Hoofdstuk 22

35 3 0
                                    

Dit bericht was van deze morgen. Ik staarde naar mijn iPad. Waarover ging dit allemaal? Pistolen, aanvallen, achtervolgingen? Waar zaten ze allebei in? En waarom wilde Alec het niet aan mij vertellen? Er kwam iemand naast me zitten en ik handelde snel. Als het zou kunnen dat ik werd aangevallen, moest ik overal voorbereid zijn. Ik haalde uit naar die persoon, en hij was verrast. Ik zag dat het Brandon was. “Amai, al zo goed wakker?” Ik ging terug zitten en zette mijn iPad uit. Ik wilde niet dat hij iets zou zien. Hij had dat niet door. “Hoe komt het dat jij al wakker bent? Je houdt toch zo van uitslapen?” Het was niet echt verstandig om iets te zeggen wat uit onze vroegere relatie kwam, maar het was beter dan dat hij zou vragen wat ik bezig was. Hij haalde zijn schouders op. “Ik kon niet slapen door dat schot deze nacht. Ik was bang geworden. Dan realiseerde ik me pas hoe dicht ik bij zo’n kogel kon staan.” Ik had er helemaal niet bij stilgestaan hoe hij zich daarbij moest voelen. Maar nu wist ik dat. “Gaat het wel?” Hij keek weg. “Ja, dat valt mee. Ik ben stom geweest, echt stom de laatste tijd. Eerst dat met Lisa, dan met die pistool… Ik heb iedereen gewoon van me weg geduwd.” Dat was waar. Hij had iedereen weggeduwd, al zijn vrienden waren nu vast bang voor hem, en dat zou een hele tijd duren voor dat weer op gang zou komen. Ik kon daar niets op antwoorden, hij had de waarheid al voor zichzelf uitgevist. Ik stond op en legde alles in mijn tas. Het papier zou ik onderweg wel ergens dumpen. “Ga je weg?” Ik knikte en pakte mijn fiets. “Je gaat toch niet weg omdat ik hier was?” Ik keek naar hem en lachte. “Nee, ik moet gewoon terug gaan. Mijn ouders zullen zich wel afvragen waar ik ben.” Hij knikte en ik vertrok. “Bye.” Zei ik nog. Ik beloofde om vriendelijker te zijn, en dat was ik ook. Ik vertrok en een straat verder scheurde ik het papier in stukjes en gooide telkens als ik een vuilbak tegenkwam, een paar stukken erin. Zo was heel mijn papier weg. Ik voelde me heel slecht dat ik in Alec’s gsm had gekeken, heel slecht. Als ik een engeltje en een duiveltje op mijn schouder had, zou de engel zeggen: “Je moet het hem vertellen.” Terwijl de duivel zou zeggen: “Als je het hem vertelt, dan is jullie relatie voorbij.” Ik begreep de duivel en wilde hem niet kwijtspelen. Maar ik wist niet hoe Alec zou reageren als hij dat zou weten. Misschien zou hij zeggen: “Ik snap waarom je het hebt gedaan. Ik zou hetzelfde doen.” Maar waarschijnlijk niet. Hij zou waarschijnlijk uitflippen omdat zijn vriendin hem niet vertrouwt. En dat is het niet, ik vertrouw hem wel. Maar als hij me niets vertelt, wat zou jij dan doen? Hij heeft er een goede reden voor: om mij te beschermen. Maar tegen wat? Na mijn relatie met Brandon vertrouw ik Alec wel, maar ik krijg gewoon een déjà vu-gevoel. Hij houdt iets voor me geheim en ik wil weten wat het is. Dus besloot ik de engel maar te volgen. Als ik zo zou verder doen, zou hij het me zeker niet vertellen. Er bestaat een kans dat hij het me wel vertelt als ik naar de engel luister. Ik kwam thuis aan en zette mijn fiets in de garage. Ik zuchtte en ging naar Alec’s kamer. Ik klopte en deed open, maar er was niemand te zien. Viktor was in de woonkamer, dus ik vroeg hem waar Alec was. “Hij was toch met jou mee?” Ik fronste mijn wenkbrauwen en speelde het spel gewoon mee. Ik ging naar mijn kamer en legde me op het bed. Ik was aan het oefenen hoe ik het zou zeggen tegen Alec. Mijn angst werd groter en groter dat ik hem zou verliezen. Er klopte iemand op mijn deur en Alec kwam binnen. Hij zag er niet blij uit. “Ik was juist naar je op zoek. Je was niet in je kamer en Viktor zei dat je bij mij was. Wat is er aan de hand?” Hij ging op het bed zitten, maar niet dicht bij mij. Zou hij het al weten? Zo ja, dan zou er een hele last van mijn schouders vallen. Zo niet, wat scheelt er dan? “Waarom was je met Brandon?” Ik hield mijn hoofd schuin en vroeg me af hoe hij dat wist. “Hoe weet je dat?” “Antwoord gewoon.” “Ik was niet met Brandon, ik ging gewoon naar het skatepark, om iets te doen, en Brandon kwam naast me zitten.” Ik zag dat hij niet erg blij was met dat antwoord. “Weet je zeker dat je niet meer op hem verliefd bent?” Ik bleef er kalm bij en antwoordde ook kalm. “Nee, natuurlijk niet. Maar hoe weet je dat Brandon bij me zat?” Ik had een zwak punt geraakt. “Niet boos worden. Alsjeblieft. Ik, euhm, heb je achtervolgd omdat ik wilde weten waarom je alleen maar zei dat je ergens naartoe moest. Toen ik zag dat je met Brandon…” “Er is helemaal niets tussen mij en Brandon. En ik begrijp waarom je…” Ik stopte abrupt. Ik had me versproken. Hoe in hemelsnaam kon ik me verspreken? Ik hoopte dat hij dat niet zou merken, maar hij deed het toch. “Wat begrijp je? En als ik nog iets mag vragen, waarom ben je niet boos dat ik je achtervolgd heb?” Ik zuchtte en liet me op het bed vallen. Nu of nooit. “Ik begrijp het omdat…” De bel ging. 

Zweedse wraakWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu