Hoofdstuk 19

41 5 2
                                    

'BETH!' Schreeuwt Thomas. Hij gaat op de dolers af. Ik blijf op mijn plaats staan. Ik verzet geen stap en het lijkt wel alsof ik in in de grond genageld ben. Ik staar naar het tafereel met betraande ogen.
'Beth?' Vraag ik fluisterend.
'BETH!' Schreeuw ik en tranen stromen naar beneden. Ik loop op haar af. Ik pak haar ik mijn armen. Na de knuffel controleer ik of ze is gebeten. Haar arm, haar nek zelfs haar benen en middel. Niks, ze mankeert niks. Ik haal opgelucht adem en knuffel haar weer. Ik tril een beetje en ik voel twee armen om ons heen.
'Grote broer?' Zegt ze bang. We kijken haar aan en ik laat haar los.
'Ja, ik ben het.' Zegt hij teder.
'Ik was bang.' Zegt ze met betraande ogen. Hij houd haar dicht bij zich.
'Ik ook.' Zegt hij zacht. Ik ga naast hen op mijn knieën zitten. Ik zoek even in mijn zak en vis er een stukje chocola uit. Ik breek er een klein stukje af.
'Je hebt vast trek.' Zeg ik en geef haar het stuk. Ze pakt het stukje aan en glimlacht breed naar me.
'Dankje!' Zegt ze enthousiast. Ik grinnik even. Ze is het zonnetje in huis. Ik ben blij dat we haar gevonden hebben.

Ik, Thomas en Elisabeth lopen nu verder door het bos.
'Wat gaan we nu doen?' Vraagt Elisabeth. Ik kijk vragend naar Thomas maar hij haalt zijn schouders op.
'Misschien kunnen we naar een huis zoeken ofzo?' Vraag ik.
'Dan kunnen we ons misschien wat opfrissen.' Ik kijk naar Beth haar vuile haar. Door het bloed en de modder is het bruin in de plaats van blond. De twee knikken. Thomas komt dichter bij me lopen en pakt mijn hand vast. Onze vingers verstrengelen met elkaar. Ik kijk hem aan met een kleine lach. Hij glimlacht teder naar me. Ik voel het bloed naar mijn wangen stromen en kijk weg. Ik had nooit gedacht dat ik ooit liefde zou vinden, zeker niet in deze wereld.

We vinden een redelijk groot huis in het midden van het donkere bos. Ik hou Elisabeth dicht tegen me aan en Thomas opent de deur voorzichtig. Hij klopt met zijn geweer drie keer op de muur en wacht dan. De stilte maakt me nerveus en ik pak Beth steviger vast. Thomas knikt dat het oké is en we gaan naar binnen. We komen in een gang met een trap die naar boven leid en een open deur die naar de woonkamer leid. Achter de woonkamer is een grote keuken en een deur naar de tuin. Het ruikt er muf. Ik loop een beetje rond in de beneden verdieping samen met Beth terwijl Thomas boven alles controleert. Ik ga bij de haard zitten.
'Straks kunnen we een lekker warm vuurtje maken.' Zeg ik tegen Beth. Ze knikt blij. Plots hoor ik Thomas schreeuwen en ik hoor ook veel voetstappen. Ik ren de gang op en zie een doler van de trappen vallen. Ik ren er naar toe met mijn mes in mijn hand en doorboor de doler zijn hoofd er mee. Met grote ogen kijk ik naar Thomas die boven aan de trap staat.
'Sorry, hij deed me verschieten.' Zegt hij lachend. Ik zucht en sleep het lichaam naar buiten via de voordeur.
'Is dat de enige?' Vraag ik wanneer ik weer binnen ben. Ik sluit de deur en kijk naar Thomas.
'Ja, ik heb alle kamers al bekeken.' Zegt hij terwijl hij de trap af komt. Ik knik.
'Ik zal Beth opfrissen, wil jij dan een vuurtje maken in de haard?' Vraag ik aan Thomas. Hij knikt en gaat meteen naar buiten achter wat hout. Ik neem Elisabeth mee naar de badkamer.
'Ik ga alleen je haar en je gezicht doen, oké?' Zeg ik. Ik zoek naar een kam en wat zeep in de kastjes. Met de kam tem ik haar haren een beetje en met de zeep was ik haar grondig.

Even later ziet haar haar er weer blond uit en haar gezicht is nu weer schoon. Ik was ook mijn gezicht en tem ook mijn wilde haren. Ik vind zelfs een aantal takken die verstrengeld zijn in mijn haar. Ik leg de spullen terug en vind een klein schaartje. De punten van mijn haar zijn zeer gespleten en het haar van Beth is ook best lang.
'Beth, mag ik je puntjes wat bijknippen?' Vraag ik lief. Ze kijkt me even aan en dan kijkt ze naar haar haar.
'Ja dat mag!' Zegt ze blij. Ik zet haar op een krukje met haar rug naar me toe en begin te knippen. Ik knip iets meer dan de puntjes er af zodat het toch wat langer gezond blijft. Ik kam nog eens haar haar en bekijk het resultaat. Het ziet er veel beter uit.
'Ga maar al naar je broer, ik kom ook zo.' Zeg ik tegen haar met een lach. Ze knikt blij en gaat naar haar broer.
'Grote broer! Grote broer, kijk! Fleur heeft mijn haar geknipt!' Hoor ik haar vaagjes zeggen tegen Thomas.
'Wauw ziet er mooi uit.' Reageert hij blij. Ik glimlach en kijk dan in de gebroken spiegel. Ik bind mijn haren samen en pak de schaar. Mijn haren zijn veel te lang. Ik zet de schaar tegen mijn haar en begin te knippen. Ik kijk weer naar mijn spiegelbeeld. Mijn blonde haren komen net tot op mijn schouders. Er is een groot deel af maar ik ben blij met hoe het er nu uit ziet. Ik kam zelf mijn haren ook nog even en loop dan zelf ook naar beneden.
'Dat duurde lang zeg.' Zegt Thomas. Hij komt de keuken uit en blijft met een open mond staan.
'Wauw.' Zegt hij stil. Ik begin lichtjes te blozen.
'Zeg, zo een verandering is het niet hoor.' Zeg ik terwijl ik weg kijk. Hij lacht even.
'Het staat je goed.' Zegt hij. Zijn stem voelde warm aan. Met een lach zet ik me naast Beth op de zetel en staar ik naar het vuur dat rustig brand.

Lonely SurvivorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu