Hoofdstuk 14

41 12 34
                                    

Malahkii en ik hoeven elkaar maar aan te kijken, of we proesten het alweer uit en daarom heeft Zandr ons met onze ruggen naar elkaar toe gezet. De ruimte tussen ons beslaat een meter, want Malahkii schoof zijn arm stiekem naar achteren om me te kietelen en als ik ergens niet tegen kan is dat het wel. Het zorgde er ook niet voor dat ik stopte met gieren, maar inmiddels heb ik dat weten te reduceren naar wat gegrinnik, met af en toe een hik er tussendoor. Mijn beestachtige vriend laat een korte snurk horen en ik houd meteen mijn handen tegen mijn maag aan omdat het daar intussen begint pijn te doen. De tranen stromen over mijn wangen.

'Heh heh heh,' weet Malahkii er tussendoor te persen, waardoor ik opnieuw begin te schateren.

Zandr is al enige tijd bezig om ons serieus te krijgen en tot nu toe lukt dat niet erg goed.

Ik wapper zwakjes met mijn hand, terwijl ik mijn buik met de andere omklem en zeg, op een hogere toon dan gewoonlijk: 'Kan je je gesprek niet iets verder weg voeren? Ik denk dat het helpt als we je niet horen.'

Op dat moment snurkt Malahkii weeral en ik kan niet meer overeind blijven, waardoor ik roemloos door de blauwgroene plantjes rol. Het veroorzaakt – heel voorspelbaar – een nieuwe lachaanval bij ons allebei.

'Stelletje kleuters,' mompelt Zandr.

Zijn commentaar helpt niet en ik wijs weer naar de ballonnen, die verderop in het zachte briesje deinen, om hem op die manier aan te geven dat hij ons het beste kan negeren. Waarschijnlijk mag ik blij zijn dat de Serailers onze houding niet begrijpen, want we gedragen ons behoorlijk onvolwassen.

'Anders doen we onze vingers in onze oren,' stel ik voor. Ik durf niet achterom te kijken, maar mijn vriend gromt zijn toestemming en, nadat ik mijn wangen heb drooggewreven, doen we wat ik zei, terwijl Zandr hoofdschuddend naar de tros Serailers loopt. Voor de zekerheid wend ik mijn hoofd van hen af, bang als ik ben om Zandr opnieuw te zien snurken.

De grond achter me schudt een beetje, waardoor ik weet dat Malahkii zich minder goed weet af te sluiten, maar ik heb een flintertje ernst weten te vinden en daar klamp ik me uit alle macht aan vast.

Wilma wiegt op een halve meter van me af, wat veel dichterbij is dan ik dacht, waardoor ik terugdeins voordat ik mezelf kan tegenhouden. Ze knettert kwaadaardig en ik bekijk haar boos. 'Je weet wat Zandr heeft gezegd,' herinner ik haar eraan. Hij heeft haar verboden om me aan te raken en daar ben ik hem heel dankbaar voor. 'Voor jou tien anderen,' bluf ik, want dat weet ik helemaal niet zeker. Ik ben echter het brein achter het plan en daarom ben ik onvervangbaar, vind ik. Het was in ieder geval wel de reden om niet alles direct uit de doeken te doen, maar op een gegeven moment moest ik wel en nu weet iedereen wat hun aandeel in het gebeuren is.

Zandr doet op het moment zijn deel en ik hoop dat hij een goede diplomaat is, want ik kan niet garanderen dat de ballonnen het zullen overleven. Persoonlijk vind ik dat ze niet zo moeilijk moeten doen, met hun reproductiesysteem enzo, maar mij werd verzocht om mijn mond te houden en dat is wat ik probeer te doen.

Malahkii en ik vormen samen Team Afleiding, maar we kunnen allebei niet vliegen en daarom roepen we de hulp van de Serailers in. Door hen kunnen we weer uit de kern komen. Nu het leven ons ballonnen geeft⁴, vind ik dat we daar goed gebruik van moeten maken.

Het kost de heer enig gesoebat, maar omdat ik eindelijk uit de lachstuip wist te komen, heb ik het laatste gedeelte gezien en daardoor weet ik dat hij klaar is met praten. Ik krabbel overeind en geef Malahkii een duw, zodat hij ook op de hoogte is. Wilma volgt ons op gepaste afstand, zoals het hoort.

Zandr zegt eenvoudigweg: 'Ze stemmen toe,' wat ervoor zorgt dat Malahkii en ik elkaar opnieuw lachend aankijken, maar de hysterie is gelukkig verdwenen.

Ik wrijf in mijn handen. De komende adrenaline is waar ik het voor doe en ik weet dat mijn harige vriend daar ook zo over denkt.

'Hel1,' zegt Zandr en ik draai me naar hem toe. Hij zegt verder niks en daarom kijk ik extra vragend, totdat ik bedenk wat hij wil zeggen.

'Nee, je kan niet mee,' zeg ik en o wat voelt het goed om de machtigste heer van Serail zo'n bevel te geven. Al is dat natuurlijk precies de reden waarom hij niet meekan. Hij is een van de weinigen op de planeet die zo moeiteloos met de Serailers kan omgaan en dus is het belangrijk dat hij blijft leven. Ik vervolg: 'Wij zijn hiervoor opgeleid.' Ik overleg kort met mezelf of ik moet benadrukken dat hij een botanicus is, maar ik besluit dat niet te doen. Straks wil hij laten zien wat hij in zijn mars heeft en doordat hij een cyborg is, is dat niet weinig. Daar heb ik al enige ervaring mee en daar wil ik het graag bij houden.

Zandr kijkt me zo lang aan dat ik een beetje de weg kwijtraak in de donkere poelen die zijn ogen vormen en ik voel me een beetje buiten adem als hij uiteindelijk zucht en knikt.

'Goed,' zeg ik vrolijk en ik haak mijn arm in die van Malahkii. 'We zijn er klaar voor, toch?'

Mijn vriend staat bijna letterlijk te trappelen van ongeduld, dus die vraag was overduidelijk retorisch.

'Kan je een Serailer vragen of de kust veilig is?'

Als het monster vlakbij het gat op de loer ligt, beginnen we met een achterstand en dat moeten we niet hebben.

Zandr keert zich naar de tros en ik knijp Malahkii zodat we niet gaan lachen om de scheetgeluiden die volgen. Hij proest wat, maar daar blijft het gelukkig bij. We kijken verdacht vrolijk als de heer zijn gesprek heeft afgerond en ik zie dat hij daar wijselijk niks over zegt.

Een enkele ballon scheidt zich af van de rest en zweeft naar het gat. Het ziet er tegelijk eenzaam en dapper uit, waardoor het lachen me eindelijk vergaat. Het is tijd om serieus te worden.  

***

⁴Prompt 4. Als het leven je ballonnen geeft, vlieg je de lucht in.

Harem [onc2024]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu