Wat voor af ging
"Wie ben jij?" "Dat je daar nog niet achter bent gekomen vind ik wel een beetje jammer Milana Morgenster." het is even stil. Alsof mijn hersenen het niet willen verwerken. "Wat?" vraag ik onzeker. "Ik ben je vader. Valentine Morgenster." dan lijkt alles binnen te komen.
*heden*
Pov. MaliaMet een geschrokken houding loop ik naar achteren. Dit kan niet waar zijn. Nee, nee, nee, nee. Snel kijk ik om me heen voor een uitweg. Ik moet hier weg. Ik kan hier niet zijn. Hij loopt met een rustige houding naar me toe. Ik wil hier weg. Ik moet hier weg. Hoe moet ik weg. Ik kijk paniekerig om me heen. In stilte vraag ik om hulp. Maar niemand maakt ook maar een beweging om mij te helpen. Ik voel mijn maag omdraaien. Valentine staat rustig te kijken wat er allemaal gebeurt. Ik loop nog steeds naar achter totdat ik iets hards voel. Mijn hersenen kunnen op het moment heel weinig verwerken. Ik laat me langs het hards naar beneden glijden. Ik zit nu paniekerig op de grond.
Ik zie een vaag figuur op me af komen. Nog steeds denkend dat het Valentine is, probeer ik nog verder naar achteren te gaan. Het dringt nog steeds niet tot me door dat ik tegen een muur aan zit. Naarmate deze dichterbij komt, zie ik hem steeds scherper, maar nog steeds niet zo scherp dat ik kan zeggen wie het is. Hij stopt met lopen als hij voor me staat. Hij zakt heel langzaam naar beneden totdat hij op mijn oog hoogte is. Hij kijkt me aan en ik kijk hem terug aan. Ik zie zijn mond bewegen, maar hoor er geen geluid uitkomen. Versuft blijf ik op de grond zitten. Geen zin om iets te doen. Verder heb ik niet goed gezien wie het was. Het ding dat ik wel weet is dat het Valentine niet was.
De man die nu voor me staat lijkt nu nog harder te praten, maar het geluid van wat hij zegt is er niet. Mijn lichaam wordt stevig vast gepakt. Licht heen een weer geschud. Ik voel me licht in mijn hoofd worden. Ik kijk nog een keer naar de man die mij heeft vast gepakt. Nog steeds kan ik er niks van maken. Nog steeds weet ik niet wie het is. Op de achtergrond komen er meer vage figuren aan rennen. Ze lijken ook dingen naar me te schreeuwen. Maar het geluid komt maar niet binnen.
Nog net het moment voordat ik mijn bewust zijn verloor hoorde ik zijn stem. "Binnenkort ben je weer bij mij Milana. En dan kom je niet meer van me af."
Langzaam voel ik mijn ogen weg draaien. Voel ik mijn bewustzijn afnemen. En als ik dingen zou kunnen horen, zou ik zweren dat ik die niet meer zou horen. Voordat ik helemaal weg ben, voel ik mijn lichaam weg zakken, maar ter gelijkertijd ook omhoog getild worden. En dat is moment dat ik alles verloor.
Beep
Beep
Beep
Beep
beep
beep
beep
beep
Eugh... beep. Wat is dat Beep stomme geluid. Beep. WACHT?!?!?! Beep. Geluid.... Beep. Ik kan weer horen. Beep. Ik denk terug aan wat hij zei. Ik voel een rilling over mijn rug lopen. Ik voel mensen vlakbij me ademen. Ik hoor ze praten, maar woorden kan ik er niet echt uit halen. Shit ik weet niet eens waar ik ben. Straks ben ik nog steeds bij hem. Shit, shit, shit. Ik moet hier weg.
Ik voel dat ik sneller en zwaarder ga ademen. Ik hoor mijn hartmonitor sneller beepen. Ik kreun een beetje door mijn stijve lichaam die langzaan verder wakker wordt.
Langzaam doe ik mijn ogen open. Kort daarna ook snel weer dicht door de hoeveelheid dat er in een keer in mijn ogen komt. Ik doe ze nog een keer open en knipper een paar keer.
Volgens mij heb ik alle aandacht weer op mij gevestigd gekregen na het kreunen.
Ik wil rechtop zitten, maar wordt zacht tegen gehouden. "Doe dat maar niet cupcake." Cupcake? denk ik. Wie de hel noemt mij nou cupcake. Ik kijk in het rond.
Mijn ogen vallen op een Aziatische man. Wie is dat? Ik kijk verder rond en zie nog meer mensen om me heen staan. Maar ik herken niemand.
Angst springt in mijn ogen. Ik voel een paniek aanval op komen. Waar ben ik? Wie zijn dat? Wat gaan ze met me doen? Waar zijn mijn ouders?
Ik probeer naar achter te kruipen. Maar heb al snel genoeg door dat dat niet gaat. Gepanikeert kijk ik naar achteren en vervolgens weer naar voor. De mensen om me heen kijken me bezorgd aan.
Ik durf niet tegen ze te praten. Ik durf ze zelfs niet aan te kijken. Ik heb het gevoel dat ik een gedeelte van mijn geheugen mis. Er is een ding dat ik nog wel weet dat mijn ouders niet mijn ouders waren of zijn. En ik weet wie mijn vader is.
Ik verzamel de moed om toch iets te zeggen. Ik kijk dichtstbijzijnde persoon aan recht in de ogen. Het is een volwassen vrouw met donker rode haren en groene ogen. " Waar is mijn vader? Waar is Valentine?" Vraag ik met volle dominantie in mijn stem.
" Malia, lieverd waar heb je het over." Vraagt de vrouw aan mij. "We hebben juist gered van Valentine."
Op dat moment wist ik dat er iets niet klopte, maar wie spreekt de waarheid.
"Wie zijn jullie? Wat doe ik hier?" Angst straalt nog steeds uit mijn ogen. Al deze mensen die ik niet ken. Moet ik ze vertrouwen of juist helemaal niet.
"Malia waar heb je het over? Wij zijn het. Clary je zus-" de blond harige jongen met blauwe ogen wijst naar een meisje met rode haren en groene ogen. "- Jocelyn onze moeder -" nu wijst hij naar de vrouw die mij aansprak. "- Ik zelf Jace je broer." Nu wijst hij naar zichzelf. "En dan heb je ook nog Magnus, Alex en Izzy." Ik kijk hun richting op.
"Ik weet nog steeds niet wie jullie zijn. Voor het zelfde geld verzinnen jullie dit nu allemaal." Ik kijk ze allemaal een voor een aan. Het angstige gevoel heeft mijn lichaam verlaten en de moed stroomt binnen.
"En nu graag antwoord op de vraag waar ik ben."
JE LEEST
De Cirkel (Gestopt)
SpiritualHet is midden in de nacht. Ik lig wakker in mijn bed wetend dat hij er aan komt. Wetend dat hij mij mee wilt nemen. Wetend wat hij gaat doen. Ik wil dit niet. Ik wil niet in angst leven. Shadowhunters fiction