Hoofdstuk 4

575 27 0
                                    

                                                                                   Melissa       

Als ik wakker word schijnt het ochtendlicht al door de gordijnen. Ik wil overeind gaan zitten, maar een bonkende hoofdpijn houd me tegen. Wat was er gebeurd? Ik voel aan mijn hoofd. Iets is om mijn hoofd gebonden. Verband? Ondanks dat ik voor mijn gevoel wel aardig heb geslapen, voelen mijn ledematen slap en mijn hoofd suf. Ik probeer te herinneren wat er is gebeurd, maar ik kan niet door mist heen kijken. Een beweging aan de zijkant van mijn bed trekt mijn aandacht. Het is een slapende Anna. Ze ligt in een stoel te slapen met een bezorgde frons op haar gezicht. Ik laat haar maar slapen. Met behulp van de hemelbed gordijnen trok ik mezelf omhoog. Mijn hoofd begint te bonken, maar het lukt me wel. Zo stil mogelijk stap ik uit bed, maar ik val gelijk weer om. Heel mijn benen tintelen en mijn spieren doen pijn. Dan maar kruipen.

Ik probeer vooruit te kruipen, maar iets pijnlijks trekt aan mijn arm. Het is een naald met een buis eraan. Naast mijn bed staat een paal met daaraan een zak bloed. Wat de... Ik trek de naald uit mijn ader en plak de pleister erop waarmee de naald in mijn huid zat. Bevrijd van de naalden kruip ik naar de deur. Ik verstijf even als Anna zich beweegt, maar verder kom ik de gang in zonder problemen. Het gevoel in mijn benen keert een beetje terug, waardoor ik met steun van de muur rechtop kan gaan lopen. Het is ijzig stil in het huis. Half struikelend over mijn voeten overleef ik de trap. Onder het lopen begint de mist in mijn hoofd op te trekken, waardoor de herinneringen aan de vorige avond gematigt mijn bewustzijn in kruipen. Ik was tegen een verbogen wandkandelaar gestoten. Ik was bijna dood geweest! Maar wie had me dan gevonden en verzorgt? Anna is te klein om me op te tillen en de ouders van Christiaan zien er nou niet uit alsof ze veel van verzorging weten. En van Christiaan verwacht ik het al helemaal niet. Een gemene gedachte steekt de kop op als ik terug denk aan wat Christiaan me heeft geflikt. Hij liet me gewoon alleen. Maar toch. Die zoen was beter dan alles wat ik ooit in mijn leven gekend heb. Even denk ik dat die gedachte de woede heeft verdreven, maar als ik even later Christiaan vind in de keuken laait het weer op als oncontroleerbaar vuur. 

    'Jij..' sis ik tussen mijn opgeklemde kaken door.

    'Ook goedemorgen.' Christiaan maakt nonchalant een kom cornflakes voor zichzelf klaar. 

Ik loop dreigend op hem af. 'Door jou ging ik bijna dood! Je kan het ook gewoon zeggen als ik moet weggaan, hoor!'

     'Is er gisteren iets gebeurd dan?' Dat hij doet alsof maakt me nog woester.

     'Ehm... laat me eens denken. Je zoende me, bedwelmde me op één of andere manier en liet me achter als een soort junkie, waardoor ik tegen een wandkandelaar knalde!' 

Christiaan kijkt me aan met een domme blik in zijn ogen. 'Ik weet niet waar je het over hebt.'

Een soort kracht die ik nog nooit heb gevoeld stroomt door mijn tintelende armen als ik een strijdkreet sla en met mijn volle gewicht tegen Christiaan aanbeuk. Met een doffe klap knalt hij tegen de muur achter hem. Ik hoor het hout kraken en de vleugels op Christiaan's rug kreukelen als papier. 'Lieg niet tegen me, Corné!' Ik schrik van de onmenselijke toon in mijn stem. Mijn woede ebt weg, net zoals het tintelen in mijn armen. Snakkend naar adem strompel ik achteruit. Christiaan kijkt me vanaf de grond ondoorgrondelijk aan, helemaal niet verrast door mijn aanval. Zijn ogen zijn pikzwart, maar ik ontdek een glinstering die er net nog niet was. Mijn hoofd bonkt en de muren beginnen te draaien. Ik moet hier weg. 

Voordat de muren op me af kunnen komen, strompel ik de keuken uit, naar boven. Kleurige vlekken vertroebelen mijn zicht, waardoor de muren rare kleuren krijgen. Ik bots tegen een deur aan, maar ik krijg het voor elkaar om rechtop te blijven staan. Met het laatste beetje heldere verstand dat ik heb constanteer ik dat Christiaan me weer heeft bedwelmt. Op afstand nog wel. Ik voel nog net hoe twee dunne armen me vastpakken, voordat ik in mijn eigen wereldje met elfjes en kelpie's glij. 

EngelenkusWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu