Hoofdstuk 2

376 11 0
                                    

Daar sta ik dan weer in mijn eentje. Wachtend op Jocelyn dat ze terug zou komen. Toen ik dacht dat Jocelyn naar beneden zal komen zie ik Clary naar beneden komen. "Hey ben je nog steeds hier." Vraagt ze. "Euhh ja blijkbaar wel." Zeg ik heel droog terug. Ze komt naar me toe lopen. En steekt een hand uit. "Ik ben Clary." Zegt ze. Ik pak haar hand vast. "Ik ben Malia." Zeg ik op een deftige toon en schudde haar hand.

Daarna schieten we in de lach. "Wouw wat heb jij een goed gevoel voor humor zeg." Zegt Clary door het lachen door. "En ik dacht dat ik de enige was." Zeg ik daar op terug. "Maar ik moet gaan. Ik hoop dat ik je snel weer zie Malia." "Ik ook Clary."

Als Clary net wil weg lopen komt Jocelyn naar beneden. "Clary waar ga je heen." Vraagt Jocelyn. "Ik ga naar 'bijles' mam." "Oke dan is het goed. Maar ben je wel voorzichtig." Clay knikte. Iets aan dat bijles vind ik maar vreemd. Ik vraag er maar niks over omdat het mijn zaken niet zijn.

"Malia ik heb helaas niks gevonden. Wil je anders tegen je moeder zeggen dat ze het of opnieuw moet bestellen of zelf moet komen halen." "Ja is goed. Dat zal ik door geven." "Sorry dat je voor niks bent gekomen." "Ajoh maakt niks uit." "Doe je wel voorzichtig op weg naar je huis." Ik knik.

Onderweg kom ik een paar mensen tegen die tegen iedereen aan loopt. De tegen wie ze aanlopen lijken het niet te merken. Vreemd. Ik dacht ook dat ik Clary er tussen zie lopen maar dat heb ik me waarschijnlijk verbeeld.

Ik loop verder naar huis. Ik moet door het park heen. Ik stop bij het meer. Het geeft me altijd rust. Ik ga zitten op een bankje dat erbij staat.

Net toen ik zat bewoog er wat in het water. Ik dacht eerst dat het een vis is dus besteed ik er verder geen aandacht aan. Ik zit nog even totdat het donker word. Ik kijk op naar de sterren. Nog iets dat me rust geeft.

Na nog even gekeken te hebben sta ik op om naar huis te gaan. Het water beweegt weer maar dit keer meer dan de vorige. Ik sta er naar te staren. Het water beweegt minder. En het staat stil. Ik vertrouw het niet dus ik blijf er naar staren.

Ik zet een stapje dichterbij. Bij dat stapje gaat mijn hart twintig keer snellen kloppen. Nadat ene stapje durf ik niet meer verder. Ik word met angst overspoeld. Zo sta ik een tijdje. Helemaal stil.

Op het moment dat ik denk nu ga ik weg lopen springt er een heel eng monster uit het water. Het monster springt op me af. Ik ben versteent door de angst. Ik kan niks doen. Dit was mijn einde. Het monster is zo lelijk. Er komen tentakels uit zijn mond en hij is helemaal riool blauw.

Toen op het moment dat ik denk dat ik dood zou gaan springt er een jongen voor. Die jongen heeft een zwaard. De zwaard die hij heeft geeft licht. Hij doorboord het monster en kijkt mij aan.

"Gaat het?" Vraagt hij. Ik kan enkel knikken. Hij heeft mooie blauwe ogen en blond haar. "Jace kom je we moeten gaan." Schreeuwt iemand. Toen die gene steeds dichterbij komt wordt het volume zachter. Nu zie ik dat het Clary is die schreeuwt. Clary's gezicht betrekt. Ik kijk vol verbazing haar aan. De jongen die Jace heet staat nu tussen ons in en kijkt ons beiden verbaasd aan. "Euhh kennen jullie elkaar?" Vraagt hij. "Ik moet naar huis." Zeg ik om onder zijn vraag uit te komen. En probeer weg te lopen. Ik word tegen gehouden door een hand.

De Cirkel (Gestopt)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu