Hoofdstuk 12

138 4 2
                                    

Ik ga samen met Clary naar huis. Thuis staat Jace al op ons te wachten. Ik ga nu naar wat zij noemen de instituut. Het klinkt als een plek waar gekken rond lopen. Dus met tegenzin ga ik met ze mee.

We lopen nu al een half uur. Op een geven moment zegt Jace: "We zijn er." Wacht wat denk ik. We staan voor een oude verlaten kerk. "Dit menen jullie toch niet." Zeg ik vol ongeloof. Hoe kan je een instituut plaatsen in een oude verlaten kerk. Ze negeren mijn opmerking en lopen door. Ik sta nog een beetje verbaasd te kijken voordat ik achter ze aan ren.

Eenmaal binnen kijk ik mijn ogen uit. Dit is niet te geloven. Alles is helemaal netjes en opgeknapt terwijl het van buiten oud en verlaten uitziet. "Malia kom je." Zo word ik door Jace uit mijn gedachtes gehaald. Ik ren weer naar ze toe.

Jace en Clary staan rond een tafel met andere mensen. Ik herken er een paar. Ik loop naar ze toe. "Euh.. hoi." Zo probeer ik hun aandacht te trekken. "Hai en wie ben jij?" Vraagt iemand die ik niet ken. Voordat ik antwoord kan geven zegt Jace: "Dat is mijn zusje Malia, Marcus en je blijft met je tengels van haar af." Wauw ik wist niet dat mijn broer zo beschermend kon zijn. "Hai ik ben Alec, maar dat wist je misschien al van de vorige keer." Ik denk terug naar het moment dat we elkaar voor het eerst ontmoeten.

Flashback

Ik word waker van mensen die beneden aan het discussiëren zijn. Over wat kan ik niet verstaan. Ik hoor wel dat twee mensen heel boos zijn op een ander. Ik besteed er verder geen aandacht aan en loop naar benenden. Ik ben net de laatste tree af en iedereen kijkt me aan. Ik kijk zelf ook rond totdat ik Jace zie staan. Eerst word ik heel verdrietig, maar daarna word ik heel boos. Ik loop op hem af. Nee ik ren op hem af en sla hem helemaal in elkaar.
Ik ben nog niet klaar of ik word van hem afgehaald. Ik kijk nu beter rond en ik zie Clary, Jocelyn, Dot en nog twee vreemde mensen staan. Ik kijk wie mij vast had. Ik ken hem ook niet. Ik kijk hem woedend aan. "Zozo jij bent een pittige." Zegt hij. "Alec laat haar maar even." Zegt Jocelyn.

End flashback

"Euh ja dat wist ik al." "Hallo ik ben Izzy." Zegt een vrolijke vrouw die ik ook in de kamer toen zag staan. Zij hield mij tegen om naar Vido te gaan. "Ik ben Simon." Zegt een ander jongen. "Ohja jij bent die gozer met onmenselijke snelheid." Zeg ik. De anderen beginnen te lachen. "Wat het is toch zo." "Ja het is zo,  maar hij is een vampier dus het is logisch dat hij zo snel is." Zeg Clary. Ik knik. Dat klink inderdaad logisch dat vampiers snel zijn. "Wacht wat..... een VAMPIER!?!?" Schreeuw ik uit. "Ja, ik ben een vampier." En Simon laat zijn lange hoektanden zien. Ik doe verschrikt een stap achteruit.

"Maar oké heeft iedereen zich nu voorgesteld, want ik wil graag veder met het plan." Zegt Jace ongeduldig. "Jeez Jace doe eens rustig." Zucht Clary. "En volgens mij heeft Magnus zich nog niet voorgesteld." "Maar Magnus is er nu niet." "Oh is Magnus die gozer die ik bijna vermoord heb. En dat blauwe licht uit zijn handen liet komen?" "Ja dat is Magnus." Zegt Alec.

"Oke kunnen we dan nu beginnen?" "Beginnen met wat?" Vraag ik. "Met het plan om Valentine te verslaan." "En wie is Valentine?" "Euh... ehh...." "Malia mama zoekt je." Zegt Clary voordat Jace antwoordt kan geven. "Maar Jace heeft nog geen antwoord gegeven op mijn vraag." "Het is dringend Malia." "Oke, maar Jace ik wil later nog een antwoord van jou hebben." Jace knikt en kijkt opgelucht naar Clary.

Ik loop weg en ik heb echt geen idee waar ik heen moet. Fijn. Lekker bezig weer Malia. Had je niet eerst kunnen vragen waar je heen moest. Ik zucht. En nu weet ik ook niet meer hoe ik terug moet. Wouw ik en mijn slechte gevoel voor richting.

Ik kijk om me heen of ik iemand zie lopen. Net op dat moment loopt er iemand de hoek om. Het is Izzy. "Clary zei dat je waarschijnlijk de weg kwijt ging raken." Zegt Izzy. "Ik ben de weg helemaal niet kwijt. Alleen even kijken of jij het weet waar ik heen." Ze krijgt een glimlach op haar gezicht en moet even lachen. "Kom maar mee." Zonder verder iets te zeggen loop ik achter haar aan. Na drie keer ergens de hoek om gegaan te zijn, ben ik weer de weg kwijt en ik ben Izzy verloren. Hoe kon dat nou weer gebeuren. Jeetje Malia je raakt niet alleen de weg kwijt, maar ook de gene die je moest volgen. Verwijt ik mijzelf.

Ik sta stil in de gang om me heen kijkend waar ik was en of er nog andere mensen waren. Maar er zijn hier jammer genoeg geen mensen te zijn. Zo te zien zijn er deuren in deze gang. Misschien zitten er wel mensen in de kamer aan vragen waar ik heen moet.

En zo klop ik aan bij de eerste deur. Ik wacht even maar krijg geen reactie. Dus ik heb besloten om naar de volgende te gaan. Na een paar deur waar ik geen antwoord van had gekregen heb ik de hoop opgegeven. Ik strompel nu naar de laatste deur. Wetend dat ik hoog waarschijnlijk geen antwoord zou krijgen. Één minuut nadat ik geklopt heb, hoor ik gekraak van de andere kan komen.

Een kale man van rond de eind veertig doet de deur open. Hij kijkt even rond voordat hij naar mij kijkt. "Ah Malia op jou zat ik te wachten." Voordat ik iets kon zeggen word ik mee naar binnen getrokken en gaan we door een soort rare paarse muur heen.

De Cirkel (Gestopt)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu