De dagen kruipen voorbij. Elk uur lijkt langzamer te gaan dan het vorige. Elke dag trager dan de dag ervoor.
Of misschien is dat niet helemaal waar. Misschien gaan de dagen net zo snel als altijd en ben ik het niet meer gewend dat uren zo traag voorbij gaan. Misschien gingen de uren die ik met Ezra doorbracht wel in sneltreinvaart voorbij, waardoor nu alles zo langzaam lijkt. Misschien denderden we door de tijd, als een raket die maar gaat en gaat en gaat, en sta ik nu weer met beide benen op de grond, waar de klok net zo traag tikt als ze altijd al heeft gedaan.
En misschien, heel misschien mis ik Ezra gewoon een beetje. Een heel klein, ieniemienie beetje. Wat belachelijk is, maar goed.
Het is vooral het niet weten wat het lastig maakt. Ik weet dat Ezra niet zomaar langs kan komen en dat ik niet zomaar dagelijks de open plek kan opzoeken zonder dat het op gaat vallen. We kunnen niks afspreken. Ik kan slechts wachten op een teken, op Ezra die ineens weer voor mijn neus staat.
Eerst tel ik de dagen, maar al snel worden het weken. Zonder Ezra vullen mijn dagen zich weer met alledaagse dingen. Met school en huiswerk. Met boodschappen doen en koken. Met me staande houden tussen de andere engelen.
Eén keer ga ik terug naar de open plek in het bos. Roekeloos, ik weet het. Maar hoelang ik me ook verschuil tussen de bomen, er komt geen reactie.
><
Ik begin al bijna te denken dat dit het was – al is dat misschien erg pessimistisch na een week of drie – als Ezra ineens weer voor mijn deur staat.
Het is al laat en ik ben een of andere slechte horrorfilm aan het kijken, als de deurbel me laat schrikken. Het duurt even voor het besef dat het Ezra kan zijn goed en wel tot me doordringt, maar zodra het dat doet, sprint ik naar de woonkamer, waar het knopje hangt om mee open te doen.
Ik druk op het communicatieknopje. 'Hallo?' vraag ik veel te hoopvol.
Maar al mijn hoop wordt beantwoord, want het is Ezra die antwoord geeft.
Ik druk op openen en ren naar de deur van mijn appartement om die ook te openen. Mijn hart bonst als een gek, terwijl ik daar maar sta te wachten. Ezra's voetstappen klinken steeds harder op de trappen en dan zie ik hem het laatste hoekje om komen.
Voor ik het weet stort hij zich op me en even verdrink ik zowat in hem. Even bestaat mijn hele wereld uit Ezra. Uit de dennengeur die hij altijd meebrengt uit het bos. Uit zijn lichaam, warm tegen het mijne, ondanks de kou van de avond. Uit zijn stem die slechts mijn naam blijft herhalen, als een soort mantra.
Dan maakt hij zich van me los en krijg ik de tijd om goed naar hem te kijken. Zijn krullen zitten netjes in model en ik krijg de neiging om er met mijn handen doorheen te woelen. Hij draagt dezelfde kleren als de vorige keer, zijn shirt iets gekreukt. Maar god, wat ziet hij er goed uit in dat leren jasje van hem.
JE LEEST
Vind Me in het Donker
FantasyEzra Caligo draagt als zoon van de generaal een hoop verwachtingen met zich mee. De demon is opgegroeid in het kasteel en heeft altijd de beste trainingen gehad, waardoor hij op jonge leeftijd al een veelbelovende soldaat is. Ezra is vastberaden har...