Hoofdstuk 7

5 0 0
                                    

'Het begint pas...' hoor ik en zit vervolgens recht overeind. Verwilderd kijk ik om me heen, maar besef dan dat het donker is en ik niets kan zien. Mijn hartslag suist in mijn oren en als een bang dier kruip ik langzaam uit bed. Ik doe het licht aan en loop naar de badkamer. 'Er is niets aan de hand, gewoon een droom.' zeg ik tegen mezelf terwijl ik in de spiegel kijk. Ik schrik van mijn spiegelbeeld. Mijn haar is zwart met een streep zilver en mijn ogen zijn licht geel met bruine spikkels. Ik neem een slok water en kijk weer naar de spiegel en zie achter me een schim. Ik draai me om, maar de schim is verdwenen. Bibberend loop ik richting mijn bed, maar besef me dat ik liever niet alleen blijf in mijn kamer en loop de gang in. In de gang aangekomen twijfel ik, het hele huis lijkt in diepe rust en ik wil niemand wakker maken. Daarom loop ik naar beneden om in de keuken een warme kop chocolademelk te maken. Dat hielp vroeger als ik slecht sliep. Mama, maakte dit altijd voor me. Mama, wat moet ik doen? Ik ben niet sterk, ik ben een in elkaar verfrommelde versie van mezelf, mompel ik en pak de mok uit de magnetron. 'Shit!' roep ik als ik zie wat ik aanricht. De mok was veel te warm en is uiteen gespat op de keukenvloer. Mezelf vervloekend pak ik een lading handdoeken en gooi ik op de chocoladevlek. Ik ruim het straks wel op. Ik doe nog een poging en dit keer lukt het me wel om een fatsoenlijke mok warme chocomelk voor mezelf te maken. Samen met de mok ga ik aan de keukentafel zitten en in gedachten verzonken nip ik aan mijn chocomelk en vraag me af wat ik kan doen om de ontmoeting met Robert tegen te gaan of hem uit te stellen.

'Dus jij bent de herriemaker' hoor ik achter me, de stem klinkt als muziek in mijn oren en kijk Max aan. Hij glimlacht even en wijst naar de hoeveelheid handdoeken op de vloer..

'Sorry, heb ik je wakker gemaakt?' vraag ik dan maar.

'Nee, ik lag al de hele avond wakker, maar iedereen lag te slapen dus dacht ik laat ik maar geen herrie maken.' geeft hij als antwoord en loopt richting de koelkast om daar nog meer lawaai te maken als ik net deed.

'Ik ruim het straks wel op, maar waarom lag jij wakker dan?'

'O, eh... mijn hersenen maken overuren, omdat ik..'

'Laat me raden jij weet ook niet hoe we met Cirvius moeten omgaan?'

'Eh... dat wilde ik niet zeggen.' Max is best schattig als hij bloost en even wil ik hem gewoon vertellen in wat voor tweestrijd ik sta. Zijn broertje is dood, maar ik heb gevoelens voor Max. Waarom kan mijn leven niet gewoon simpel zijn, ik zucht en kijk naar mijn mok. 'Hoorde je wat ik zei, Aliva?'

'Huh... nee sorry, ik was even heel ver weg.'

'Hm laat ook maar, wat zei je over Cirvius?' zegt Max en vervloekt zichzelf, omdat hij het niet durft te herhalen wat hij net openbaarde aan haar. Zei ik nou echt dat we eens moesten ophouden zo om elkaar heen te draaien, dat ik duidelijkheid wil? Ik snap best dat ze het moeilijk vind om naar haar gevoelens te luisteren, ze is al zoveel verloren. Haar adoptie ouders, haar biologische moeder en ook haar vriend, mijn broertje. Ik kijk haar aan en wacht op antwoord.

'Ik zei dus jij weet ook niet hoe we met Cirvius om moeten gaan?'

'Nee, ik had liever gewild dat ik dat wel wist. Meestal als er een Cirvius in het spel is dan jagen we hem op en ontnemen we zijn krachten, maar om dat nu te doen bij je vader en broers, sorry halfbroers. Dat lijkt me niet echt een optie.'

'Max! Je bent geniaal!' roep ik blij en spring op van mijn stoel en spring in zijn armen. Max verstrakt even en dan besef ik me pas wat ik net heb gedaan. Alle afstand die ik probeerde te bewaren tussen hem en mij. Het is in een klap verdwenen. In gedachte verzonken blijf ik staan. Max schraapt zijn keel en ik kijk omhoog, verschrikt laat ik hem los, want wat ik daar lees is ruwe passie iets wat ik mezelf nooit meer wil aan doen. 'Dus.. vertel waarom ben ik zo geniaal?' vraagt Max en ik neem een hap adem voordat ik begin met praten.

'Je vertelt net dat jullie, jagers, altijd mensen opzochten welke hun kracht misbruikte, toch? En dan bond je die krachten in, zodat degene die zijn krachten misbruikte nooit meer bij zijn krachten kon komen. Nu waarom passen we die krachten niet toe. Alleen dan op een andere manier.' zeg ik in een ademhaling. Ik zie Max bedenkelijk kijken en zie hoe er een idee bij hem op komt.

'Wacht hier. Ik maak de anderen wakker.' zegt hij en sleept me naar de woonkamer. Ik blijf even staan en zie hoe Max weg wil lopen, maar ik pak hem bij zijn arm.

'Laat ze slapen en vertel mij eerst het plan. Als we samen zeker weten dat het een goed plan is wat gaat werken, dan kunnen we het hun vertellen.'

'Jij denkt dat ik geen goed plan heb?' zegt Max en ik zie de teleurstelling in zijn ogen.

'Dat zeg ik niet. Wat ik bedoel is dat we er misschien samen naar kunnen kijken en het kunnen uitwerken. Zodat we 100% weten dat het gaat werken. Voordat we allemaal kwade slaperige gezichten krijgen.' zeg ik en trek hem mee naar de bank. Ik weet niet of ik het zo zeer doe omdat ik even met Max alleen wil zijn of omdat het plan wat hij al de zijne heeft gemaakt mij niet aan zal staan. Ik zucht en laat me op de bank vallen.

Max gaat naast me zitten, maar houdt er wel een zitplaats tussen. Hij kijkt me even aan, maar steekt dan van wal.



Evenbeeld part II Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu