hoofdstuk 4

257 12 0
                                    

POV Jace

Nadat Malia weg is voel ik dat er iets ergs zou gaan komen. "Clary voel jij ook dat er iets vreselijks gaat gebeuren?" Ze knikt alleen. Oke dus het ligt niet aan mij. Ik moet haar volgen. Ik heb een gevoel dat het bij haar ik de buurt gaat gebeuren. "Ik ga haar achter na. Dus ik weet niet wat jij gaat doen." Zeg ik een beetje bot aan Clary's gezicht te zien. "Ik ga naar huis." Zei Clary. Dit keer knik ik. Clary gaat op weg naar huis en ik begin Malia te volgen. Wel op een afstand natuurlijk, want anders zou ze me zien of horen. Van alle andere mensen die hier lopen kunnen mij niet zien, horen, voelen of wat dan ook. Na een tijdje gelopen te hebben bots iemand tegen mij aan. Ik kijk om mij heen en zag Izzy staan. Daar achter zie ik Alec staan. "Oh hey Jace. Wat doe jij hier? Ik dacht dat je met Clary iets aan het doen was." Zegt Izzy best verrassend. "Sorry Izzy maar ik heb haast." Zeg ik snel en ren verder. Verbaasden blikken van Izzy en Alec prikken in mijn rug. Ik zie nog net optijd dat Malia de hoek om gaat. Even later ga ik ook de hoek om. Ik sta even stil van verbazing te kijken naar het huis die daar staat. Maar mijn verbazing gaat al snel weg door de stank van demonen. Nu weet ik zeker dat er wat vreselijks gaat gebeuren. Er is een aardig tijd voor bij gegaan en de stank wordt alleen maar erger. Op dat moment kan ik me niet meer in houden. Ik loop de tuin in. Ik bel aan en een butler deed open. "Hallo wat komt u hier doen?" Vraagt de butler. "Hoi, vind u het erg als ik binnen kom. Ik ben een vriend van Malia." Zeg ik snel. De butler kijkt mij vragend aan. "Sorry maar ik denk niet dat u een vriend van Malia bent. U kijkt zo gehaast. Zou ik haar anders even gaan ha-" "Nee." Onderbreek ik hem. Hoe kan hij nog zo rustig blijven jezus. Ik zucht. "Oke als het niet op deze manier kan, doe ik het maar zo." En ik ga met mijn lichtgevende pen over mij onzichtbaarheids rune heen. Ik weet precies wanneer ik onzichtbaar ben. Dat kan ik namelijk zien aan die gozers gezicht. Ik sla hem recht in zijn gezicht en ga naar binnen. Ik ga naar de plek waar de geur het sterkst is. Ik zie daar twee mensen zitten. Dat zijn waarschijnlijk Malia's ouders. Nee wacht dat zijn haar ouders niet. Het zijn demonen, dus dat kunnen haar ouders niet zijn. Ik pak mijn lichtzwaard. Ik sluip naar voren. Als ik achter hen sta hef ik mijn zwaard op. En in een slag zijn ze dood. En ze verdwijnen. Even later lijken haar echte ouders uit het niets te verschijnen. Ze worden wakker en zien mij met een zwaard staan. Ze kijken niet geschrokken of bang. Integendeel ze kijken vastberaden. Op het een op andere moment hebben ze een lichtzwaard in hun handen. Net zo een dat ik heb. Ze valen mij aan maar ik ben sneller en weer hun slagen af. En zonder er bij na te denken sla ik op hun in. Ik heb bij bijde een diepe wond in de buik gemaakt. Bloed loopt in lijntje uit hun wond. Het laatste wat ik ze nog hoor zeggen is "Malia". Daarna vallen ze dood neer. Ik heb bloed op mijn shirt zitten. Mijn zwaard is weer weg. Ik hoor achter me zachte voetstappen maar besteden er geen aandacht aan. Totdat ik een huilde zachte stem hoor. "Jace." Zegt de stem ongelooflijk. Alsof die gene niet wil dat ik deze mensen heb vermoord. Ik draai me langzaam om. Ik kijk recht in de huilde ogen van Malia. Voordat ik wat kan zeggen rent Malia weg. Ik weet niet waar ze heen gaat, maar ik late haar maar gaan.

De Cirkel (Gestopt)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu