Rowan

763 18 2
                                    

Gespannen staar ik naar Annabel. Kreunend ligt ze op het ziekenhuis bed en ik wrijf met mijn duim over haar hand. 'Rustig Bella, blijven ademen,' fluister ik nerveus en weer kreunt ze. 'Rowan,' mompelt ze schor en haar gezicht betrekt waarna ze hard in mijn hand knijpt. 'Ik ben bij je, rustig het komt goed.' Het zweet breekt me uit en weer kermt ze van de pijn. Een heldere traan verlaat haar ooghoek die ik rustig weg veeg. Nog nooit heb ik de adrenaline zo hevig voelen stromen. De afgelopen maand is snel verlopen en het was heel plotseling dat Annabel haar vliezen braken want de baby is zeker een halve maand te vroeg.
Terwijl ik mijn hand door haar haren haal in de hoop haar een beetje te kalmeren denk ik aan een uur geleden.
Net toen ik van Kevin kwam, was Annabel bezig met het eten. Er was nog niets aan de hand en rustig hebben we ons avond eten naar binnen gewerkt. Tijdens het afruimen, gebeurde het. Toen ze opeen kermend van de pijn naar haar buik greep, wist ik niet hoe snel ik naar het ziekenhuis moest geraken.

En nu ligt ze hier.

Toen ik hoorde dat ze zwanger was, wist ik niet of ik blij moest zijn, of bang. Ben ik wel klaar om een vader te zijn? Straks word ik als mijn vader. Straks kan ik mezelf niet bedwingen en-. Ik wil er niet eens aan denken.
De eerste keer dat we het bed deelde, was ook onverwacht. Beiden hadden we er geen rekening mee gehouden omdat Annabel in het examenjaar zat en ik vooral met voetbal bezig was. Ik kwam net terug van een wedstrijd en omdat we gewonnen hadden, wilde ik zo snel mogelijk naar Annabel. Ze zat een film te kijken omdat ze waarschijnlijk net van Julia kwam aangezien ze samen iets moesten regelen voor school. Glimlachend denk ik aan het moment dat ik de tv uitdrukte en haar met haar rug op de bank drukte. Haar lippen hadden vurig op de mijne gevoeld, zonder ook maar een pauze om terug op adem te komen. Haar handen hadden zelfverzekerd om mijn lichaam gegleden en verkende elk stukje huid. Zoiets intiems had ik van mijn leven nog niet kunnen voorstellen. Van het één kwam het ander en zo'n nacht, zou ik elke dag met haar willen beleven. En dan zes jaar later, een kind. Ik kan het nog steeds niet beseffen.

Plotseling voel ik Annabel haar nagels in mijn hand. 'Haal een dokter,' sist ze van de pijn en ik haast me naar de gang om de zuster op te zoeken. De zuster volgt me gehaast en meteen schiet ze Annabel te hulp. De hitte die ik nu voel, zorgt voor een stikkend gevoel en ik pak trillend Annabel haar hand. 'Het komt goed,' sus ik zachtjes al betwijfel ik of ik het niet voor mezelf bedoel.
Terwijl de zuster Annabel aanwijzingen geeft, voel ik de gebeurtenis als een waas aan me voorbij gaan. Annabel haar kreunen, haar puffen.

En dan gebeurt het.

Schreeuwend knijpt Annabel in mijn hand en op van de zenuwen zie ik een hoofdje verschijnen. Zonder echt besef voel ik tranen over mijn wangen rollen als ik naar het wonder kijk. Annabel kermt en ik blijf ademloos naar de zuster kijken die Annabel helpt. Verstijfd voel ik Annabel haar nagels in mijn handen prikken maar het kan me niets schelen. Het enige waar ik op kan letten, is het kleine persoontje in de zuster haar armen. Ze snelt zich naar een paar andere dokters en slikkend richt ik me op Annabel. 'Schat, dat was geweldig,' fluister ik huilend tegen haar als ze nog vermoeid na puft. Ze opent langzaam haar ogen en laat haar hand uit de mijne glijden om de tranen weg te vegen.
'Meneer, mevrouw,' zegt een stem en door het geluid van een huilende baby kijk ik op.
'Jullie dochter.'

Oh God.

Onze dochter.

Mijn dochter.

Mijn kind.

Ze komt aanlopen en glimlachen tussen haar tranen door, neemt Annabel haar in ontvangst. Eerst kan ik niets doen dan staren. Staren naar ons kind. Ons kleine meisje. Tranen branden achter mijn ogen en Annabel kijkt me aan. Haar ogen zijn rood van de tranen maar haar glimlach spreekt boekdelen. Lichtjes wiegt Annabel haar heen en weer om haar te sussen en het gelukkige gevoel in mijn borst wordt met de seconde groter. Weer rolt er een traan over mijn wang en ik buig me naar het kleintje toe. Heel voorzichtig plant ik een kusje op haar voorhoofd en draai ik me naar Annabel. Haar lippen zijn kurkdroog, haar haren plakken in haar nek en ze kijkt me lachend door haar tranen aan. 'Het is je gelukt schat,' prevel ik en ik kus ook Annabel op haar voorhoofd.
Ze houdt de baby op en even verstijf ik. Langzaam herpak ik mezelf en laat ik mijn handen onder het lichaampje glijden. Haar hoofdje steun ik en ik druk haar tegen me aan.

Zo klein en zo breekbaar.

Ze huilt nog heel zachtjes en ik kijk naar haar mooie gezichtje.

Dan begint Annabel opeens weer te schreeuwen.


The Boy I Fell In Love WithWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu