--- 14 ---

187 4 0
                                    

Ik word wakker gemaakt door Mark. 'Camilla' roept hij.

Ik open mijn ogen en kijk om me heen. Ik lig op de stoelen in het vliegtuig. Ik gaap, 'wat is er?'

'We zijn er.'

Hij trekt me omhoog en trekt me het vliegtuig uit. We zijn op een eiland. En op een berg. Er loopt een pad naar het huis. Mark trekt me mee ernaar toe. 'Hier' zegt hij. Hij geeft me een masker. 'Doe op' zegt hij.

Ik doe het masker op. Hij doet ook een masker op. Die van hem is zwart. John komt aanlopen, 'is ze eindelijk wakker.'

'Ik was niet in slaap gevallen als jullie me geen pil hadden gegeven hoor!'

Hij rolt met zijn ogen. 'Let's go' zegt Mark 'Samuel vraagt zich vast af waar we blijven.'

Hij trekt me mee een zaal in. Er zijn veel mensen. Vooral mannen. Er zijn maar weinig vrouwen. Mark kijkt mij aan, 'remember what I said?'

'Ik moet bij je in de buurt blijven' zeg ik met een zucht.

Hij grijnst, 'inderdaad.'

Er komt een man naar Mark toelopen. 'Ah' zegt hij 'fijn dat je er bent Mark.'

Mark glimlacht en geeft de man een hand. 'Alles goed' vraagt hij.

Mark knikt, 'alles goed. Beter zelfs. Ik heb de dochter van mijn vijand.'

De man kijkt naar mij, 'heeft Jack een dochter?'

Ik zucht. Hij kijkt Mark weer aan, 'wat zei hij?'

'Dat hij geen slaaf wilde ruilen voor haar.'

'Geeft hij zo weinig om haar?'

Ik kijk naar mijn nagels. Ik luister niet meer. Dit wil ik niet horen. Opeens tilt Mark mijn kin op. Ze staan beide voor me. 'Wat' zeg ik.

'Sinds wanneer weet je dat hij een slavenhandelaar is?'

'Een week voordat deze sukkel me ontvoerde.'

John pakt mijn haar beet. 'John' zegt de man 'laat haar maar. Ze heeft een grote mond maar die kun je wel breken.'

Opeens hoor ik achter me, 'Mark!'

John pakt me stevig beet en draait zich om met me. Mijn vader staat in de deuropening. Vince staat half achter hem net als Katie. 'O nee' fluister ik.

Mark grijnst, 'hallo Jack'

'Mark, geef me mijn dochter' zegt mijn vader terwijl hij naar Mark beent.

'Dan wil ik er iets voor terug' zegt Mark grijnzend 'dat weet je.'

'Ik geef je geen slaven van me' roept mijn vader 'je zal ze pijn doen!'

'Ja dus? Ik doe ze alleen pijn als ze iets stouts doen.'

Er komt nog iemand aanlopen. Mijn moeder. 'O hemel' zeggen Vince en Katie tegelijk.

'Jack' roept mijn moeder 'dacht je echt dat ik niet mee ging mijn dochter halen!'

'Ik hoopte het' mompelt mijn vader.

Mark lacht, 'dus dit is je vrouw.'

'Laat haar erbuiten' sist mijn vader 'ik wil dat je mijn dochter laat gaan!'

'Je weet dat ik er een slaaf voor terug wil.'

'Meneer' zegt Katie.

Mijn vader kijkt om. 'Als het niet anders kan' zegt ze 'dan zal ik gaan.'

'Nee' zegt mijn vader 'dat doe ik niet.'

'Meneer' zegt Katie 'laat mij gaan.'

Mijn vader kijkt naar Vince. Vince slaat zijn ogen neer. 'Goed' zegt mijn vader 'je krijgt Katie.'

Katie loopt naar hen toe. Mark pakt Katie beet. Hij gaat met zijn ogen over haar heen. 'Goed genoeg' zegt hij grijnzend.

'John' zegt hij terwijl hij kort knikt naar hem. John duwt me weg. Mijn vader pakt me snel beet zodat ik niet val. Ik kijk Katie aan. Ze glimlacht, 'geen zorgen Miss. U bent tenminste veilig.'


my dadWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu