Violet
Het is nu de derde dag dat ik hier ben. Eindelijk mag ik weg uit het ziekenhuis kamer ding. (AN weet niet hoe je het moet noemen:) ik moet nu ergens in een huis gaan wonen. Ik heb gekozen om bij Carol te gaan wonen. Ze was elke dag langsgekomen met koekjes en deed heel aardig tegen mij. Ze is super blij dat ik bij haar kom wonen.
Ik draag mijn kleine tas met spullen mee naar het huis. Carol verwelkomt me en zegt me waar mijn kamer is. 'Neem vooral de tijd meisje, ik snap dat je moet wennen. Ik maak vanavond lasagna, dus als je mee wilt eten kan dat. Je mag ook alleen op je kamer eten.' Ik knik dankbaar en open de deur naar mijn kamer.
Het is een mooie grote kamer. Er staat een tweepersoonsbed in, een makeuptafel en een grote kast voor mijn kleren. Ik pak mijn spullen uit. Het is zo weinig dat het bijna geen nut heeft om ze op te hangen. Ik heb een dun spijkerjasje, wat wapens en een stuk droog brood. Dat is alles.
Ik ga op mijn bed liggen en kijk naar het plafond. Het is raar om hier te zijn. Ik ben zo lang daar buiten geweest. In het begin had ik nog een kleine groep. Het was winter. Een ijskoude winter. We hadden geen kamp en sliepen 's nachts in bomen of in auto's. Velen hebben de winter niet overleefd. Om precies te zijn, ben ik de enige van de groep die het heeft overleefd.
Ik ga van mijn bed af en loop naar het raam. Er zijn kinderen vrolijk op straat aan het spelen. Volwassenen die op straat vrolijk staan te praten. Weten hun wat er buiten de muren gebeurt?
'Violet? Kom je naar beneden? Deanne wil je graag spreken.' 'Kom al!' Met die woorden loop ik langzaam naar beneden. Ik heb helemaal geen zin in die Deanne. Carol komt naar me toe gelopen. 'Kom, ze gaat je waarschijnlijk ondervragen. Dat doet ze bij iedereen. Wees maar niet bang.' Ze loopt met me mee naar de voordeur. 'Aan het eind van de straat links, het grootste huis.'
Ik loop op straat, veel mensen komen naar me toe om me te begroeten. Jessie lijkt wel aardig. Ze was samen met haar zonen naar buiten gekomen speciaal voor mij. Ron en Sam. Ron schudde mijn hand heel gewillig, bijna te gewillig. Toen hij merkte wat hij aan het doen was bloosde hij en liep snel weg. Het zal wel, hij lijkt wel aardig. Ik loop snel door om niet nog meer mensen te hoeven ontmoeten. Ik ben er nog niet klaar voor.
Ik sta stil voor het grote huis. Op naar Deanne.
JE LEEST
Saved (Carl Grimes)
FanfictionViolet zit in de struiken, zich te verbergen voor de walkers. Ze ziet een jongen met een sherrif hoed. Ze blijft hem achtervolgen en red zijn leven. Kan hij ook haar leven redden?