Ik sta voor de spiegel in mijn trouw jurk, helemaal klaar voor vandaag, maar zo voel ik me niet. Eigenlijk wil ik helemaal niet met hem trouwen. Ik weet ook niet waarom ik in vredesnaam ooit ja heb gezegd, eigenlijk ook wel het was onverwachts ik kwam hem ophalen en ineens zat ie op één knie en vroeg of ik met hem wou trouwen. Ik was overdondert, verbaasd en wist niet wat ik moest zeggen. Ik moest meteen denken aan de vorige nacht toen ik met hem het bed deelde, mijn collega en beste vriend waar ik gevoelens voor heb. Ik vind het geweldig en ik besefte me toen dat ik eigenlijk elke minuut van de dag bij hem wil zijn, en al helemaal nu ik zwanger van hem ben. Beide weten ze het niet. Wolfs niet omdat ik de kans er niet voor had, na die ruzie op de parkeerplaats hadden we niks meer tegen elkaar gezegd alleen als het moest. Ik weet dat ik het had moeten zeggen, maar ik was bang. Bang voor zijn reactie. Bang dat hij zou willen dat ik abortus zou plegen en dat is het laatste wat ik wil want toen ik erachter kwam dat ik zwanger ben wist ik meteen dat ik het wou houden. En Frank? Tja ik weet het niet, ja eigenlijk ook wel ik wil hem geen pijn doen, omdat hij altijd goed voor me is geweest, ik wist het niet maar nu weet ik dat hij eigenlijk als een vader voor me is die ik nooit heb gehad. Ik weet niet wat me bezielde toen ik ja zei, ik wou dat ik dat nooit had gedaan... En stel, stel nou als ik Frank had gezegd dat ik vreemd ben gegaan met zijn beste vriend en ook nog zwanger van hem ben. Zou hij dan de relatie verbroken hebben? Zou ik dan nu bij Wolfs zijn? Ik weet het niet, wat ik wel weet is dat ik niet met Frank wil trouwen en dat ik ongelofelijk veel van Wolfs hou. Maar ik heb dat met mijn stomme kop nooit durven toe te geven. Bang dat hij niet het zelfde zou voelen en bang dat dan één van ons zou worden overgeplaats omdat een relatie op de werkvloer niet mag. Zou ik nog terug kunnen? Ik hoop het wel want ik dat als ik straks voor de 2e keer ja zeg spijt krijg. Zou het nog kunnen? Zou ik hier gewoon weg kunnen gaan? Naar Wolfs? 'Eef? Ben je klaar?' Hoor ik achter me, ik kijk op en zie Marion in de deuropening staan. Ik wil mijn hoofd schudden en wegrennen van hier, maar het lijkt wel alsof mijn spieren hun eigen weg gaan want in plaatst van wat ik zou moeten doen knik ik een blijf stijf stil staan. 'Voel je je wel goed?' Ik kijk Marion verbaasd aan 'hoezo?' 'Nou gewoon een bruid is meestal heel gelukkig en straalt helemaal een je hebt je hand op je buik. Ben je misselijk?' Ik knik voorzichtig 'kom even zitten' zegt ze en klopt naast haar op het bankje wat in de kamer staat. 'Wat is er nou?' Vraagt ze als ik zit, ik zucht even en gooi alles eruit. Van dat ik niet met Frank wil trouwen tot dat ik verliefd ben op Wolfs en zwanger van hem ben. 'Jeetje dat is een heel verhaal' zegt Marion als ik uitverteld ben. 'Ja' zucht ik 'maar wat moet ik nou doen?' Vraag ik wanhopig. 'Doen wat goed voelt' zegt ze meteen 'ga al die punten eens na een bedenk dan of je je fijn en gelukkig voelt bij Frank of toch bij Wolfs' meteen weet ik het antwoord. Wolfs natuurlijk. 'Maar als ik voor Wolfs kies, kan ik nu nog terug dan?' 'Natuurlijk, je kan altijd terug. Als je zeker weet dat je bij Wolfs wil zijn ga er dan voor. Je moet voor jezelf kiezen en niet met Frank trouwen uit medelijden dan krijg je sowieso spijt. ' Ik knik 'je hebt gelijk.' Opeens hoor ik getoeter en niet veel later Maurice die mij roept. 'De auto is er' deelt Marion mee 'helaas wel' zucht ik 'ik wil niet Mar' zeg ik wanhopig tegen mijn vriendin. 'Het komt goed, maar nu moeten we gaan' zegt ze geruststellend. Ik knik voorzichtig. En opeens ging alles heel snel. Opeens zat ik in de auto en van het één op het andere moment stond ik tegenover Frank voor het altaar. De ambtenaar zei van alles waar ik niks van mee kreeg omdat ik naar een punt ergens achter Frank staarde. Hoe langer het duurder hoe meer ik zekerder werd dat ik absoluut niet met Frank wil trouwen. '...wat is daarop je antwoord?' Hoorde ik de ambtenaar zeggen, door de blik in Frank's ogen wist ik dat ie het tegen mij had. Langzaam schudde ik mijn hoofd 'het spijt me' fluisterde ik bijna 'ik kan het niet' met die woorden liet ik zijn hand los, pakte de onderkant van mijn jurk vast en rende de kerk uit. Opeens voelde ik een hand op mijn schouder. Ik draaide me om en zag Marion staan 'hier ga maar met mijn auto' zei ze en gaf me haar autosleutels. Ik keek haar dankbaar aan 'dankje' 'het is goed ga nou maar' knipoogde ze. Ze gaf me nog een knuffel en wenste me succes. Ik stapte in de auto en reed met gierende banden weg. Op naar Wolfs.