Hoofdstuk 5

121 13 1
                                    

Jason's POV

~ Ik heb geprobeerd om te slapen in dit ding. Ik geloof dat ik een klein halfuurtje heb geslapen. Ik voel me nogal zweverig. Het voelt net alsof ik aan het vliegen ben. Ik probeer nog even door te slapen. Op dat moment voel ik een schok. Ik heb het zweverige gevoel is over, maar ik heb nu wel verschrikkelijke rugpijn. Ik hoor een slot breken. Dan gaat achter me een plank tegen de grond. Ik val langs achter uit   het ding, Licht. Het doet pijn aan m'n ogen. Ik heb een hele dagen geen licht gezien. Het brandt. Ik kom uit het ding en strek me. Wat is het hier warm. Ik rol mijn mouwen op en kijk naar boven. Geen wolkje aan de lucht. Als ik wat beter kijk, zie ik nog zo'n ding waarin ik heb gezeten. Zouden dat de anderen zijn waarover die gast het had? Ik zie dat mijn ding aan een parachute hangt. Dat verklaart het zweverige gevoel. Ik kijk de andere kant op. Weer zo'n ding. Ik loop even door het woud en zie er weer een. Ik besluit om richting daar te gaan, op de hoop dat er iemand inzit.

Helena's POV

~ Ik lig te slapen en droom over mijn hondje. Ik dacht dat ik thuis in bed lag en doe mijn ogen open. Ohja, ik zat opgesloten. Het voelde alsof ik aan het vliegen was. Ik wiegde heen en weer. Een paar seconden later stopte dat gevoel plots. en nu schokte ik naar boven en onder. Dat gevoel stopte ook weer. Ik hong stil. Toen ik dat besefte hoorde ik iets breken. De plaat voor me viel de diepte in. Het licht bereikte mijn ogen. Het was zo fel en warm. Ik kruip een beetje naar voren om te kijken. Het licht was echt verblindend. Als ik mijn hoofd door de opening steek, zie ik dat ik in een boom ben blijven hangen. Omdat ik naar voor was gaan leunen, viel ik eruit. Ik viel in een hoopje struiken. Gelukkig prikten ze niet. Ik kijk even om me heen en stap uit het hoopje struiken. Als ik even de andere kant opkijk zie ik net dezelfde ton als die van mij. Zou daar iemand inzitten? 

Gigi's POV

~ Ik word wakker. Damn.. ik zit nog steeds in dit marteltuig. Meteen als ik beter wil gaan zitten, gaat mijn hand richting mijn nek. Ik heb nog nooit zo slecht geslapen. Ookal heb ik maar een uurtje maximum geslapen. Ik ga heen en weer en heb zo een gevoel alsof ik minder weeg. Dat vindt ik best wel grappig. Terwijl ik van het moment geniet en lach omdat ik het grappig vind, wat dus niet zo is, raak ik met de smak de grond. Het gaat snel. Vlak daarna hoor ik een slot breken en valt een plaat eraf. De warmte ben ik best wel gewoon, maar het licht niet. Het is fel. Het brandt. Ik kruip er voorzichtig uit. Ik kijk om me heen en strek me. Ik vind het hier best gezellig. Mooi woud ook. Het lijkt op een woud dicht bij mijn hutje. Thuis.  Ik mis het er best wel.. Als ik even de lucht inkijk zie ik zo'n marteltuig als dat van mij naar beneden dwalen. Ik ren erheen, dat zullen die andere mensen zijn, hoop ik.

David's POV

~ Ik droomde over het bed waar ik laatst op had gelegen in de duikboot. Ik vraag me dan ook echt af waar ik nu ben. Ik word wakker en voel me niet zo zwaar als anders. Ik ben niet een van de dunsten. Ik hoor iets knakken. Opeens val ik gewoon de vlakte tegemoet met een stevige snelheid. Ik hoor nog iets knakken, maar het is anders. Als ik van de smak terug recht probeer te komen gaat de plank achter me eraf en lig ik ook meteen tegen de grond gedrukt. Als ik mijn ogen open, doe ik ze meteen weer dicht. Het licht.. het brandt! Als ik wat gewend wordt aan het licht, doe ik nog 2 knopen extra open omdat het zo heet is. Als ik rechtkom zie ik in de verte iemand op me afrennen. Natuurlijk zie ik niet wat het is want ik ben m'n bril kwijt. Ik hoop dat het een mens is. als ik dan weer kijk naar het ding waarin ik naar beneden ben gekomen, zie ik wat er knakte en de val veroorzaakte. Een kant van de parachute was erafgeknakt. Ik kijk nog snel even of ik wat verwondingen heb en dan loop ik richting "het ding" dat op me afkomt.

Nina's POV

~ Ik heb al een tijdje het gevoel dat ik nog steeds vlieg, maar wel heviger. Ik ga nogal heen en weer in dit bakje. Ik denk aan Milly, mijn dochter. Wat zou ze nu wel niet denken als ik er een hele tijd niet ben.. Terwijl ik daaraan dacht voel ik dat ik niet meer vlieg en op de grond sta. ik hoor iets afbreken. De plaat naast me valt tegen het mos dat er stond. Ik  kruip uit het bakje en bekijk het hier even. in de verte in een boom, maar echt wel heel ver, zie ik ook zo'n bakje in een boom hangen. Nogal hoog. Ik hoop dat de persoon, of misschien iets anders, nog leeft. Tenzij het een marsmannetje ofzo is, dan mag het echt wel dood! Ik ga erheen, misschien is het nog niet te laat als het een mens is.. Ik kruip in een boom om een beter uitzicht te krijgen. Als ik een paar 100 meter hoog zit. Hoor ik beneden in de struiken iets ritselen.

SuvivorsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu