Hoofdstuk 14

3 0 0
                                    

Alles is donker om me heen. Ik lig op mijn rug en probeer omhoog te komen. Ik stoot mijn hoofd en op de tast merk ik dat ik in een soort van box lig. Een donkere box en ik ben zo claustrofobisch als het maar kan. Ik probeer mezelf te bevrijden, maar niets werkt mee en het zorgt ervoor dat ik begin te hyperventileren. Hard begin ik te bonken op de box en hoor stemmen in de verte. Het lukt me niet de stemmen te onderscheiden, maar ik wil hier uit. Gewoon uit deze box. Dan voel ik hoe de box aan de bovenkant wordt opengeschoven... en wat ik kan zien bevalt me niet...

Ik schrik wakker en voel hoe Max me heen en weer schud. 'Aliva wordt eens wakker!' hoor ik hem roepen en ik kijk hem aan. 'Sorry, maar wat doe jij hier?' vraag ik hem en dan kijk ik om me heen. 

Nu herinner ik me hoe Max me heeft getroost en dat ik blijkbaar in slaap ben gevallen na die tijd. 

'En bedankt, maar ik denk dat ik net zoveel recht heb als jou om hier te zijn.' zegt hij en grinnikt. Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan.

'Sorry ik had een rare droom. Heb je hier de hele tijd bij me gezeten?' vraag ik.

'Ja, ik wilde de film uit kijken. Toen jij in slaap viel tegen me aan.' zegt hij en wijst naar de televisie die heel zacht staat. Ik glimlach even dankbaar. 

'Waar ging die droom over? Of wil je het daar niet over hebben?' 

'Nee liever niet. Misschien later. Waar gaat de film over?' vraag ik snel om van de droom af te zijn. 

'Het is de nieuwe James Bond met Daniel Craig. Ik vind hem nog steeds tien keer niks als James Bond, maar het verhaal is wel goed.' zegt hij en praat me bij over de film, terwijl ik weer afdwaal naar mijn droom. Hoe kwam ik daar, waarom deed Jermaih de box open? Waar was ik in hemelsnaam?

'Aarde aan Aliva? Luister je wel?' vraagt Max en wuift met zijn hand voor mijn ogen. Ik knipper snel en ik knik. 'Wat kun jij toch slecht liegen.' zegt hij en begint te lachen.

'Sorry, ik was met mijn gedachte ergens anders. Zal ik maar eens beginnen met het eten?' vraag ik en wil van de bank af gaan. 

'Nee, laten we wachten tot Anna en Tom terug zijn en dan met zijn allen een aantal pizza's bestellen bij dat restaurantje aan de Port de Revùe.' zegt hij en trekt me tegen zich aan. Ik knik en nestel me weer tegen hem aan. Hopelijk dat hij begrijpt dat het gewoon is, omdat ik het koud heb en niet omdat ik hem aanwijzingen geef tot meer.

Hij grinnikt even en zet dan het geluid weer harder. 

Na een tijdje komen ook Tom en Anna binnen gewandeld en vallen samen op de bank tegenover ons neer. Het lijkt alsof we weer terug bij af zijn met die twee, want ze plakken weer tegen elkaar aan. Ik voel me er ongemakkelijk bij en neem wat afstand van Max. 

Hij kijkt me verbaasd aan, want hij had blijkbaar niets van de binnenkomst van Tom en Anna meegekregen. Ik rol met mijn ogen en knik naar plak-en-plak.

'Volgens mij heeft er iemand iets goed gemaakt?' 

'Je meent het.' zeg ik en loop richting de keuken om wat te drinken te pakken. Zolang ik maar niet bij hun in de buurt hoef te zijn. Ik kijk naar mijn spiegelbeeld in het raam en zie dat mijn haren nog steeds dezelfde kleur hebben. Ik besteed er niet teveel aandacht aan en ben blij als dit mijn kleur zou zijn. Het donkerbruine staat me tenminste. Ben ik geen regenboog of rode duivel of iets wat er op lijkt.

'Aliva, wat is er?' vraagt Max die ook de keuken in loopt. 

'Niets.' kap ik hem af als hij toenadering zoekt. 

'Jawel, er is wel wat.' 

'Nee en wil je ophouden om als een hondje achter me aan te lopen. Ik loop niet voor niets naar de keuken.' zeg ik en loop richting de trap. Het is toch niet te geloven. Ik vertel Anna mijn verhaal over wat er allemaal is gebeurd en wat doet ze, gelijk weer met Tom staan te vrijen alsof er niets is gebeurd. Ik heb het haar verteld, omdat ik haar nodig had. Ik heb mijn oudste vriendin nodig.

Ik stamp de trap op richting mijn kamer en gooi die met een klap dicht. Ik hoor beneden de stemmen van Max en Tom. Het kan me ook niets schelen. Laat ze er allemaal maar in stikken. Ik heb wel wat beters te doen. Ik ga op mijn knieën zitten en grabbel onder het bed. Als ik een houten puntige doos voel trek ik hem naar mij toe. In die doos zitten nog meer boeken van mijn vader. 

Boeken die ik niet in de woonkamer wilde zetten voor iedereen. Het zijn fotoboeken van mijn vader en ik pak de bovenste eruit en ga er mee op bed liggen. De eerste foto's zijn van mijn moeder en mij. Toen ik voor het eerst in de zandbak speelde. Gek dat ik me nu pas besef dat er geen foto's zijn van mijn geboorte. Dat kan natuurlijk niet, maar het was voor mij ook niet logisch om anders te denken. Zij waren mijn ouders en dat zijn ze nog steeds. Ik kom aan bij een foto van Anna en mij. Anna staat erop als een prinses en ik wilde niets anders dan een vlinder zijn. Hoe ik dat vroeger nou kon willen begrijp ik nog steeds niet. Aan de zijde van Anna stond een jongen verkleed als prins, maar ik kom niet op zijn naam. Ik zucht en pak de volgende foto erbij. Een foto van mijn ouders zonder mij en met een beeldschone vrouw. Ik bekijk de foto beter. Deze foto heb ik nog niet eerder gezien en dan besef ik me dat die vrouw op de foto dat dat Leah is. Ik blijf stil op mijn bed liggen en het lijkt een eeuwigheid voor ik besef dat dit echt mijn moeder is die met mijn adoptie ouders op de foto staat. Ik zet de foto op mijn nachtkastje en ga verder met mijn zoektocht. 

Helaas verder zitten er geen foto's in van Leah en mijn ouders samen of Leah alleen. Ik pak het volgende album en daar valt een envelop uit. 



Evenbeeld part II Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu