Hoofdstuk 17

333 24 5
                                    

                                    Melissa

In de dagen daarna begin ik me meer op mijn plek te voelen in fort Elysium. Ross blijkt heel aardig te zijn, als je hem eenmaal kent, en nadat ik erachter was dat zijn lievelingsband Vampire Weekend is, is hij mijn beste vriend.

Veel van de engelen in het fort wisten niks over de gewoontes van mensen. Sommige jonge engelen hadden zelfs nog nooit een mens gezien. Daarom liet ik iedereen naar de grote zaal komen om ze wat kennis bij te brengen. 

De meeste menselijke dingen vonden ze maar vreemd. Ze vonden vooral het idee van een deken met armen belachelijk. Bas had gelachen en gezegd dat ze teenslippers moesten proberen, als ze dat al raar vonden.

Bas. 

Hij is een apart gevalletje. Hij leerde me hoe ik mijn energie uit andere dingen kon putten dan uit mezelf, waardoor ik niet meer moe zou worden als ik mijn magie gebruikte. Ondanks dat ik bij elke training de energie van de omgeving om me heen door mijn aderen voelde stromen, bleef ik altijd wel moe. Veel oefenen, zei Bas.

Omdat hij me leerde hoe ik mijn magie juist moest gebruiken, vond ik dat ik iets terug moest doen. Dat hij niet wist wat basketbal was, bracht me op een idee.

'Niet eerlijk!' Ik kijk met een beteuterd gezicht naar Bas, die in de lucht zweeft en de bal in de basket laat vallen. 'Zo werkt het niet.' Ik pak de bal en dribbel er even mee.

Bas land op de grond en blokkeert mijn weg naar de basket. 'Wat? Jullie mensen houden van vals spelen. Ik doe jullie gewoon na.' zegt hij grijnzend, voordat hij de bal onder mijn handen vandaan slaat.

Ik ga achter hem aan. 'Zegt degene die teenslippers al te vreselijk vind om naar te kijken.' Bas kijkt me een beetje boos aan en gooit de bal richting de basket. De bal ketst tegen het bord en valt naar beneden.

De bal land in mijn handen. Voordat Bas hem kan afpakken veer ik door mijn knieën en spring ik in de lucht. Mijn kin komt tot de bovenrand van de basket, zo hoog lukt het me om te komen. Ik mep de bal in de basket en grijns.

Bas vangt het stuiterende projectiel uit de lucht en houd het onder zijn arm. 'Vleugels zouden je geweldig staan.' zegt hij, meer tegen zichzelf dan tegen mij.

De grond onder me trilt een beetje als ik neerkom. 'Waarom geef je me dan geen vleugels?'

Bas grinnikt en gaat op een bankje naast het veld zitten. We zijn net buiten het fort, een groot gebouw met torens en ondergrondse gangenstelsels dat onder de planten zit, waardoor het uit een sprookje lijkt te komen. Ik wist niet eens dat zoiets in dit bos stond.

Hij klopt op de plaats naast hem en ik ga zitten. 'Alle engelen worden geboren met vleugels, maar elke paar vleugels is uniek. Die kan je niet zomaar van iemand krijgen, je krijgt ze als de tijd rijp is. Vleugels worden speciaal voor iemand gemaakt. Mijn vleugels bijvoorbeeld zijn scherper en langer.' Zijn vleugel boog zich naar me toe, zodat ik de staalachtige veren kon aanraken. 'Mijn vleugels zijn gemaakt om aan te vallen. In en gevecht gebruik ik mijn vleugels om te doden.' Hij wist naar de roze uiteinden van zijn vleugels. 'Wij Aanvallers zijn ook nog eens giftig.'

'Ik wist niet dat er verschillende types zijn.'

Bas trekt zijn vleugels weer naar zich toe. 'Geen enkele paar vleugels is hetzelfde, maar allemaal hebben ze kenmerken die ons in een groep indelen. De vleugels van Zwevers zijn bijvoorbeeld heel licht en gestroomlijnd. Piloten hebben hetzelfde principes, maar hun vleugels hebben een propellersysteem en zijn zo flexibel dat ze iedere manoeuvre in topsnelheid kunnen maken.'

Oliver, de blonde engel die bij Ross was toen ze me ontvoerde, loopt langs. Bas wijst naar zijn vleugels. 'Oliver daar is wat wij een Afleider noemen. Zijn vleugels zijn groot en glinsteren als je goed kijkt. Zo dun en verfijnd dat je origami kan maken met de punten. Meestal gebruiken we zulke vleugels om een afleidingsmanoeuvre te creëren.

'Wat is Ross dan?' Ik dacht aan zijn dikke vleugels van leer. 'Een Verdediger.' zegt Bas. Ik kijk hem aan. 'Ik wist niet dat je spikkeltjes in je ogen had.'

Bas fronst. 'Heb ik ook niet.'

Ik kijk beter. 'Echt wel. Grijze spikkels.' Hij knippert met zijn ogen, maar de spikkeltjes in zijn bruine ogen verdwijnen niet. De stipjes doen me ergens aan denken. 'Ze lijken een beetje op de mijne.'

Opeens kleuren Bas' wangen rood. 'Onmogelijk.' zegt hij stram. Ik weet het wel zeker. Ik steek mijn hand uit om de huid rond zijn ogen aan te raken, maar Bas grijpt mijn hand.

Ik wil me losrukken als hij zich naar voren buigt. Hij drukt zijn lippen op de mijne.

Er knalt iets uit elkaar achter mijn oogkassen. Mijn leven racet voorbij achter mijn gesloten oogleden. Geuren, kleuren en geluiden hopen zich op tot een emotionele brij. Het voelt alsof mijn geest zich van mijn los maakt.

Een fractie van een seconde later kijk ik neer op mijn lichaam en dat van Bas. We bewegen niet. Ik zie hoe onze ogen achter hun oogleden bewegen, alsof we dromen. 

Ik kijk op van een geluid. De wereld draait zich om en ik val op de grond.

Happend naar adem zoek ik steun op de grond. Vlekken in felle kleuren dansen voor mijn ogen. Ik probeer op te kijken en me te oriënteren. Mijn oog valt op Bas, die zijn vleugels om een boom heeft gevouwen en een stukje boven de grond hangt. Hij ziet lijkbleek.

Wankelend op mijn benen kom ik overeind. Bas staart me geschrokken aan. Ik heb iemand nog nooit zo bang gezien. 'Wat was dat?'

'Dat,' zegt een zwoele vrouwenstem achter me, 'was een verbintenis.'

---------------------------------------------------------------------------------------

Ik zit er serieus aan te denken om Engelenkus te verbeteren, omdat ik opeens zo veel goede ideeën heb. Ik denk dat ik wacht totdat het verhaal klaar is, maar ik heb jullie mening ook nodig.

En ik wil een nieuwe cover, dus als iemand ideeën heeft...

Lots of love.

EngelenkusWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu