《 Proloog 》

285 31 6
                                    

Zij

Zij is alles.
Doet alles.
Maakt alles.

Hij daarentegen.
Hij grijpt alles.
Neemt alles.
Plet alles.

En Ik?
Ik ben Haar begin.
En Zijn einde.

Ik.
Ik ben.

Alles.
En tegelijkertijd,

helemaal niets.

Het spel van de DoodWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu