Hoofdstuk 19

325 26 4
                                    

                                     Christiaan

Mijn vleugels spreiden zich uit als ik in de buurt van Melissa kom. Ik kan haar aanwezigheid voelen in mijn botten. Mijn kleine leger van engelen voelt het ook. Haar speciale persoonlijkheid oefent haar aantrekkingskracht op ons allemaal uit.

Ik heb haar al drie maanden niet meer gesproken. Jennifer zei dat ik haar met rust moest laten, dat ze veilig was in fort Elysium. Ik kon haar niet geloven en ik wou het ook niet. Melissa hoorde aan mij zijde. Niet aan dat van Bas.

Zijn naam galmt walgend door mijn hoofd. Vroeger was hij een vriend van me, voordat mijn moeder verdween. Hij verraadde me en keerde me de rug toe om zich als leider op te stellen. Hij noemde mijn onderzoeken "absurd" en "onmenselijk".

Gejuich stijgt op achter de dikke struiken rondom fort Elysium. Ik gebaar naar mijn leger dat ze stil moeten zijn en ik kruip door de bosjes.

Groot deel van alle engelen heeft zich om een geïmproviseerd sportveld verzameld. De zee van zwarte veren belemmert mijn zicht en ik kruip dichterbij. Een klein aantal engelen staat op het veld met daartussen een net. Zich van de grond afzettend slaan ze een volleybal over het net. Er is niets ongewoons aan.

Totdat ik mijn blik laat vallen op een donkergrijze vlek aan de achterkant van het veld.

Melissa serveert met een gratie die alleen aan een goddelijk wezen kan toebehoren. Daarna deinst ze achteruit op de bal op te vangen. Haar vleugels, zo flexibel en stevig als de vleugels van een adelaar, strijken langs haar gezicht. Ze is zo mooi..

Ik heb pas door dat ik ben opgestaan en naar adem hap als iedereen mijn kant op kijkt. Ook Melissa.

Ze draait zich om, nog half in haar sprong. Met een bons land ze op de grond en snel trekt ze haar vleugels in. Ze kan haar vleugels intrekken... Iets waar elke engel van droomt.

Als ze ziet dat ik haar vleugels al heb gezien hebt ontrolt ze ze weer. Met maar één klapwiek is ze hoog in de lucht en schiet ze weg als een raket. 'Melissa!' schreeuwt Bas, die uit de menigte is gekomen om te zien wat er aan de hand is.

Hij kijkt me geschrokken aan. Ik staar terug. Er zitten grijze spikkels in zijn ogen. Hij... Ik deins achteruit. Hij is.. van Melissa.

Woede borrelt in me op als ik me afzet van de grond en hoog boven het fort zweef. Bas wil me achterna gaan, maar Jennifer legt een hand op zijn schouder om hem tegen te houden. Ik knijp mijn ogen even gepijnigd dicht en vlieg dan achter Melissa aan, niet van plan om haar te laten gaan.

                                   Melissa

De wereld gaat in een waas aan me voorbij. De wereld is een witte tunnel met vegen bruin en groen erin. De bomen zijn alleen maar wazige strepen, maar toch vlieg ik er zonder moeite langs. Het is alsof mijn lichaam automatisch weg buigt voor obstakels.

Of de bomen buigen weg voor mij. Dat kan ook natuurlijk.

Elke keer als ik knipper zie ik Corné's gezicht voor me. Hij was geschrokken van me, geschrokken van de engel die ik was geworden.

Achter me klinkt het gewiek van vleugels. Ik hoef niet om te kijken om te zien dat het Corné is. Ik schiet weg tussen twee boven en blijf laag bij de grond. Corné gaat me achteraan. Ondanks dat zijn vleugels het formaat van een aanvaller hebben is hij nog erg snel.

Ik doe mijn best om hem voor te blijven, maar ik verlies steeds meer afstand. Corné heeft misschien honderden jaren ervaring met vliegen. Ik nog niet eens twee maanden. Volgens Bas ben ik een natuurtalent, maar ik moet nog steeds veel leren.

Als ik het niet van snelheid moet hebben, moet ik hem maar voorblijven met manoeuvres.

Met snelheid vlieg ik onder een brug door en bijna gelijk trek ik mezelf op, waardoor ik lijn recht naar boven ga. Corné schiet onder me weg, de rivier volgend. Als een pijl uit een boog vlieg ik naar de bomen, waar ik zoveel verschillende hoeken en draaien maak dat ik er duizelig van word.

Hopelijk vind hij me niet. Ik laat me op een tak zakken en trek mijn vleugels in. Ik trek een paar takken naar me toe, waardoor ik aan het zich onttrokken word. Ik moet wachten totdat hij weg is, voordat ik tevoorschijn kan komen.

Gespannen wacht ik af totdat ik een knak hoor takken. Vrijwel meteen laat ik me achterover vallen, de boom uit. Op het midden vouw ik mijn vleugels uit en schiet weer een stukje omhoog. Ik zie niks verdachts, maar..

Op dat moment gaat er een felle pijn door mijn rechtervleugel. Ik gil het uit en probeer mezelf in de lucht te houden, maar mijn linkervleugel kan me niet alleen dragen en ik stort neer. Boven bungelt Corné, zijn benen worden nog half omhult door onzichtbaarheidsmagie.

Ik klapper met mijn vleugels, maar mijn vleugel is verlamd. Ongecontroleerd val ik naar beneden en raak een paar takken. Ik land met een klap op de grond en stuiter totdat ik boomschors in mijn rug voelt.

Bijna gelijk duikt Corné op me, mijn armen tegen de grond pinnend. Ik worstel onder zijn greep. 'Laat me los!'

Zijn gezicht is dreigend dichtbij de mijne. 'Je hoort bij mij, niet bij Bas. Je. Bent. Van. Mij.' Bij elk woord slaat hij mijn hoofd tegen de bosgrond. Sterretjes dansen voor mijn ogen. De giftige punten van zijn vleugels hangen dichtbij mijn benen. Ik wil niet dat de rest van mijn lichaam ook verlamt raakt.

Corné wilt mijn hoofd nog een keer tegen de grond slaan als een donderende stem achter hem klinkt. 'Genoeg!' Jennifers handen trekken Corné van me af. Ik blijf liggen, duizelend. Corné kijkt woedend op me neer en probeert zijn zus weg te duwen, die hem een klap geeft. 'Gedraag je, Christiaan. Zie wat je haar hebt aangedaan.' Ze wijst naar mijn geknakte vleugel.

Ik probeer me op mijn zij de draaien en grijp naar mijn hoofd. Een kreun ontsnapt uit mijn keel. Corné ziet eruit alsof hij me een schop gaat verkopen, maar Jennifer trekt hem ruw naar zich toe. 'Ga. Nu. Voordat Bas je hoofd eraf rukt en die gebruikt als nachtlampje.'

Corné spreid zijn vleugels, kijkt me nog even giftig aan en vliegt dan weg. Ik kijk hem na totdat hij niets meer is dan een wit puntje voordat ik me tegen de boom aanduwt. Mijn rechtervleugel voelt zwaar aan.

Ik wil mijn vleugels intrekken als Jennifer me tegenhoud. 'Doe dat maar niet.' Ik kijk haar niet begrijpend aan. 'Als je je vleugels intrekt, trekt het gif ook in de rest van je lichaam.'

Jennifer voelt aan mijn hoofd. Als ze haar hand terug trekt zie ik dat er wat bloed aan zit. 'Het is minder erg dan het eruit ziet.' stelt ze me gerust.

Ik schud mijn hoofd. 'Hij haat me echt hé?' Jennifer is even stil voordat ze antwoord geeft. 'Sinds zijn moeder is verdwenen is hij agressiever geworden. Hij wil niemand meer verliezen. Daarom heeft hij jou nodig.'

'Waarom mij?'

Ze strijkt een lok haar uit mijn gezicht. 'Jij bent zijn weg naar Claire. Als hij weet hoe halfengelen in elkaar zitten, weet hij ook de weg terug naar Claire.'

'Wat heeft dat er mee te maken?'

'Corné wilt Claire voor eeuwig. Als hij haar linkt aan een engel overleeft ze dat niet. Dus daarom heeft hij een halfengel nodig. Gelukkig voor ons weet hij nog niet hoe je een persoon linkt aan een halfengel.'

Jennifer neemt me in haar armen en vliegt de lucht in. 'Niet alle engelen met witte vleugels zijn even goed.' mompelt ze.

EngelenkusWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu