Hoofdstuk 4

4 0 0
                                    

Ik zucht en gooi mijn benen over de rand van het bed. Hoe ik mij ook draai, beweeg of ga liggen de slaap wil niet komen. Het helpt ook niet echt dat er buiten veel lawaai is. Ik sta op en loop naar de badkamer. Wanneer ik de douche open draai kom ik langs de spiegel. Het spiegelbeeld ontwijk ik, want ik wil niet weten hoe ik er uit zie. Door wat Max mij verteld heeft weet ik dat ik op het moment een palet aan kleuren ben. Ik voel me net alle kleuren van de regenboog. Ik stap zuchtend onder de douche en was mijn haren. Mijn lichaam voelt onrustig, maar het water schijnt er een groot deel van weg te spoelen. Mijn gedachte gaan naar mijn ouders en naar Leah. Hoe heeft het allemaal zo ver kunnen komen. Ik voel de tranen opkomen en ben blij dat ik onder de douche sta. Ik denk aan Ian en aan Max. Hoe verschillend ze zijn en het verlies van Ian. Mijn lichaam staat inmiddels zo te trillen dat ik mezelf op de douchevloer laat glijden. Mijn hele lichaam beeft en het lijkt wel alsof alles van de afgelopen maanden weer naar buiten wil. Ik laat het maar begaan en wanneer ik een beetje gekalmeerd ben draai ik de douche uit en droog me af. Mijn haar wikkel ik in een tulband zonder in de spiegel te kijken en de badhanddoek wikkel ik om mijn lichaam.

Vervolgens loop ik mijn slaapkamer weer in en schrik me kapot, omdat Max op mijn bed ligt en naar het plafond staart. 'Max wa-' maar hij onderbreekt me. 'Wat ik hier doe? Ik kwam kijken hoe het met je gaat en ik ben blij dat je het bed uit bent en weer een soort van onder de levenden bent. Kom kleed je aan, dan gaan we naar Deflo en Levien om eens een aardig woordje te babbelen over die zogenaamde nieuwe broers en vader van je.' Ik wil wat zeggen, maar ik bedenk me dat ik gewoon geen puf heb om er tegenin te gaan. Ik loop naar mijn kledingkast en pak daar mijn kleren uit, omdat Max blijkbaar geen aanstalten maakt om de kamer uit te verdwijnen geef ik hem een vernietigende blik. Hij negeert het en komt op me af lopen. 'Max -' zeg ik, maar zijn ogen lijken vuur te branden en laten zich over mijn schaars gekleedde lichaam glijden. 'Max!' roep ik nog een keer en nu lijk ik zijn aandacht te hebben. Hij kijkt me aan en staat inmiddels recht voor me. 'Wil je mij een plezier doen en uit mijn slaapkamer verdwijnen zodat ik me kan aankleden?' vraag ik hem, maar hij doet net alsof hij me niet hoort. Zijn hand raakt mijn gezicht aan en waar zijn vingertoppen mijn wang raken volgen allemaal kleine vonkjes. Ik probeer mijn gezicht weg te trekken, maar hij heeft het door en pakt mijn gezicht met beide handen vast. Ik lees in zijn ogen de vraag, de vraag waar ik niet aan wil denken. Zijn gezicht is nu vlak bij de mijne en ik sta als versteend. Ik wil dit niet, nu niet, maar mijn lichaam schreeuwt om iets anders, om meer. Max zijn mond raakt bijna de mijne als de deur open vliegt. Max laat me los en de verbinding is verbroken.

'Wat?' snauwt hij naar Tai die in de deuropening staat.

 'Eh..' Tai kijkt van Max naar mij en weer terug. 'Eh... Deflo en Levien vragen zich af wat er allemaal aan de hand is. Ze staan beneden te wachten op jullie.' en maakt zich weer uit de voeten.

Max draait zich om en zijn ogen branden weer, maar dit keer van spijt.

'Max, ik-' probeer ik te zeggen, maar hij is me voor. 'Aliva, sorry. Dat was niet de bedoeling. Ik weet wat we hebben afgesproken. Geen toenadering, zolang jij dat niet wil. Al zegt je lichaam iets anders. Ik zou me aan mijn belofte houden.' Max draait zich om en rent bijna de deur uit. Ik zucht hoe kan het ook anders. Ja ik geef toe, ik voel wat voor Max. Hij maakt me gelukkig, maar hij kan ook zo verdraaid vervelend zijn en wil altijd gelijk hebben. Daarnaast hij is de oudere broer van Ian, halfbroer. Wat het ingewikkeld maakt. Ik weet het niet, maar ik ben er gewoon niet klaar voor. Niet nu.

Ik trek mijn trainingspak aan, welke een maat te groot blijkt te zitten en mopper dat ik meer moet eten of eens moet gaat shoppen. Ik trek het koortje van mijn trainingsbroek extra strak aan en loop naar beneden. Waar het welkomscomité wacht.

'Zusje, wat zie jij er eh... apart uit.' zegt Deflo en scant mij van top tot teen. Levien valt hem bij 'Je moet meer eten zus of je moet al op mij willen gaan lijken.' ze wijst naar haar lichaam wat vel over been is maar toch schoonheid uitstraalt. 

'Commentaar houden jullie maar voor je, anders verander ik jullie echt niet terug.' zeg ik en plof op de bank. 'Ja over dat... wanneer ga je ons hoe zullen we het noemen terugveranderen?' zegt Deflo en begint te lachen. Deflo is nog steeds mens en wil graag weer de krachten terug die ook zijn zussen hebben. Tevens hangt de weerwolf vloek nog steeds op zijn nazaten. Hij wil dolgraag dat die vloek weg wordt gehaald. 

'Als ik mijn krachten weer terug heb..' zeg ik en kijk ze aan alsof ze op hun achterhoofd zijn gevallen. 

'Goed, laten we het daar later eens over hebben. Wat was er nou zo belangrijk dat je ons nodig hebt hier nog wel in je keizerlijk paleis.' zegt Levien.

Ik hoor Max onwillekeurig grommen en zie dat zijn gezicht verstrakt. 

'Jullie hebben mij niet het hele verhaal verteld over wie ik ben. Ook niet dat wij nog twee broers hebben. Ene Jermaih en Lucas wel genoemd en o ja, dat mijn vader mij zoekt?' 

Deflo en Levien kijken verbaasd naar mij en ik zie Levien nog verder wit wegtrekken dan normaal. Wat wel grappig is, want ze is al erg bleek van zichzelf. 'Euhm.. hoe bedoel je precies?' vraagt Deflo en ik hoor een trilling in zijn stem.

'Zoals ik het zeg wanneer waren jullie van plan mij te vertellen over Jermaih en Lucas en dat mijn vader mij opeist!' roep ik nu en ik voel de kracht in mij onwillekeurig draaien.

'Zover wij weten is je vader dood. Mam heeft verschillende mannen gehad, waardoor we niet allemaal volledige broers en zussen zijn. Jij bent ons half zusje, maar mam verbood ons om daar ook maar een woord over te vertellen. Ook al is ze nu dood het voelde niet goed om het je te vertellen.' zegt Levien en ze zakt wat verder weg in haar stoel.

'Mijn vader is niet die van jullie? Hoe kan dat en waarom zouden jullie zoiets belangrijks voor mij achterhouden?' mijn woede neemt het nog net niet van me over en ik zie dat Max op mij afstapt. 

'Nou het zit eh... het zit zo, jouw vader Robert is - was  van de zwarte zijde ook wel Cirvius genoemd. Leah ging een relatie met hem aan zonder dat ze dit wist, ze kreeg twee zoons Jermaih en Lucas, maar je vader wilde graag een dochter en toen kwam jij. Mam was er inmiddels achter dat je vader niet de gehele waarheid sprak. Hij was vaak weg zonder een goede reden en liet haar thuis zitten met zes kinderen en toen jij werd geboren brak de ruzie uit. Wij waren nog vrij jong of niet Levien.' Deflo knikt naar Levien dat ze verder moest vertellen. 

'Ja, we waren nog vrij jong Deflo. Ik was de oudste en ik weet nog dat mam ons naar het bos bracht achter het huis. Samen met jou. Ik hield jou vast en samen met je andere halfbroers en -zus stond ik te wachten op mam. Het duurde een hele tijd voordat ze terugkwam en ze bloedde heel erg. Het enige wat ze zei is dat we niet meer terug kwamen en naar Cann zouden gaan om daar opnieuw te beginnen. We waren opnieuw begonnen en later vertelde mam dat ze hem gedood had, wat er met Jermaih en Lucas was gebeurd wist ze niet. Het deed haar zeer, maar ze vertelde dat ze niet het risico wilde lopen dat Jermaih en Lucas ook Cirvius bloed in hen hadden.' 

Ik kijk ze beide aan en besef dan het onmogelijke. Ik was, nee ik heb, ik ben slecht. Ik heb Cirvius bloed in mij. Alsof Max mijn gedachte leest legt hij een hand op mijn schouder. Mijn gevoel slaat om en ik voel hoe mijn lichaam weer veranderd van kleur. Deflo en Levien kijken mij met open mond aan. Max haalt zijn hand van mijn schouder. 

'Aliva je bent niet slecht.'

'Ik heb Cirvius bloed in me, dus ik ben slecht.'

Zo weer een hoofdstuk van Evenbeeld part II. Benieuwd naar hoe het verder gaat. Ik upload zo snel ik kan weer een nieuw hoofdstuk, maar ik ben niet helemaal fit dus het kan weer even een paar dagen duren voor ik upload. 

Evenbeeld part II Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu