Chapter four

194 11 0
                                    

Violet

Ik word voor de tweede keer wakker. Ik had verwacht dat ik op de grond zou liggen, maar dat was niet het geval.

'Hey slaapkop.' Zegt een stem. Ik kijk verbaasd naar de jongen die op de stoel zit. Is hij hier nog steeds? 'Uh hey.' Zeg ik awkward.

Hij staat op en loopt naar mij toe. 'Ik heb je nooit kunnen bedanken voor wat je hebt gedaan. Zonder jou zou ik het niet hebben overleefd.' Ik bloos. 'Oh het was niks.' Hij schud zijn hoofd. 'Ik weet niet of je het je herinnerd, maar je bent neergeschoten. Ik en Daryl hebben je meteen mee naar de community gebracht. Hier ben je veilig.'

Veilig.

Dat is lang geleden. Heel lang geleden. Ik steek mijn hand uit naar de jongen met de sherrif hoed. 'Violet.' Zeg ik als hij mijn hand vastpakt. 'Carl. Carl Grimes.' Voordat ik nog iets kon zeggen liep er een vrouw de kamer binnen.

'Aha ze is wakker zie ik.' Ze loopt naar het en stelt zich voor. 'Ik ben Denise, de dokter hier, volgens mij gaat het allemaal wel goed met je en kan je snel weer naar buiten.' Ik knik. 'Hoelang ben ik weg geweest?' '2 dagen lieverd.'

Ik knik alweer, ik weet niet wat ik moet zeggen. Ik ben zo lang alleen geweest dat het lastig is om te praten. Zo voelt het tenminste. Ik denk terug aan het begin van de apocalypse. Overal waren walkers, ik was samen met mijn moeder op de vlucht. Mijn vader zijn we kwijtgeraakt door een horde walkers. Ze werd gebeten. Mijn moeder. Het enige wat ik nog had. Ik moest een kogel door haar hoofd schieten. Ik durfde het niet. Ik kon het niet. Ik zei dat ik van haar hield en rende weg. Ik heb haar nooit meer gezien.

Carl Grimes

Ik kijk bezorgd naar Violet. Ze is helemaal bleek geworden en blijft voor zich uit staren. 'Violet?' Ik zwaai voor haar ogen maar het helpt niet. 'Carl ga maar naar huis, je vader zal je wel nodig hebben. Ik zorg voor haar, dit zal allemaal wel heel heftig voor haar zijn, je weet niet wat ze allemaal heeft meegemaakt.' Ik knik, kijk nog een keer naar haar en loop dan weg.

Eenmaal thuis aangekomen kom ik pap meteen tegen. 'Hoe gaat het met haar?' Ik haal mijn schouders op en loop naar boven. Naar Judith.

Ik pak haar op en ga samen met haar naar het meer. Judith is zo lief. Ik speel met haar tot het donkerder word. 'Kom, we gaan weer naar binnen. Je zal wel honger hebben.' Ik til haar op en gaan weer naar huis.

Ik dacht dat wat afleiding zou helpen, maar Violet blijft rondspoken in mijn gedachten, ook wanneer ik probeer te slapen gaat ze niet weg. Zal alles wel goed gaan?

Saved (Carl Grimes)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu