij de neiging had om een gat door een muur te breken; puur om deze conversatie snel tot een eind te brengen.

"Bedankt, Cavolus," de woorden kwamen er met moeite uit, ondanks hij nog minuten geleden zijn spraak op een perfect tempo kon leveren. Alle controle die hij had opgebouwd voor dat kwartier in het oog van het publiek, was weggesmolten met het moment dat applaus de bijeenkomst had afgesloten. Hij moest hier weg, zo snel mogelijk ergens zijn waar hij het risico op een confrontatie kon vermijden. Voor de duidelijkheid: zeker niet waar hij nu is.

"Ik moet zeggen Alfa Maximus, ik had weinig vertrouwen in u met wat uw vader zalige nog aan het licht had gebracht, maar—" Max moest zijn ogen sluiten om niet op dat exacte moment een gat in het parket proberen te stampen en zichzelf te laten verdwijnen in een parallel universum waar Cavolus doof, stom en blind was. Wat die zak daarna nog zei, die informatie was niet meer binnengekomen. Het enige dat hij zeker weet, is toen hij zijn weg langs hem kon slaan en zijn eigen slaapkamer binnengedrongen was, er van hem niet veel meer over was,

Ook al was er niet veel meer om mee te beginnen.

- ... -

Er leek wel een andere film in de dvd-speler van mijn leven gestoken te zijn; het feit dat ik überhaupt een oog dicht heb kunnen doen die nacht, is een mysterie klaar voor ontleding. Ik was natuurlijk ook vroeg op die ochtend, de spanning kon zelfs een nachtmerrie niet verwerken. Ik had het ook al meerdere keren in vraag gesteld of vorige avond wel in deze realiteit was gevallen, maar hoe bizar het allemaal is, niets had me kunnen voorbereiden op wat er nog zat aan te komen.

Ik sprong praktisch uit bed, niet met de intentie om naar school te gaan, ondanks het uur die optie ideaal maakte. Wetende dat mijn ouders al vroeg moesten vertrekken vandaag, samengaande dat ze Tessa al hadden afgezet bij een vriendin zodat ze op tijd bij haar lessen geraakte, gaf me het perfecte tijdopening om me te herpakken. Ik zocht me de snelste broek waar ik me in kon steken en een trui, de badkamer was volledig uit mijn routine gevallen. Mijn hoofd sloeg op hol; maar niet op dezelfde manier als het de vorige maanden was geweest. Er leek wel ruimte gekomen te zijn, ruimte die meer zuurstof leek te schenken.

Het was een snel ontbijt, een stuk fruit in de mond en enkele ongeduldige secondes wachten op de koffiemachine. Hetgeen waar ik met nog meer moeite op wachtte, was een teken des leven van Finn. Hij had blijkbaar nog tot middernacht het openbaar vervoer moeten uitzoeken om bij een hotel te geraken, wetende dat als mijn vader hem zelfs in onze logeerkamer vond, er niet veel meer dan en van zijn lijk zou overblijven. Ik voelde me in de eerste plaats enorm schuldig, zeker sinds hij nog niet eens wist waar zijn jeep naartoe was gebracht èn hij sowieso in een gat van extra kosten was gevallen, maar bij zijn trotse vertoning van een kredietkaart – blijkbaar in de naam van Max geschonken voor noodgevallen – was het glunderend lichtje in zijn ogen groot genoeg om dat gevoel weg te eten.

Meisjes van AntwerpenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu