Hoofdstuk 30

28 5 0
                                    

Ik hoorde niets meer, zag niets meer. Maar voelen kon ik nog. Ik lag in een bed, in een heerlijk bed. Ik voelde trillingen onder mijn lichaam, die plotseling stopten. Toen het stopte, voelde ik ineens verschrikkelijk veel pijn. Na een tijdje verzwakte dat, en voelde ik mezelf weer heerlijk. Ik herinnerde me weer wat er gebeurd was. Alles werd zwart voor mijn ogen, dus moest er iets met me gebeurd zijn. Mijn enige zorg nu was Alec. Wie schoot? Waarnaartoe? En was hij  nu dood? Ik hoopte van niet, anders zou het allemaal voor niets zijn geweest. Mijn gehoor begon weer terug te komen. Het heerlijk gevoel was er nog, maar in mindere maten. Iemand hield mijn hand vast. Ik wilde dat Brandon me los liet. Hij moest van me afblijven. Ik wilde tegenpruttelen maar dacht eraan dat Brandon nu waarschijnlijk dood was. Of iets in die aard. Ik hoorde licht gepiep, het soort piepen dat je vaak in een ziekenhuis hoort. Maar dan wel op TV. Mijn ogen waren nog steeds dicht, ik kreeg ze maar niet open. De hand bewoog, maar liet niet los. Wie was dat? Het gepiep werd harder en ik voelde dat mijn handen nog steeds verbrand waren. Ik kreeg een stuiptrekking in mijn been en hoorde ineens veel stemmen tegelijk praten. Maar ik verstond er niets van. Al die woorden, ik had ze al eens eerder gehoord, maar wist niet meer wat ze betekenden. Er kwamen nog meer mensen binnen. Het gepiep ging sneller, en er werden een heleboel knoppen ingedrukt (ik denk toch dat het knoppen waren). Iemand deed mijn ogen open, maar ik kon niets zien. Het was nog steeds zwart. O-oh. Was ik blind? Oh nee toch, alsjeblieft, niet blind zijn. Dan kan ik nooit meer vechten, dan kan ik Alec nooit meer zien. Dan kan ik mezelf nooit meer zien en niet meer oordelen of ik nu te dik was of nog steeds op mijn gewicht. Maar dan leefde ik nog, toch? Was het het waard om nog te leven maar niets meer zien? Ik weet het niet, ik heb het nog nooit meegemaakt. Maar goed. De extra mensen gingen weer de kamer uit, maar het gepiep was nog steeds snel. Kan iemand dat afzetten? Ik word er gek van. Dacht ik bij mezelf. Ik werd er inderdaad gek van, het werd sneller en sneller, en dat was heel vervelend, zeker als je er waarschijnlijk voor zat. Werden de anderen er niet gek van? Iemand had mijn hand nog steeds vast. Ik viel een soort van in slaap en werd na een tijdje wakker. Je kon het niet echt slaap noemen, want als je (waarschijnlijk was ik bewusteloos of misschien in coma dat kan ook) kon je niet echt slapen. Toen ik ‘wakker’ was hoorde ik weer mensen binnenkomen. Ze praatten, maar ik verstond er nog steeds niets van. Het piepen werd zachter, dus iemand had nu eindelijk door dat dat piepen verschrikkelijk was. De hand liet me los en de trillingen begonnen weer. Na een tijdje stopte het en het heerlijk gevoel werd meer. Mijn gehoor werd weer minder en mijn gevoel ook. Ik wist niet wat er gebeurde, maar daarna ging het heerlijk gevoel weer weg en kwam er pijn in de plaats. Ik voelde dat ik me weer kon bewegen en mijn gehoor was terug. Ik probeerde mijn ogen open te doen, en dat lukte. Echt zien kon ik het niet noemen, maar ik zag kleuren. Wit overheerste, maar ook iets sterker. Als ik daarin keek deed het pijn, dus deed ik mijn ogen terug dicht. Juist op dat moment kwam er weer iemand binnen. Een vinger ging over mijn wang en dat voelde goed. Ik had pijn, veel pijn, maar probeerde mijn ogen nog eens open te doen. Dit keer zag ik alles een beetje sterker. Het wit was het plafond, en dat sterk licht was de lamp van die kamer. Ik zag ook iemand boven mij hangen. Het was Alec die glimlachte. Hij pakte mijn hand terug vast en hij was degene die de hele tijd mijn hand vasthield. Ik glimlachte, dat was een goed teken dat hij hier voor me stond. Nu mezelf nog overtuigen dat dit geen droom is. Hij zei niets, of misschien hoorde ik niets. Zijn hand ging rond mijn gezicht. “Hoe voel je je?” Ik kon dus nog horen.  Ik wilde mijn schouder ophalen, maar kreunde van de pijn. Mijn schouder deed ineens ongelooflijk veel pijn. “Blijkbaar niet zo goed. Ik ben blij dat je nog leeft.” Ik fronste mijn wenkbrauwen, het enige dat geen pijn deed en hij keek me glimlachend aan. “Normaal gezien moet ik je nu een preek geven omdat je me achtervolgd ben. En zeker omdat het nog niet zeker was dat je het zou overleven. Maar nu ik je in leven zie, ben ik blij. Maar je moet in het vervolg leren luisteren.” Ik maakte mijn lippen nat en probeerde te praten. “Ik hoop .. dat .. er geen .. volgende .. keer .. komt.” “Ik hoop het ook. Maar ik bedoel dat je gewoon moet leren luisteren. Dit kon je dood betekenen.” “Wat .. is er .. gebeurd?” “Kort nadat je Brandon hebt neergeschoten, schoot Markus op je. Als hij 3 millimeter dichter bij je hart had geschoten, dan was je nu dood geweest.” Maar als hij op mij had geschoten, dan zou Alec nu toch niet meer moeten leven? “Markus is dood. Ik heb hem doodgeschoten.” Ik knikte begrijpend. “Ben je niet, bang?” “Ik ben .. niet veel .. beter.” Mijn stem was nog steeds hees maar ik kon al beter praten. Hij ging naast me zitten en ik wilde mijn hoofd draaien, maar dat deed ook pijn. Hij zette zijn stoel dichterbij zodat ik niet veel moest draaien. “Slaap maar een beetje, je bent waarschijnlijk moe.” Hoe kon ik moe zijn terwijl ik de hele tijd had geslapen? “Ben ik .. in coma geweest?” Hij knikte. 

Zweedse wraakWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu