Hoofdstuk 16

32 6 0
                                    

Nienke, Lotte en ik zitten nog een tijdje in de grote hal, totdat er een zoemer klinkt...

"Iedereen terug naar jullie kamers," wordt er omgeroepen.

"Nee! Ik wil niet terug!" roep ik.

"Ik ook niet!" roept Nienke.

Langzaam loopt de grote hal leeg. Er komt een gemaskerde persoon op mij af.

"Hé terug naar je eigen kamer!" roept hij.

Ik geef Nienke en Lotte vlug een knuffel, maar voordat ik me om kan draaien wordt mijn arm al vastgepakt. Ik word mee getrokken.

"Meekomen!"

"Ja ja! Ik kan zelf lopen!" roep ik naar de man.

Ik word los gelaten. Ik begin sneller te lopen, richting mijn kamer. Nou ja, de kopie van mijn kamer. Het valt me op dat mijn kamer het meest afgelegen ligt. Als ik op mijn kamer ben wordt mijn deur gesloten. Ook hoor ik dat ze het hek sluiten. Ik ga op mijn bed liggen. Voor ik het weet sluit ik mijn ogen.

even later...

"Michelle?" hoor ik ver weg.

"Michelle?" nogmaals.

Ik open voorzichtig mijn ogen. Ik zie heel wazig iemand naast mijn bed staan. Ik ga van schrik rechtop zitten. Het is Kai.

"Rustig maar," zegt hij.

"Hoe kan ik rustig zijn als JIJ naast mijn bed staat?" vraag ik.

"Niet zo moeilijk hoor," zegt Kai lachend. "Ik heb eten meegenomen."

"Ik hoef niet te eten."

"Waarom niet?"

"Wat als het vergiftigd is?"

Kai rolt met zijn ogen. "Moet ik soms een hap nemen?"

"Veel plezier, eten doe ik toch niet."

"Dan zet ik het eten op je bureau neer, ik ga je niet dwingen om te eten."

Zei hij dat nou net? Denkt hij nu ineens dat hij een engel is ofso?! Ik laat hem rustig vertrekken, neem niet eens te moeite hem achterna te lopen. Kan ook niet, want als hij op mijn kamer is, is het hek gesloten. Ik kijk wat er op het bord ligt. Het lijkt op stamppot... Honger heb ik, maar waarom zou ik eten? Eerlijk gezegd sterf ik nog liever dan deze mensen hun zin te geven. Ook al is het zoiets als eten. Ik ga weer op bed liggen. Zolang ik slaap, merk ik niet zoveel van de honger. Ik slaap weer een tijdje, maar wordt dan wakker van een hoop gegil. Wat was dat?!!! Ik spring uit bed en ren naar de deur. Ik rammel aan de deurklink, maar de deur gaat niet open. Ik bonk op de deur, maar niemand die de deur opendoet. Het gegil is weg. Wat w...was dat? Of ja, wie was dat?

Ik wil graag terug naar bed, maar ben bang dat het gegil terugkomt. Volgens mij is het wel al bijna licht, want er kommen zonnestralen onder de deur door. Ik gok dat het half 6 is. Wat zal ik gaan doen? Op die vraag hoef ik geen antwoord te geven, want ik hoor het hek opengaan. De deur gaat open en Kai staat in de deuropening.

"Hé, ik dacht dat je sliep," zegt hij verbaasd.

"Dat deed ik, totdat ik gegil hoorde. Wat was er aan de hand?"

"Oow dát, dat was niets..."

"Nee natuurlijk niet, daarom gaat iemand ook niet gillen?"

"Er was niets aan de hand, totdat ze werd vastgepakt."

"Hoe bedoel je?"

"Ze was gedrogeerd, dus toen ze naar haar kamer wilde lopen viel ze. We probeerden haar te helpen met opstaan, en toen ging ze gillen."

"Logisch dat ze gaat gillen... maar waarom kom je ineens bij mij? Het leek alsof je niet wist dat ik wakker was... Wat was je van plan?" vraag ik achterdochtig.

"Niets, geloof me."

"Alsof ik dat geloof."

"Ik wilde je eigenlijk wakker maken om je naar de grote zaal te brengen. Tenminste, er is ontbijt. Je mag natuurlijk kiezen of je mee w..."

"De grote zaal? Ik ga mee!"

"Oké, onder één voorwaarde..."

"En dat is?" vraag ik.

"Dat je wel iets eet," zegt Kai.

"Hmm... prima."

Ik loop met Kai naar de grote zaal. Ik zie allemaal lange tafels met mensen eraan. Dan zie ik Lotte en Nienke zitten. Ik loop naar ze toe.

"Heey," groet Nienke.

"Hé," zegt Lotte gapend.

"Heey," zeg ik terug.

"We hebben op jou gewacht, zullen we samen iets te eten gaan halen?"

"Ja, is goed." Ik loop met de meiden naar de tafel die tegen de muur staat. Daar staat allemaal eten op. Ik pak vlug een broodje zonder iets erop. Ik wil geen ruzie met Kai. We lopen terug naar de tafel, gaan zitten en beginnen te eten. Na het eten hebben we weer even vrij.

"Luister eens," zegt Nienke.

"Wat is er?" vraag ik.

Nienke krijgt traanogen. Er is iets mis...

"Hou je gedeisd alsjeblieft," zegt ze snikkend.

"Nienke wat is er aan de hand?"

"Ik kan het je niet zeggen, Lotte ook niet. Maar ik heb dingen gehoord... Geloof me als ik zeg dat je je gedeisd moet houden voorlopig."

"Nienke ik begrijp het niet helemaal, wat bedoel je?"

"Probeer naar deze mensen te luisteren, hoe moeilijk het ook is. Geloof me, het is beter als je naar deze mensen luistert. Please, doe het voor ons."

Ik kijk Nienke verward aan. Ze is bang, maar waarvoor? En waarom moet ik me gedeisd houden?

Daar ben ik weer! Hoofdstuk 17 en een deel van 18 plaats ik ook vandaag, omdat hoofdstuk 18 deels bij hoofdstuk 17 hoort. En voor de mensen die dit verhaal leuk vinden! 

WAARSCHUWING: HET GEDEELTE VAN HOOFDSTUK 18 DAT IK VANDAAG PLAATS, IS F**KED UP!

XX AnFi


OntmaskerdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu