Hoofdstuk 12

43 4 3
                                    

We stappen het gebouw binnen. Het is groot en leeg. De muren zijn wit en de vloer is gemaakt uit witte tegels die best vuil zijn. De ramen zijn groot en bedekt met stof. We lopen door de inkom hal van het gebouw en we lopen helemaal naar de achterkant van het gebouw.
'Dit zijn jullie slaapvertrekken.' Zegt de vrouw. 'Jullie tassen en wapens moeten bij ons wel uitgeleverd worden.' Vervolgt ze haar zin. Ik voel me er niet zo comfortabel bij om mijn mes en geweer af te geven, maar ik kan ze niet meer verstoppen nu. Ik leg ze in mijn rugzakje waar ik eerst mijn boeken uit heb gepakt. Al mijn belangrijke spullen liggen er eigenlijk in. Met tegenzin geef ik mijn rugzak af.
'Er kunnen twee mensen in een kamer.' Zegt ze. Ik kijk al meteen naar Lauren. 'Jullie twee meisjes mogen in een kamer.' Zegt de dame tegen Lauren en mij. Ik kijk naar Elisabeth terwijl ik de redelijk kleine kamer in stap.
'De jongens slapen op het einde van de gang.' Hoor ik haar vaag zeggen. Ik steek mijn hoofd door de deuropening en kijk Thomas na. Hij loopt samen met zijn vader naar een kamertje helemaal op het einde van de lange gang. Hij kijkt even in mijn richting voor dat hij in zijn kamer stapt.
'En jij, jonge dame. Jij mag bij de andere kinderen slapen.' Zegt de dame liefjes tegen haar. Elisabeth stribbelt even tegen.
'Ik wil bij papa slapen.' Zegt ze met een zeurende stem. De vrouw zucht geïrriteerd. Uiteindelijk geeft de vrouw het op maar ze zet haar niet bij Mark maar bij ons. Er is net genoeg plaats voor nog een bed voor haar.

'Jullie mogen jullie gaan wassen, jullie zullen er zeker naar verlangen. Jullie handdoeken en pyjama's liggen op jullie bed.' Zegt ze terwijl ze terug naar buiten wilt. 'Oh ja, de dames wassen zich eerst.' Daarmee stept ze de hal uit. Ik schud verward mijn hoofd en pak de handdoeken. Samen met Lauren en Elisabeth ga ik naar de douches. Het is een open ruimte dat wordt onderbroken met witte zeilen. Er liggen een aantal zeepjes en shampoos op een kastje. Op een papiertje op de kast staat: "Gelieve terug te zetten na gebruik."

Na dat ik Elisabeth heb gewassen is het mijn beurd. Lauren en Elisa zijn al terug naar de binnenplaats om wat rond te wandelen. Ik start de koude douche weer op en ik ga er onder staan. Ik zeep me goed in en schob al de modder en gedroogd bloed van me af. Hier en daar heb ik een paar blauwe plekken. Sommige doen geen pijn maar die op mijn rechter bovenarm wel. Na dat mijn lichaam eindelijk schoon is was ik mijn haar. Het hoort licht blond te zijn. Nu ziet het meer rood met wat bruin er tussen. Het is ook zeer vettig dus ik ge het twee keer wassen. De shampoo ruikt heerlijk. Het ruikt naar rozen en honing. Precies de rozebottel tee die ik altijd dronk vroeger.

Na mijn douche voel ik mij weer schoon. Iets dat ik niet was sinds een lange tijd. Ik loop naar buiten en ik hoor Mark roepen.
'Van waar heb je dat uurwerk?' Vraagt hij woedend. Hij houd een vrouw rond de twintig vast. Ze kijkt angstig. Onze blikken kruisen en ze kijkt me smekend aan. Ik loop naar Mark toe.
'Wat bezielt je in hemelsnaam?' Zeg ik en probeer zijn grip rond de vrouw te lossen. Hij laat haar vast maar het zakhorloge blijft hij vasthouden.
'Dit is van iemand van in onze groep. Waar zijn ze?' Zegt hij dreigend.
'Wil je ze zien?' Vraagt de dame die ons hielp. We draaien ons om en ik zie totaal geen emotie meer op haar gezicht.
'Jullie mensen zijn ook zo irritant.' Ik hoor een vage klik en kijk naar de platte daken van de verschillende gebouwen. Scherpschutters, overal. Ik ga dichter bij Thomas staan die er ondertussen ook bij is komen staan. Zijn lange bruine haren zijn nat en hij heeft zijn hoed niet op.
'De mannen gaan als eerste naar die containerwoning. Ze twijfelen eerst maar dan gaan Mark en Thomas naar binnen.
'Dan dat blonde meisje.' Ik heb het gevoel dat ze Elisabeth bedoelt.
'Beth, ga maar naar je papa en Thomas.' Zeg ik lief. Ik duw haar zachtjes in de juiste richting.
'Dankje, en nu de bruinharige dame.' Lauren kijkt me bang aan. Ik knik zodat ze weet dat ik oké ben.
De oudere vrouw komt naar me toe.
'Jij hebt veel moed en zelfvertrouwen. Dus jij mag met mij mee.' Zegt ze en voor ik het weet krijg ik een harde klap tegen mijn hoofd. Vaag hoor ik Thomas en Lauren nog mijn naam roepen. Maar daarna voel en hoor ik niks meer.

Lonely SurvivorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu