Hoofdstuk 9

444 21 1
                                    

                                                         Melissa

Het bloemetjesprint op het dekbed danst voor mijn ogen. Het is midden in de nacht. Straaltjes maanlicht schijnen door de linnen gordijnen. Ik heb geen spiegeltje nodig om te weten dat mijn mascara op mijn wangen zit. Na het incident op zolder had mevrouw Collins me naar mijn kamer gestuurd. Ze had teleurgesteld met haar hoofd geschud en tegen Anna gezegt dat ik onder geen enkele voorwaarde naar buiten mocht. 

Twee felblauwe ogen lichten op in het duister. Ondanks het donker wist ik dat het Anna is. Ik ben niet bang. Ik kan haar makkelijk aan, heeft Jennifer me verteld. 'Heeft u nog wat nodig?'

   'Alleen rust.' antwoord ik kil. Ze knikt en verdwijnt dan weer in de schaduw. De deur die in het slot valt verteld me dat ik weer alleen ben. Ik pluk aan mijn nachtjapon, maar ik voel me niet eenzaam. Ik voel me een ander mens. Herboren, beter, wijzer. Een soort honger brand in me. Jennifer noemt hem verlangen naar macht, ik noem hem macht. Elke keer wanneer ik de magie loslaat voel ik me geweldig. Ik leg mijn handen plat op de witte stof. Deze verspringt naar alle kleuren in de regenboog. Gelukzalig laat ik me terug op het kussen vallen.

Op dat moment gaat de deur op een kiertje open. 'Ik wenste niet gestoord te worden.' snauw ik, met het idee dat het Anna weer ik. Maar het is Christiaan. Zijn hoofd is in verband gewikkeld en zijn rechtervleugel word rechtgehouden met een soort houten spalk, maar voor de rest is hij nog even knap als altijd. Mijn gezichtsuitdrukking word milder. 'Corné.' Ik begin te huilen.

                                                   Christiaan

Tranen stromen over haar wangen. Mijn hart breekt en mijn woede van net verdwijnt. Ik ren op haar af en neem haar in mijn armen. 'Ssst.. Het is al goed.' Ze snikte tegen mijn slaapshirt aan. 'Ik ben niet boos.'

   'Ik ben een monster.' huilt ze tegen me aan.

Ik hou haar een stukje van me af. 'Zeg dat nooit meer.' berisp ik haar.

Gefrustreerd gooit ze haar handen in de lucht. 'Door mij knalde je tegen een boom aan. Door mij is je moeder nu boos.' Ze begint nog harder te huilen.

Ik zucht. Ik zou spijt krijgen van deze woorden. 'Ik ga je leren om magie te gebruiken.'

Ongelovig staart ze me aan. 'Echt? Ik dacht dat je me ertegen wou beschermen.' Ik knik en bekijk haar eens goed. Haar pupillen zijn nog altijd groot, maar hun formaat is geslonken naar redelijk normaal. De scherpe hoeken van haar gezicht zijn opzichtig, roofdierachtig. Ze kijkt naar me op. 'Waarom ging Claire naar Daniël?' Ik kijk haar geschrokken aan. Een rilling loopt over mijn rug.

   'Hoezo?' Ik knijp mijn ogen dreigend samen.

Melissa staart weer naar het dekbed. 'Jennifer vertelde me dan Claire tegen je had gelogen.' Ze richt zich op, en haar gezicht staat beschuldigend. 'En dat jij je herinneringen voor me had aangepast, zodat ik er niet achter zou komen. Wat hou je achter, Cornelis?' Haar gevaarlijke kant duikt op.

Ik laat haar los en laat me van het bed afglijden. 'Ik wil er niet over praten.' Met mijn rug naar haar toe staar ik in de kaptafelspiegel.

    'Hoe vaak ga je nog dingen voor me achter houden?' Haar stem is niet meer dan een laag gegrom. Ik kijk naar haar vanaf de spiegel. Haar pupillen zijn opeens zo groot dat je het blauwe eromheen bijna niet meer kan zien, en haar spieren zijn gespannen.

Ik kijk niet om als ik spreek. 'Daniël was een half engel...' Zo. Het is eruit.

Het is even stil. 'Een half engel. Zoals mij?' Waarom klinkt het zo raar om dat te horen?\

   'Ja..' Geef ik toe.

Als ik weer in de spiegel kijk is ze weer Melissa. Waarom moet dit haar overkomen? 'Ik dacht dat mensen engelen niet konden weerstaan?' denkt ze hardop.

Ik draai me om en ga op het puntje van het bed zitten. Melissa plukt aan haar nachtjapon, die weer wit is geworden. 'Half engelen zijn aantrekkelijker omdat ze de schoonheid van de engelen hebben en de ontschuldigheid van mensen hebben. Ze weerstaan is heel moeilijk.' Leg ik uit, met haar hand in de mijne.

Ze glimlacht ondeugend. 'Dus eigenlijk noem je me nu gewoon knap.'

Ik word een beetje rood. 'Zou je dat willen dan?' Ze knikt. Ik druk mijn lippen tegen haar zachte handen. Even blijven we zo zitten. Dan trekt ze haar hand zachtjes terug en strijkt met haar vingers over mijn wang. Melissa's scherpe contouren verdwijnen en maken plaats voor zachte gelaatstreken. Alles aan haar word menselijker, minder gevaarlijk.

Ik sluit mijn ogen. Haar vingers strijken over mijn wang. Ze fluistert mijn naam, het klinkt als een zomerbries. 'Christiaan..' Ik doe mijn ogen weer open. Ze glimlacht naar me. Ze is ouder geworden, merk ik op. Haar naam ligt op mijn lippen, maar ik krijg hem niet uitgesproken. Haar gezicht betrekt. 'Herken je me niet meer, Christiaan?' Ik wil antwoorden, maar de woorden blijven steken in mijn keel. 'Chris?' Teleurgesteld sluit ze haar ogen. Ik grijp haar gezicht in mijn handen. Ze wil zich losrukken, maar dan kus ik haar. Hard, hongerig, vol wanhoop. Ze mag niet weer weggaan. Dat kan ik niet aan.

Maar als ik me terugtrek is ze verdwenen en is het Melissa die ik in mijn armen hou. Een golf van teleurstelling stroomt door me heen, maar ik laat het niet merken en tover een geforceerd glimlachje op mijn gezicht. 'Wat was dat?' stamelt ze verward. Met haar vinger raakt ze haar lippen aan. Ik kan zien hoe ze ervan geniet, en ergens maakt het me razend. En verward.

   'Ik... ik denk dat ik weer moet gaan.' Zonder op antwoord te wachten laat ik me van het bed afglijden en wankel naar de deur.

   'Corné?' Ik negeer haar en open de deur. Ik hoor dat ze mijn naam nog een keer fluistert, voordat ik de deur dichtgooi en op slot draai.

EngelenkusWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu