Hoofdstuk 8

32 6 0
                                    

Ik open mijn ogen. Waar ben ik? Oow hoe kon ik zo stom zijn om naar het sportveld te gaan? Ik kijk om me heen. Het is niet helemaal donker. Ik zie strepen licht. Wacht... als ik in die donkere kamer zou zitten zou ik helemaal niets kunnen zien. Dan ben ik dus niet in die kamer, maar waar ben ik dan wel? Ik strek mijn arm, die komt ergens tegenaan. Ik kijk richting mijn arm. Dan zie ik het. Ik zit in een kooi met tralies. Klein is die kooi niet, want ik kan rechtop staan. Waar de hel ben ik?

Het wordt lichter. Iemand komt richting de kooi lopen.

"Mooi je bent wakker," hoor ik iemand zeggen. Het is een vrouwelijke stem.

"Je kijkt een beetje verward, maar dat begrijp ik wel."

Ik begrijp het inderdaad niet, wie is degene die praat?

"Ik zal uitleggen wat mijn rol is," hoor ik haar zeggen.

"Als het plan misloopt of onderbroken wordt, ben ik degene die de persoon moet opsporen en moet 'opvangen'. Totdat ik het seintje krijg dat het goed is."

Ik word bang. Hoeveel van deze mensen zijn er? Ik loop voorzichtig achteruit, totdat ik tegen de tralies sta.

"Hé, niet bang worden. Ik ga je heus geen pijn doen," zegt ze en ze gaat op haar knieën zitten.

"Waarom? Waarom moeten jullie mij hebben? Wat heb ik jullie misdaan dat jullie mij ontvoeren?" ik moest het iemand vragen.

"Hihi, hij had al gezegd dat je veel vragen stelde. Je hebt ons niets misdaan, je viel op. Dat is waarom hij jou moet hebben."

Opvallen? Dat probeer ik juist niet te doen. De persoon opent de kooi en komt binnen. Ik druk me zo ver mogelijk tegen de tralies aan. Ze komt steeds dichterbij.

"Hier, drink wat water," zegt ze en ze wil me een flesje water geven.

Nee... nee... NEEEE!!!! Ik sla het flesje water weg.

"Rustig aan, dadelijk doe je jezelf pijn!" roept de persoon.

Ik stop niet, ik probeer naar de poort te rennen. Vlug springt de vrouw ervoor.

"LAAT ME GAAN!" schreeuw ik.

"Dat zal niet gaan. Probeer te kalmeren alsjeblieft," zegt de vrouw.

"NEE! LAAT ME GAAN!" schreeuw ik nogmaals.

Ik hoor muziek. Ik word erdoor afgeleid. Daardoor heb ik niet gemerkt dat de persoon de kooi af heeft gesloten. GODVERDOMME!

"Ik laat je even alleen."

Ik laat me op de grond zakken en begin te snikken. Waarom?

Langzaam val ik in slaap.

Een tijdje later word ik wakker. Het is erg licht. Hoe lang heb ik geslapen?!

Ik schrik als ik de persoon zie. Ze draagt een zwart vest met capuchon en een wit masker dat haar hele gezicht bedekt.

"Hé," zegt ze vriendelijk. "Heb je een beetje kunnen slapen?"

Ze heeft een broodje in haar handen.

"Ik dacht dat je misschien honger zou hebben, dus daarom heb ik een broodje meegenomen."

Ik kijk achterdochtig naar het broodje. Zou ik dat kunnen eten? NATUURLIJK NIET! schreeuwt het vanbinnen. Ik heb toch wel honger...

"Er zit niets in, geloof me. Het enige dat ik wil, is dat je iets eet."

Ik neem het broodje aan. Voorzichtig neem ik een hap. Het klinkt gek, maar dit broodje smaakt echt lekker!

"Zie je wel?"

Ik eet het broodje op.

"Ik heb het seintje doorgekregen. Vanmiddag breng ik je daarheen."

Ik verstrak. Waar brengt ze me heen? Ineens slaat mijn gevoel om. Wat maakt het uit? Ik ontsnap toch wel. Ik grinnik.

"Ik ken die blik. Dat is de 'ik-ontsnap-toch-wel-blik'. Waar jij heengaat is geen ontsnappen mogelijk."

Okeee... plotseling is ontsnappen onmogelijk? Haha dan kent ze me niet!

"Ik ga je zo verdoven, anders kunnen we je niet vervoeren."

Haha... wacht WAT?!! VERDOVEN?! NEEEE!!!

De vrouw loopt weg.

Even later komt ze terug met een spuit in haar handen en nog iets. Ze opent de kooi weer en stapt binnen. Ik druk me zo ver mogelijk de hoek in. Ze komt bij me staan en pakt mijn arm zo snel vast, dat ik niet eens kan reageren. Ze doet er een touw omheen (het lijkt op dat touw waar je met gym in moet klimmen, maar dan dunner). Ze pakt mijn andere arm en bindt die erbij. Hetzelfde doet ze bij mijn benen. Het gaat zo snel, dat mijn hersenen het gewoon niet bij kunnen houden. Ze pakt nog een touw en bind daarmee mijn armen aan de tralies vast. Nu kan ik al helemaal niets meer. Lekker is dat! Ik weet wat er nu komt, dus ik zet me schrap. Ik span alles aan, mijn hartslag gaat omhoog en mijn ademhaling wordt sneller.

"Als je niet ontspant kan ik je niet verdoven," zegt de vrouw.

Haha! Net de bedoeling.

"Dan moet ik iets anders verzinnen," zegt de vrouw en ze loopt weg.

Ik verwacht dat ze zo terug komt met een mondkapje, maar dat gebeurt niet. Tijd gaat voorbij, maar de vrouw is nog steeds niet terug. Wat is ze aan het doen?

Ik friemel aan het touw, maar dat gaat niet losser zitten. Ik probeer op te staan, dat lukt. Ik probeer mijn voeten los te maken, maar dat lukt niet zonder handen...

Dan komt de vrouw terug. Ze stapt de kooi in en komt bij me staan. Ze maakt de touwen los. Wat is hier aan de hand? Ondanks dat ik het gek vind, begin ik toch te ontspannen. De vrouw ziet het. Nog voordat ik het in de gaten heb, pakt ze de spuit...

Dit hoofdstuk deed ik er extra bij, omdat iemand er naar vroeg. Veel plezier met lezen!!


OntmaskerdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu