Ik word tegen gehouden door een hand. Ik kijk om wiens hand het is. Het is de hand van Clary. "Wat." Zeg ik harder dan bedoeld. "Nu jij ons kan zien betekent dat jij er ook een bent." Zegt Clary. "Sorry ik weet niet waar je het over heb maar ik moet naar huis. Ik zie je een andere keer misschien." Zonder op antwoord te wachten loop ik weg.
Ik kom net op tijd thuis. Als ik thuis ben gaan we gelijk eten. "Mam volgens de vrouw die me geholpen heeft in de winkel zei dat ze nooit een bestelling van je heeft door gekregen. Ze zei dat je het opnieuw moet bestellen of zelf moet komen halen." "Dat is raar dat ze geen bestelling hebben door gekregen." Zegt mijn moeder. "Waarom ben je eigenlijk zo laat thuis?" "Ik moest daar lang wachten omdat ze de hele winkel overhoop aan het halen waar opzoek naar jouw bestelling." Ik laat het stukje van het meer maar weg.
Mijn ouders zijn ondertussen met elkaar aan het praten. Ze zijn best rijk dus wordt de tafel door onze butler afgeruimd. Ik ben enigs kind. Mijn ouders kunnen geen kinderen krijgen dus hebben mij geadopteerd. Ik wil graag weten wie mijn echte ouders zijn maar dat mag niet. Ze zijn bang dat ik naar hun toe wil en dat ik daar dan blijf. Dat hebben ze me nooit persoonlijk gezegt, maar dat kan ik opmaken aan de manier waar op ze het zeggen.
Ik ga naar boven. Als ik op mijn kamer ben ga ik douche. Onder de douche zing ik als gewoonlijk. Ik hoor beneden een keiharde bonk. Normaal gesproken hoor je niks dus ik stap onder de douche vandaan. Ik kleed me snel aan en ren naar beneden zo hard als ik kan.Als ik beneden ben kan ik mijn ogen niet geloven. Ik schrik en loop met angst en tranen in mijn ogen achter uit. Uit uiteindelijk begin ik te huilen. Ze zijn dood. Iedereen is vermoord. De ledematen zijn eraf getrokken. En harten liggen naast de lichamen. Ik kan het niet laten om nu te schreeuwen van verdriet. Totdat ik zie dat er nog iemand leeft. Ik ga snel naar hem toe. Het is de butler. "We...wees voorzich." Verder komt zijn schorre stem niet. Hij is nu ook dood net als alle anderen. Nu zie ik weer iemand staan. Ik loop er sluipend op af. Wat als dat de moordenaar is. Dan kan ik me zelf wel voor mijn hoofd slaan. Dan loop ik nu me dood tegemoet letterlijk. Maar toch veranderen ik mijzelf niet van gedachten. Ik sluip gewoon door. Als ik dicht bij de moordenaar sta, lijk ik hem te herkennen. "Jace." Fluister ik heel zacht met een huilden stem. Ik kan het niet geloven is Jace een moordenaar.
-----------------------------------------------------------
Sorry voor dit korte hoofdstuk het volgende hoofdstuk wordt wel weer lang. Ik ga het volgende hoofdstuk ook met POV werken. Als er aan het begin van een hoofdstuk geen POV staat is het gewoon Malia. Anders dan wordt het gezegd.

JE LEEST
De Cirkel (Gestopt)
SpiritualHet is midden in de nacht. Ik lig wakker in mijn bed wetend dat hij er aan komt. Wetend dat hij mij mee wilt nemen. Wetend wat hij gaat doen. Ik wil dit niet. Ik wil niet in angst leven. Shadowhunters fiction