Het is gek hoe snel dingen veranderen. Hoe ik intussen al meer dan een maand op de Aarde verblijf, afgezien van de korte pauze. Hoe ik de bossen nu meer gewend ben dan het kasteel. Hoe het inderdaad went als ik mijn vleugels niet heb. Hoe ik Novan niet eens zo vaak zie, maar we in alle weken toch zo naar elkaar zijn gegroeid. Hoe Novan soms toch nog als een vreemde voelt.
De gestolen momenten die ik met Novan weet door te brengen, geven me altijd een bijna euforisch gevoel. Alsof alles wel goed komt als we samen zijn. En ik weet wel dat hij het ook zo voelt, dat hoeft hij me niet eens te vertellen. Maar ik voel ook steeds meer andere dingen in Novan naar boven komen.
Het maakt mijn kracht een vloek en een zegen. Soms is het fijn en handig om de emoties van anderen zo makkelijk te kunnen peilen. Maar soms is het alleen maar ingewikkeld. Het is niet zo dat ik expres naar dingen op zoek ga, soms komt alles gewoon automatisch binnen en dan is het net of ik in iemands geheimen loop te snuffelen. Alsof ik ergens kom waar ik helemaal niet hoor te zijn.
Zo is het ook met Novan. Elke keer als ik bij hem ben voel ik de stortvloed van emoties die hij met zich meedraagt. Eerst waren ze nog goed verborgen en bespeurde ik slechts af en toe de somberheid of het vleugje eenzaamheid. Het is net of hij een dam om zichzelf heeft gebouwd, vastberaden om alles binnen te houden.
Maar de laatste tijd is het net of die dam op springen staat. Alsof al zijn gevoelens in golven over hem heen komen, op zoek naar een weg naar buiten. Ik wil hem niet dwingen over dingen te praten. Ik wil niet dat hij denkt dat ik mijn kracht misbruik. Maar ik vrees dat zijn emoties hem op zullen slokken. Dat ze de dam zullen breken en hem de diepte in zullen sleuren. Dat hij erin verdrinkt.
En ik weet niet of hij dan weer boven weet te komen.
Het zijn dingen waar ik me zorgen over maak, maar waar ik ook niet aan probeer te denken. Niet als ik op de legerbasis ben in ieder geval. Niet met al die andere demonen om me heen.
Gelukkig blijft het makkelijk om terug in die routine te vallen elke keer als ik weer wat langer op het kamp ben. Want hoewel kapitein Nox me nu af en toe inzet voor missies buiten het kamp, vullen de rest van mijn dagen zich nog altijd met op wacht staan, eten en slapen.
Vandaag is het Faris die voor afleiding zorgt. Het is al laat, maar onze wachtdienst moet nog beginnen. We zitten wat te eten voordat we zo de anderen moeten aflossen.
Door de wisselende diensten heb ik een soort chronisch slaapgebrek opgebouwd dat ik probeer te compenseren met extra sterke koffie. Faris lijkt echter nergens last van te hebben en is even opgewekt als altijd.
'Weet je nog die keer dat je voor het eerst met ons mee kwam trainen?' vraagt hij met zijn mond vol brood. Ik knik en hij gaat enthousiast verder. 'Ik weet nog goed dat Varun dacht dat hij je wel even een lesje kon leren. Altijd zo'n grote mond. Hij vond het belachelijk dat ze een kleuter mee lieten trainen, had hij gezegd. Dat weet ik nog. Nou binnen enkele minuten had je hem op de grond gewerkt, dat vergeet ik nooit meer.'
JE LEEST
Vind Me in het Donker
FantasíaEzra Caligo draagt als zoon van de generaal een hoop verwachtingen met zich mee. De demon is opgegroeid in het kasteel en heeft altijd de beste trainingen gehad, waardoor hij op jonge leeftijd al een veelbelovende soldaat is. Ezra is vastberaden har...