Chapter fourteen

140 12 1
                                    

Violet

'Kom je nog!? We moeten nu echt gaan!' Carl schreeuwt door het hele huis. 'Jaha!' Hij doet de laatste tijd raar tegen mij. Ik pak mijn tas en loop naar beneden. Ik moest persé mee om spullen te verzamelen.

We lopen door het bos en proberen zo min mogelijk geluid te maken, wat makkelijk is omdat hij niet meer tegen me praat. Rick en Sasha zijn samen een andere kant opgelopen.

Na een lange tijd gelopen te hebben komen we bij een kleine supermarkt. 'Bingo.' Ik voel aan de deur, die met gemak open gaat. Hard sla ik erop. Er komen maar twee walkers aan. Carl en ik pakken er allebei een.

Ik prop mijn tas helemaal vol met eten en medicijnen. Tot ik bij het stripboeken rek ben. Ik weet dat Carl gek is op die dingen. Ik pak er een stuk of tien en loop naar hem toe.

'Hey.' Hij draait zich om en kijkt me geirriteerd aan. 'Ik weet dat je boos op me bent, maar ik heb denk ik iets gevonden dat je leuk vindt.' Ik steek de stripboeken uit naar hem.

Er verschijnt een kleine glimlach rond zijn lippen die steeds groter wordt. 'Dankje.' Hij pakt ze aan en bladerd opgewonden door die dingen. 'Deze heb ik nog niet gelezen!' Blij stopt hij ze in zijn tas.

Hopelijk is hij nou niet meer boos.

We lopen weer door het bos. Ik hoor het geluid van een walker. 'Ik heb deze.' Zeg ik en draai me om.

Het gezicht van de walker komt me bekend voor, voor zover dat kan.

'Mam...' De tranen beginnen te stromen over mijn wangen. De walker komt dichterbij. Ik zak op mijn knieën. Ik kan het niet. Niet haar. Al die tijd heeft ze rondgedwaald door het bos. Omdat ik haar niet had neergeschoten toen ze veranderde.

'Violet!' De walker had me gepakt als hij er niet was. Hij schoot simpelweg een kogel door haar hoofd.

Ik ging nog harder huilen. 'Wat is er?' Hij trekt me omhoog en knuffelt me. Ik knuffel hem terug. Heel zijn shirt wordt nat van mijn tranen. Als ik na een tijdje weer rustig ben laat ik hem los. 'Sorry.' Hij kijkt me vragend aan. 'Je shirt.' Hij kijkt naar beneden en grinnikt. 'Maakt niet uit joh! Maar wat was er? Kende je haar?' Ik knik. 'Het was mijn moeder.'

Ik loop naar haar toe, ik vind het lastig om haar zo te zien. Ik neem afscheid van haar, terwijl Carl een gat graaft. We leggen haar er in en gooien het weer dicht. 'Ik hou van je.' Zeg ik en leg een bloem neer.

Saved (Carl Grimes)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu