19. Je bent Metkayina

44 1 4
                                    

"Payìva, I see you." zegt Neteyam.
Ik omhels hem en begin te huilen.
"En...We weten het nog niet zeker, he. Of we weg gaan..." fluistert hij.
Ik veeg een traan weg. "Pleas, blijf." fluister ik.
"Ik doe mijn best." zegt hij terug.

~

"NEE! Dat meen je niet!" zegt Tsireya.
Ik knik snel.
"Nee, nee, nee, nee. Dat mag niet. Ze zijn Metkayina nu! Ze mogen hier niet weg." zegt ze.
"Dat zei ik ook al. Maar ze willen hun oorlog niet hier houden." zeg ik.
Ze kijkt me met grote ogen aan.
"Willen ze andere Avatar-Clans hiermee dan wel lastig vallen?" vraagt ze. Haar stem gaat omhoog. Ze loop een beetje in rondjes om me heen.
"Maar ze weten nog niet zeker of ze weg gaan." zeg ik. Dan kijkt ze me aan.
"Wat? Oke, dat is goed. Dan gaan we nu naar pa." zegt ze.
"Ja, maar da-whow!" en ik word meegesleurd aan mijn arm door Tsireya.
"Ze mogen niet weg!" zegt ze nog.
"Ja, duh." zeg ik stil.

We lopen ons hutje in.
"Tsireya.." fluister ik.
"Ja.." fluistert ze terug.
"Je kan me wel loslaten hoor.." fluister ik.
"Oh, ja sorry." zegt ze en ze laat mijn arm los.
Ze zucht.
"Waar is pap?" vraagt ze. Hij is niet in het hutje.
Ik kijk om me heen en zie mijn vader in het water staan. Hij is aan het jagen.
"Daar." en ik wijs richting het water.
"Pap!" roep ik.
"Loop er gewoon even heen." zegt Tsireya lachend.
Ik loop rustig het water in en Tsireya duikt het water in.
Mijn arm is nogsteeds verbonden in zeewier.
Hij is andere Avatars aan het leren jagen.
"Houd stil, arm naar achter en strak houden." vertelt mijn vader.
"Pap." zeg ik als ik en Tsierya boven water komen.
Hij zucht. "Payìva, Tsireya, laat ons even in rust." zegt hij.
"Sorry, vader. Maar u moet ons helpen, we hebben een probleem." zegt Tsireya.
"Kan het een anad-..." begint hij.
"Pap, alstublieft." zeg ik.
Hij zucht...
"Goed dan. Ga door met leren." zegt hij tegen de rest en hij loopt met ons mee.

"Goed, wat is er?" vraagt hij en hij gaat op een knie zitten.
Wij gaan ook op een knie zitten en kijken hem aan.
"Ik was gister met Neteyam aan het praten...En uhh. Hij vertelde me dat hij en zijn familie erover aan het nadenken zijn of ze gaan verhuizen." vertel ik.
Tsireya knikt en kijkt naar pa.
"Wat?" vraat hij.
"Ze willen hun oorlog niet meer ons probleem maken." zegt mijn zus.
"Dus ze willen er wel andere Clans mee lastigvallen?" vraagt hij.
"Dat zeiden wij ook al." zeggen we tegelijk.
Hij zucht.
"Ik ben hier niet tevreden mee...Ik ga dit met jullie moeder bespreken. En dan met Jake en Neytiri. Ik wil dat jullie dit voor jezelf houden. Bespreek dit met niemand en begin er niet over." beveelt mijn vader.
We knikken.
"Bedankt voor het melden." zegt hij en hij staat op.

*Tijdskip*

"Aaiaiaii!"
"Rrrrrraiiiiaiaii!"
Neteyam en ik zwemmen door de oceaan. Ondanks dat de golven 's nachts rustig zijn, hebben we samen de leukste tijd. Ik leen de Ilu van Rotxo en Neteyam heeft zijn eigen Ilu.
Het water is altijd heerlijk 's nachts.
Voorzichtig kom ik van de Ilu af en ga het water in.
Vanmiddag, net na het gesprek van mij, Tsireya en mijn vader, heb ik het zeewier van mijn arm gehaald. Het bloeden was allang gestopt. Alleen zit er een gat in mijn arm. Oceaanwater is juist goed voor zo'n wond.
Mijn arm is nog niet helemaal genezen, maar het meeste kan ik er wel mee.
"Ahh...Het water voelt zo lekker." zeg ik tegen Neteyam. De Ilu van Rotxo geeft me een knik en zwemt dan weg.
Neteyam komt ook van zijn Ilu af. Het water is rustig, geen golven, helemaal niks.
Hij komt rustig naar me toe zwemmen.
"Is het koud?" vraagt hij.
"Neehoor." zeg ik terug.
Hij kijkt me in mijn ogen aan en geeft me een kusje op mijn voorhoofd. "Je bent mooi." zegt hij.
"Waar heb ik dat aan te danken?" vraag ik lachend.
"Gewoon, je hebt m'n broertje gered...en ik hou van je." zegt hij.
Ik glimlach.
"Ik ook van jou." zeg ik terug.
"En trouwens,' begin ik,' zo moeilijk was het niet...Lo'ak redden." zeg ik.
Hij kijkt naar mijn arm. Het litteken van de kogel zit er nog.
"Mhmh." zegt ie sarcastisch.
Ik geef hem een schouderduwtje en zwem naar achter op m'n rug.
Hij duikt onderwater en zwemt onder me door.
Ik moet lachen. Net als ik onderwater wil kijken, voel ik dat ik word opgetild.
"Hahah, wat doe je nou?" vraag ik.
Hij zegt niks en pakt m'n benen vast. Ik zit op z'n nek.
"Neteyam zet me neer!" lach ik.
Hij lacht.
"Hou je vast." zegt hij.
Huh?
"Wat?" vraag ik. Op dat moment word ik naar achter gegooid in het water.
Lekker dan.
Ik kom boven water en zie Neteyam met een grijns naar me kijken. "Was dat nodig?" vraag ik. Ik gooi wat water naar hem.
Ik zwem naar hem toe en leg mijn handen op zijn schouders. "Doet je wond nog pijn?" vraagt Neteyam.
"Mh, een beetje, niet echt." zeg ik tegen hem.
"Kom is." hij tilt mijn ellenboog op en geeft er een kusje op. Ik moet glimlachen.
"Beter?" vraagt hij en hij kijkt met zijn prachtige groen-gelige ogen me aan.
"Mh, m'n lippen doen ook wel een beetje pijn." grijns ik.
Hij slaakt een lachje en pakt mijn kin vast. Hij plaatst zijn lippen op de mijne en zoent me...
"..."
Mijn hand gaat door zijn haar en ik voel zijn hand op mijn heup.
Dan hoor ik stemmen. Geen stemmen in mijn hoofd...Maar stemmen vanaf de kant. Ik stop met zoenen en Neteyam kijkt me vragend aan. Ik kijk de kant op waar ik het geluid vandaan hoor. In de verte, bij mijn hutje zie ik mijn vader en Jake staan.
"Kom, zeg ik." en ik roep Rotxo z'n Ilu en trek Neteyam mee.
Ik pak zijn handvat vast en ga op hem zitten. Ik trek Neteyam mee. Ik moet weten wat ze aan het doen zijn. Ik kan ze vanaf hier horen.
Als ik met Neteyam bij mijn hutje ben, ga ik snel onder het riet zitten op een steen. Mijn vader en Jake staan nu zegmaar boven me. Ze zien me niet.
"Babe, waar ben je mee bezig?" vraagt Neteyam.
Ik kijk hem aan.
"Babe?" Ik slaak een lachje.
Hij kijkt me geschokt aan.
Dan schud hij nee.
Uh, ik haal m'n schouders op en moet lachen.
Ik hoor m'n vader en Jake communiceren.
"We vertrekken morgen." zegt Jake.
Wat? Ik...huh. Ik..maar.
"WAT?" en geschrokken kijk ik Neteyam aan. Meteen legt hij z'n hand op m'n mond.
Met een beetje bozige blik kijk ik hem aan.
"Shh." zegt hij stil.
Ze zijn stil. Shit, zouden ze me gehoord hebben?
Ze gaan weer door. Ik adem opgelucht uit. Neteyam haalt langzaam zijn hand van m'n mond en ik hou z'n hand vast.
"Nee." hoor ik mijn vader zeggen.
Neteyam kijkt me vragend aan.
Ik snap het ook niet.
"Uh, nee?" vraagt Jake.
"Nee." herhaalt mijn vader.
Ik maak met mijn hand een gebaar dat ze moeten opschieten.
Neteyam glimlacht.
"Luister, Jake. Wij kunnen ons dorp niet meer in gevaar brengen." legt mijn vader uit.
Neteyam en ik kijken elkaar aan met grote ogen.
"Daarom willen we vertrekken." zegt Jake.
"Dank je." Articuleert Neteyam en hij kijkt naar boven.
Ik geef hem een duwtje. "Gast." fluister ik.
"Haha, sorry." zegt hij.
"Als jullie hier weg gaan, loopt ons dorp alsnog gevaar. En jullie kunnen andere dorpen daarmee niet in gevaar brengen. Je kunt het niet verspreiden, jullie oorlog. Jullie zijn Metkayina nu." vertelt mijn vader.
"Dank u." Articuleer ik in Neteyams gezicht.
Dan lopen ze richting het strand en op een gegeven moment kunnen we ze niet meer horen.
"Dus...." zeg ik.
"Dus wat?" vraagt Neteyam.
"Hallo? Ben je niet blij? Je mag blijven, je gaat niet weg." zeg ik.
Hij geeft me een kusje op m'n wang.
"Tuurlijk ben ik blij. Alleen, ik wil niet dat jullie gevaar lopen." zegt hij.
Ik zucht.
"Je hebt gezien wat we kunnen, Neteyam. Wij redden ons wel, met of zonder jullie." zeg ik en ik geef hem een kus.

Avatar The Way Of WaterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu