Hoofdstuk 8

434 25 3
                                    

                                                                        Melissa

De warme zomerzon schijnt irritant in mijn gezicht als ik met Jennifer onder een laan bomen loop. Het groen is overweldigend, maar niet meer vertrouwd. 'Wat weet je allemaal over ons?'

      'Niet veel.' antwoord ik.

      'Het Cornelis je verteld waarom we Duister zijn?' Haar violetpaarse ogen kijken me nieuwsgierig aan. Weer heb ik het gevoel dat we verbonden zijn.

       'Ja. Jullie zijn uit de hemel gegooit.'

Ze schud haar hoofd. 'Be'arn is uit de hemel gegooit. De meesten van ons zijn hem vrijwillig gevolgt.'

Ik blijf staan. 'Hoe komt het dat meneer Collins en Corné engelen van het Licht zijn en jij.. Duister?'

       'Daar heb ik zelf voor gekozen.' Ik frons. 'De hemel beslist ons leven, ik wou dat niet.' Ze stapt flink door. Haar vingers raken het boomschors en laten kleine mosachtige plekjes achter. 'Iedergeval. Ik ben hier niet om jou te vervelen met mijn verhalen. Ik ben hier om je de waarheid te vertellen.' Ze gaat op een boomstam zitten en klopt op het plekje naast me.

       'Over wat?' 

Ze wijst om haar heen. 'Over jou natuurlijk. En wat kleine details over de Collins, maar dat komt later nog wel.' Ze gaat verzitten. 'Weet je wie jouw vader is?'

Mijn wenkbrauwen trekken samen. 'Ik kan hem niet meer herinneren.'

      'Jouw vader is Hendrix. Zoon van Be'arn. En jij.' Ze wijst in mijn richting. 'Bent het kind van een engel én een mens.' 

Ik staar naar mijn handen. Waarom ben ik niet verrast? Waarom wou niemand me geloven? 'Ik wist het.'

Jennifer fronst onder mijn reactie. 'Het lijkt je niet echt te verrassen.' 

     'Mijn vader deed altijd heel vaag over opa. Trots, maar afstandelijk. En soms als ik ging slapen, en mijn vader me een verhaaltje voorlas, hij zich over me heen boog. Hij had zwarte vlekken op zijn rug en ik vroeg altijd of ik eraan mocht voelen.' zeg ik, verzonken in mijn eigen wereldje. 'Ik wist altijd dat hij niet menselijk was, maar niemand wou me geloven.'

Ze blijft staan en pakt mijn kin. 'Laat die mensen maar onwetend zijn. Wij zijn er voor je'.' Ze drukt een kus op mijn voorhoofd en loopt dan weer verder. Haar heupen gaan van links naar rechts als ze verder onder het bladerdak loopt. Ze kijkt even naar achter. 'Kom, ik vertel je iets over de magie.'

Gretig loop ik achter haar aan, klaar voor mijn lot.

                                                               Christiaan.

Ik kijk naar mijn moeder. 'Waarom deed je niks?!'

Ze zucht en laat zich zakken op de bank. Zo stijfjes als ze is schenkt ze voor zichzelf de amberkleurige vloeistof uit de karaf in een glaasje en nipt eraan. 'Ze heeft recht op de waarheid, Cornelis.'

    'Noem me niet zo!' schreeuw ik. Ik moet in mijn handen knijpen om iets niet kapot te maken.

Ze knippert niet eens. 'Let op je stemgeluid.'

     'Je bent mijn moeder niet!' Voordat ik uitgesproken ben heb ik al spijt van mijn woorden.

Als een leeggelopen ballon laat ze haar schouders hangen en haalt een hand door haar kapsel. 'Ik weet dat ik je moeder niet kan vervangen, maar ik ben getrouwt met je vader. Ik heb ook gezag over jou.'

Woede raast weer op. Ik zet dreigend een stap naar de bank. 'Wil ik dat wel? Ik heb nooit om jou gevraagt!'

      'Cornelis...' Ze staat op en wil haar hand op mijn schouder leggen, maar ik stap achteruit alsof ze in de brand staat.

       'Hou je mond!' blaf ik haar toe. Ze krimpt ineen als ik haar lievelingsvaas van de tafel grits en dat haar richting opgooi. De vaas spat uiteen tegen de blauwe wand. Ik draai me om en storm naar boven. 

Ik zit nog geen minuut op de zolder als de deur openzwaait en met een klap de muur raakt. Ik hoef me niet eens om te draaien om te weten dat het Melissa is. 

      'Je hebt tegen me gelogen!' gromt ze verhit. Ik draai me langzaam om. Daar staat ze. Mijn Claire. Haar pijpenkrullen liggen een beetje wild op haar schouders en er zit een scheur in de mintgroene rok. Nog steeds is ze mooi.

      'Lieve Claire, ik dacht dat je met Martha naar de markt ging.' Ik loop op haar af en pak haar geschoeide handen. 

Ze schud ongelovig haar hoofd en stapt dan achteruit. De verbinding word verbroken, en dan zie ik het pas. Claire is dood, stomme koe. Ik zie Melissa beven over haar hele lichaam. 'Jij,' Haar vinger priemt tegen mijn borst, 'bent nog niet klaar voor een relatie.' 

Ze wil zich omdraaien, maar ik grijp haar beet. 'Ik hou van je.' Ze rukt zich los en komt dreigend op me af. Haar pupillen worden even groter, maar schieten dan weer terug als een elastiekje. Ik stap achteruit, richting het raam. 'Mel..'

       'Ben je bang?' Haar mondhoeken gaan triomfantelijk omhoog, en even zie ik haar als het meisje waartegen ik haar wou beschermen, gevaarlijk. 

        'Melissa. Hou op.' Haar pupillen gaan als een gek tekeer. De betovering houd het niet lang meer.

         'Volgens Jennifer heb je geen macht over mij.' Met die woorden verwijt het zwarte in haar ogen tot een ongezonde grote. Ze steekt haar handen naar me uit. De gevaarlijke glimlach verdwijnt en maakt plaats voor Melissa. 'Het spijt me, Corné.' Ze laat de magie los, waardoor ik naar achter vlieg, door het raam heen. Het laatste wat ik zie is een huilende Melissa, voordat ik tegen een boom aanknal en bewusteloos raak.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Het duurde even, maar hier is ie dan; Hoofdstuk 8! Wat vinden jullie van deze enge Melissa. Ik vind het wel awesome, maar het zal niet nog een keer gebeuren denk ik. Nou ja, enjoy. En lees ook mijn verhalen The Cronicles of the Third Shield: The Hunter and The Queen (Aan de titel word nog gewerkt) en Mijn Schaduwkant!

EngelenkusWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu