Het is hier niet zo leeg als ik dacht. De kern bezit zoveel stalactieten en stalagmieten dat ik het gevoel heb me in een doolhof te bevinden. Behalve dat zweeft er ook puin rond in de vorm van donkergekleurde stekels, puntige uiteinden en ander scherp spul. Ik heb direct door dat de zwaartekracht hier anders is dan hoe het buiten dit binnenste is ingesteld. De lucht is stroperiger, maar ik ben ervan overtuigd dat ik alsnog zal vallen zodra ik mijn houvast kwijtraak. De kans dat ik mezelf spiets of openhaal aan een stekel is honderd procent.
Het middelpunt van de planeet moet kolossaal zijn, maar het is er ook aardedonker: de vele Lampies die op strategische punten een plekje hebben gevonden, zijn nog niet op volle sterkte. We hebben ze gouden bergen beloofd om ons hierheen te vergezellen.
De temperatuur hier ligt hoger dan ik gewend ben van de andere lagen, maar zolang ik hier niet te lang blijf, zal ik daar niks aan overhouden.
Ik ben van plan om het bij een kort bezoekje te houden.
Mijn huid licht blauw op, waardoor ik een baken van mezelf heb gemaakt. Maar zoveel maakt dat niet uit, want we zijn allebei in het bezit van een tiental fakkels en die hebben Malahkii en ik op onze rug gebonden, op twee na. Daar hebben we de fik in gestoken en we houden ze stevig vast. De ballonnen boven onze hoofden kunnen wonderwel tegen de likkende vlammen, net zoals de touwen waarmee ze aan ons zijn vastgebonden.
'Dit is nog eens een leuke puinhoop waarin je me hebt gebracht⁷⁰,' gromt mijn vriend en ik hoor het plezier in zijn stem. Ik geef hem een gevecht, een mogelijke dood en heel veel spanning. Wat heeft een beest zich nog meer te wensen?
Het monster Saibra stuitert rond. We horen hem wel, maar we hebben hem tot nu toe niet gezien. Ik verwacht dat daar binnenkort verandering in komt en ik kan niet wachten.
We gebruiken de tijd om de ballonnen en waar ze toe in staat zijn beter te leren kennen. We hebben net heel kort met ze geoefend, maar de omstandigheden zijn hier zo anders dat we weer van voor af aan kunnen beginnen. Hoe beter ik de Serailers leer kennen, hoe minder ik ze op Aardse ballonnen vind lijken. Ze zijn snel en behendig, en behalve dat zijn ze ontzettend sterk. Ik heb drie ballonnen boven mijn hoofd hangen en Malahkii zeven, maar minstens de helft daarvan dient als reserve.
Ik ben echter positief ingesteld en ga ervan uit dat er geen reserves nodig zijn.
'Daar komt ie,' waarschuwt Malahkii me en inderdaad, de zwarte omgeving verduistert waar mogelijk nog meer. Het stuiterende geluid echoot onheilspellend en de rillingen die over mijn rug lopen beloven actie om van te watertanden.
Nu moet de waarde van de Serailers blijken. De ballon die aan mijn haren is gekoppeld zorgt voor evenwicht, terwijl degenen aan mijn armen op mijn sturende bewegingen reageren. Nu ik aan het donker wen, merk ik de flonkerende puntjes van de Lampies op en lukt het om mijn weg te vinden. Ik scheer rakelings langs net zulke uitsteeksels als die van Saibra's huid en aan de gillende geluiden van de ballonnen te merken, was ik eigenlijk te dichtbij. Ik noteer het in mijn gedachten voor de volgende keer, die een seconde later komt. Nu snurken mijn vliegmaatjes goedkeurend en ik kan het niet laten om kort te grinniken voordat ik mezelf vertel te focussen.
Een grote bal duisternis vliegt recht op me af en mijn hart stopt een kort moment met kloppen. Ik ruk als een malle aan het linker touwtje en de Serailer reageert onmiddellijk. Saibra schaaft langs me heen en ik voel hoe hij een stukje van me meeneemt. Het contact was minimaal, maar er vult zich een wond op mijn zij met bloed en het begint te steken, ondanks de adrenaline waarmee ik ben doordrenkt. Het monster is minstens net zo intelligent en snel als de ballonnen.
'Ik leef nog,' roep ik naar Malahkii, mocht hij zich zorgen maken. Saibra vat dat blijkbaar als een uitdaging op, want hij gilt zo hard en hoog dat ik zowel de touwtjes als de fakkels loslaat om mijn handen tegen mijn oren te slaan. Mijn ogen beginnen te tranen en ik hoop uit alle macht dat ik geen bloed huil – of erger – want ik ben nogal aan mijn zicht gehecht.
Mijn partner neemt mijn woorden en het gegeven dat ik de brandende fakkels heb losgelaten niet in dank af, en ik hoor hem vloeken in zijn taal. Dat effect heb ik zo nu en dan op humanoïden en ik heb geleerd dat als een positief punt op te vatten.
Mijn vraag klinkt dan ook vrolijk genoeg: 'Heb je een vuurtje voor me?'
Misschien moet ik ook eens wat alienscheldwoorden gaan opschrijven, want waar hij me voor uitmaakt, klinkt behoorlijk fascinerend. 'Hetzelfde gun ik jou,' zeg ik opgewekt, wat zorgt voor een nieuwe ronde boeiende uitspraken.
De fakkels vallen nog steeds, al stuiteren ze tegen het aanwezige puin, waardoor hun pad vol scherpe hoeken is. Ik twijfel kort of ik ze achterna moet gaan, maar haal dan mijn schouders op. Ik weet me zonder ook wel te redden door mijn lichtgevende huid.
Saibra komt opnieuw dichterbij, maar neemt nu meer de tijd, waardoor ik hem extra goed in me kan opnemen. Het kolossale monster wordt vanuit verschillende hoeken belicht en elk gekromd en puntig stukje dat ik van hem zie is even angstaanjagend. Hij heeft geen ogen, of die zie ik althans niet, maar toch zie ik een bepaalde mate van intelligentie in zijn bewegingen. Zandr heeft eerder zijn woorden vertaald, dus hij kan spreken.
Nu de Lampies tot volle sterkte komen, kan ik hem ook beter bekijken en ik zoek naar het stukje geel waarvan ik eerder zo'n korte flits heb gezien. Als ik het goed heb, is dat een zwak punt van hem en misschien kunnen we het monster op die manier uitschakelen. Daarom manoeuvreer ik mijn ballonnen zo dat ik bij een zwevende scherpe punt tot stilstand kom en begin eraan te hangen. Ik probeer een stuk los te wrikken, maar dat gaat niet zo makkelijk als ik dacht. Saibra laat nu een laag geluid horen, het klinkt bijna als het spinnen van een kat, en ziet mij overduidelijk als zijn prooi.
Ik klim lenig op de stekel en trek de touwtjes naar me toe, in een zwijgend bevel aan de ballonnen om achter me te gaan hangen. Ze gehoorzamen onmiddellijk en dat is geen moment te laat. Saibra gaat in de aanval en hij heeft geen enkele moeite met de grote stekel die ik dusdanig omklem dat een scherpe rand in mijn buik snijdt. Omdat alles hier uit puntige hoeken bestaat, is dat niet verwonderlijk.
Vanuit mijn ooghoeken zie ik Malahkii aan komen scheren. Hij houdt zijn fakkels zo vast dat de scherpe punt naar voren steekt en hij gaat recht op het gele stukje in Saibra's huid af, dat ik vanuit mijn hoek niet kan zien.
Met een reeks harde knallen komen vier van zijn ballonnen in een fractie van een seconde aan hun einde, waardoor mijn vriend zijn balans verliest. Hij vliegt met grote snelheid tegen Saibra op en blijft daar als een lappenpop hangen, overeind gehouden door de overige drie Serailers, waardoor ik meteen het ergste denk. Ik schreeuw zijn naam en daar reageert hij zwakjes op. Zijn overgebleven ballonnen nemen de touwtjes nu in eigen hand en vliegen abrupt weg, in de richting van de uitgang.
Saibra maakt gebruik van mijn afgeleide staat door me aan te vallen. Scherpe punten op zijn huid schaven rakelings langs de stekel waar ik op lig en ik kijk de dood een moment lang recht in de ogen. Ondanks zijn lompe afmetingen is zijn gedrag dodelijk elegant. De touwtjes van mijn ballonnen trekt hij zonder moeite stuk en daarna drukt hij de arme Serailers zonder verdere ceremonie plat. Bij elke knal sluit ik mijn ogen even.
Ik kan geen kant meer op. Het enige wat ik kan doen is mijn einde afwachten en dat wil ik zo dapper mogelijk doen. Daarom kijk ik recht naar het monster als het ineens doodstil tussen het puin blijft hangen. Vervolgens kronkelt hij en het ziet er niet uit alsof dat een vrijwillige beweging was. Een luide scheet echoot door de ruimte, het is een geluid als dat van een leeglopende ballon en Saibra begint door zijn thuis te vliegen alsof er lucht uit hem ontsnapt. Ik volg zijn bewegingen, bedacht op een bepaalde tactiek, maar die blijkt er niet te zijn.
Het monster knalt voor mijn ogen uit elkaar en dan wordt de directe omgeving bedekt met stukken van zijn zachtgele huid.
***
⁷⁰Prompt 70. "Nou, hier is nog een leuke puinhoop waar je me in hebt gebracht!" – Sons of The Desert (1933)
JE LEEST
Harem [onc2024]
Science Fiction✨ 3e plaats ONC 2024 ✨ Planeet: Serail, van het zeshonderddertiende sterrenstelsel. Jaar: 3224, volgens het intergalactische akkoord. Hel1 heeft wanhopig gevochten, maar de tegenstanders waren te sterk en nu hoort ze tegen wil en dank bij de harem...